Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 877 van 1088

...  865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890  ...
[14] We zijn buiten de galerij op de grond en kijk, hij is vast en waar we staan is het golvenspel van licht niet meer te zien. We kunnen ons nu dus naar het hoofdgebouw begeven. Kijk toch eens naar het gebouw, dat nu al in volle glorie voor ons staat.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Voorlopig hoeven we niets anders te weten dan dat de voor ons liggende grond volkomen vast is, en daarom kunnen we er dan ook dadelijk rechtstreeks overheen beginnen te lopen. Laten we dus welgemoed naar buiten gaan.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Ga ook nog eens naar een brede rivier en kijk naar het stromen van het water vanaf de dichtbij gelegen oever tot aan de tegenoverliggende; daar zal zich dit verschijnsel het duidelijkst laten vaststellen. Aan de meest nabij gelegen oever zullen jullie het stromende water bont door elkaar zien golven, maar bij de oever aan de overkant zullen jullie bij wat langer toekijken louter ineengestrengelde kringen zien, waarin de stroom van de rivier langzaam lijkt verder te wervelen.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Gaan jullie bijvoorbeeld op een aanzienlijke hoogte staan en jullie kijken van daar af naar de verre horizon, die op zich heel oneffen is, dan zullen jullie deze toch als een vlakke lijn waarnemen. Dat komt omdat de kleine oneffenheden tegen de verre, wijde horizon zo goed als helemaal verdwijnen.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Wanneer we naar de golvende beweging van dit oppervlak kijken, komt het ons voor alsof het uit een of ander water bestaat, waar men niet overheen kan lopen. Het enige echter waarmee we dit kunnen weerleggen, is een terugblik op de versiering van de laatste laan, waar we eveneens zo'n golvend oppervlak aantroffen, dat echter ook allesbehalve vloeibaar was. Daarom is het dus mogelijk dat de lichtgolving van dit oppervlak voor ons eveneens slechts gezichtsbedrog is.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] De zuilen lijken op naar boven wervelende vlammen van een helderrode kleur en achter deze merkwaardige zuilen straalt een lichtblauwe wand die tussen de zuilen is voorzien van toegangspoorten, waaruit een wondermooi groenachtig-wit licht straalt. Dat is alles wat we tot nu toe kunnen waarnemen.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Verderop, meer naar het hoofdgebouw in het midden toe, zien we hoe deze stralengolven in bonte cirkels ronddraaien, welke zich vaak kegelvormig vanaf de grond omhoog bewegen. Deze kegels glinsteren in een wisselend licht, waarvan de betoverende pracht niet in woorden is uit te drukken. Tenslotte zien we voorbij deze lichtcirkels de onderste zuilenrij van het grote middenpaleis.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Kijk maar eens tussen deze twee van wenteltrappen voorziene binnenste zuilen door naar buiten en zeg me, wat jullie zien.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Zal het moeilijk zijn om vanaf hier verder te trekken en moeten we van hieruit ook nog de rechte lijn in acht nemen? Laten we maar naar buiten gaan in de vrije buitengewoon grote ruimte die zich tussen deze wijde, ronde galerij en het hoofdgebouw in het midden bevindt, en dan zullen we weldra zien wat we doen moeten.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Het ligt in de wijsheid van deze mensen besloten, dat zij overal naar boven kunnen gaan zonder dat de een de ander ook maar in het minst van de wijs zou kunnen brengen, want deze zuilen stellen de leraren of leiders voor. Omdat echter een leider of leraar niet zo geaard mag zijn dat men door zijn leiding niet omhoog zou kunnen komen, mag er ook bij geen enkele overeenstemmende zuil de omhooggaande wenteltrap ontbreken.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Welnu, wat is vervolgens het einde van de derde levenslaan? Ik denk dat ik jullie dit niet verder hoef uit te leggen. Jullie hoeven maar naar het eerste het beste kerkhof te gaan, en daar zullen jullie een heleboel uitlopers van breed begonnen menselijke levenslanen vinden.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Bekijken we nu eens de bouw van een huis, een toren of een kerk: hoe breed is die vanaf de basis opgezet; maar het huis eindigt bovenaan tenslotte met schuin naar elkaar toelopende zijden, de toren in een spits en de kerk gewoonlijk eveneens in een heel scherp toelopend dak. Dit voorbeeld behoeft geen nadere toelichting, want het dagelijkse beeld geeft hiervoor de juiste verklaring.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Ja, kijk maar, de zuilen staan tamelijk ver uit elkaar zodat we er zeker in het gelid tussendoor kunnen lopen. Ja, ja, mijn beste vrienden en broeders, zo is het. Elke goede arbeid is zijn loon waard. We zijn er moedig op afgegaan en waar we de grootste hindernis dachten te vinden, vonden we er juist helemaal geen. We hebben deze eindeloos mooie trap bereikt; hij is naar mijn idee uit louter rood doorzichtig goud vervaardigd en voor de voetgangers bovendien tussen de zuilen heel prachtvol en sierlijk bekleed met een materiaal dat ik tot nu toe op dit hemellichaam nog niet ben tegengekomen.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Het zijn maar twaalf treden; we zullen er heel gemakkelijk tegenop lopen. Dus maar naar boven! We zijn in de galerij. Bekijk toch eens het plaveisel van deze galerij. Lijkt het niet op een zich ver uitstrekkende, rondlopende vlakte van de allerfijnst geslepen diamant ter breedte van tien klafter, volgens jullie aardse maateenheid? Bekijk het eens nauwkeurig. Er zijn nergens voegen te ontdekken, dus zijn het geen tegels, maar volkomen één geheel. Bekijk ook eens de zuilen die aan de binnenkant staan ofwel de binnenste rij vormen. Om elke zuil loopt een wenteltrap van het allerprachtigste robijn. De trap is voorzien van een leuning met sierlijke spijlen van wit goud en bovenop elk van de vele spijlen van de leuning is een lichtblauwe, stralende bol geplaatst, waarvan een wonderbaarlijk, liefelijk licht uitgaat.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Bovendien is het ook heel aangenaam om op deze groenblauwe fluwelen grond te lopen en daarom kunnen we ons deze wat langer durende tocht best laten welgevallen. Ook komt tenminste ruim de helft van het merkwaardige hoofdgebouw in het midden van deze ringmuur steeds dichterbij en daarom hebben onze ogen voortdurend heel wat te doen. Zoals jullie zien, hebben we de rij piramiden reeds bereikt en er is nog steeds geen andere hindernis te ontdekken, behalve dan de ringmuur die, doordat we er dichterbij komen, steeds hoger wordt. Naar het mij nu lijkt, loopt deze helemaal niet gelijkmatig door, maar bestaat hij uit louter zuilengangen die een buitengewoon prachtvolle aanblik beginnen te bieden.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890  ...