15542 resultaten - Pagina 878 van 1037
... 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 ...
[11] Robert, wiens ogen erg gevoelig zijn, wendt zich tot de steeds aanwezige drie apostelen en zegt: 'Beste vrienden, hoe krijgen jullie het eigenlijk voor elkaar, dat jullie zo moeiteloos in dit licht kunnen kijken? Ik weet weliswaar dat dit sterke licht mijn ogen helemaal niet kan schaden, maar toch ben ik door de te grote lichtsterkte niet in staat, er twee seconden lang naar te kijken. Het doet me dan wel geen pijn, maar de enorme stekende lichtsterkte verhindert mijn ogen om haar majesteit langer dan een vluchtige seconde aan te staren. Zeg eens, beste broeders, hoe jullie dat nu eigenlijk doen. Stoort jullie zo'n licht dan helemaal niet?'Hoofdstuk 148: De derde deur laat een al-middenzon zien. Ordening van de zonnensystemen. Grootte en lichtsterkte van de zonnen. Vuurgeesten van de al-middenzon bij hun werkzaamheden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Allen gaan nu door de derde deur van de westelijke wand. Zodra zij echter een blik naar buiten hebben geworpen, keren zij zich meteen weer om, want het hier tegemoet stralende licht is weer onvergelijkelijk sterker dan dat in de vorige deur.
Hoofdstuk 148: De derde deur laat een al-middenzon zien. Ordening van de zonnensystemen. Grootte en lichtsterkte van de zonnen. Vuurgeesten van de al-middenzon bij hun werkzaamheden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Naargelang echter de grootte van zulke middenzonnen toeneemt, neemt ook hun lichtsterkte toe. Jullie kunnen ongeveer van de volgende verhouding uitgaan: is b.v. een planetaire middenzon zo groot dat haar doorsnede een biljoen aardse mijlen bedraagt, dan is de doorsnede van een zonnengebieds-middenzon het miljoenvoudige van de doorsnede van een planetaire middenzon, dus een triljoen aardse mijlen. En zo'n al-middenzon, zoals wij nu vanuit deze derde deur zien, groeit dan weer naargelang ze een groter, of minder groot aantal zonnen-allen beheerst, miljoenvoudig, soms zelfs biljoenvoudig naar verhouding van de noodzakelijke grootte, en evenredig ontwikkelt zich haar lichtsterkte. Ze kan dan wel een quadriljoen, soms zelfs een quintiljoen aardse mijlen in doorsnee tellen.
Hoofdstuk 148: De derde deur laat een al-middenzon zien. Ordening van de zonnensystemen. Grootte en lichtsterkte van de zonnen. Vuurgeesten van de al-middenzon bij hun werkzaamheden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Eljah zegt: 'Ja, je hebt misschien niet helemaal ongelijk. Maar te oordelen naar de grote verscheidenheid van hetgeen hier te zien is, lijkt het toch dat deze mensen eerder echte wijsheid dan een nog zo hoog ontwikkeld instinct bezitten. Zulke bouwwerken in zo' n gedurfde bouwstijl en deze prachtig aangelegde tuinen leveren het overduidelijke bewijs, dat in deze door het sterkste licht omgeven mensen meer dan louter instinct aanwezig is!' Peter zegt: 'Ja, in dit opzicht zou jij ook wel eens gelijk kunnen hebben, maar ik blijf toch meer bij mijn mening.'
Hoofdstuk 147: Een blik door de tweede deur van de westelijke wand. Een middenzon van hogere orde. Pracht van steden en bouwwerken. Scheppingen van het instinct of van ware wijsheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] O Heer, het moet voor elk van Uw kinderen toch een groot genoegen zijn om bestuurder van zo'n wereld te worden. Ja, voor Uzelf moet het een grote vreugde zijn deze overvloedig lichte landouwen te betreden. Nee, daar mag ik niet lang naar kijkén. Het zou me zo zwak maken, dat ik deze wereld zou willen betreden en met deze wondermooie mensen nader kennis zou willen maken.'
Hoofdstuk 147: Een blik door de tweede deur van de westelijke wand. Een middenzon van hogere orde. Pracht van steden en bouwwerken. Scheppingen van het instinct of van ware wijsheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Aha, nu ontdek_ik een enorm grote stad met grandioze, prachtige bouwwerken. Ze lijkt op Uw heilige stad die verheven is boven alle steden van de gehele oneindigheid. Merkwaardig! Zover mijn oog reikt, zie ik tuinen en de prachtigste paleizen in een bouwstijl die mij volkomen vreemd is. Enorme arcaden strekken zich naar alle richtingen uit; daarop staan de prachtigste zuilen, waarop paleizen van onbeschrijfelijke schoonheid prijken. O, o, wat is dat schitterend!'
Hoofdstuk 147: Een blik door de tweede deur van de westelijke wand. Een middenzon van hogere orde. Pracht van steden en bouwwerken. Scheppingen van het instinct of van ware wijsheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Na deze woorden begint Robert, aanvankelijk flink knipperend met zijn ogen, naar deze grote middenzon te kijken en zegt na een poosje: 'Vader, ik dank U voor zo'n grote genade! Nu zie ik al vormen, maar ze zijn nog niet blijvend, want de kracht van het licht wist ze van tijd tot tijd nog uit. Toch komen ze steeds als dezelfde weer te voorschijn. O, dat moet een buitengewoon wonderbaarlijke wereld zijn! Werkelijk, zo'n wereld is ook al een hemel, want daar moet het heel heerlijk te leven zijn als men eenmaal aan het licht gewend is.
Hoofdstuk 147: Een blik door de tweede deur van de westelijke wand. Een middenzon van hogere orde. Pracht van steden en bouwwerken. Scheppingen van het instinct of van ware wijsheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Robert zegt: 'O Heer en Vader, Gij liefde aller liefde! Ik ben nu weer zo'n duizend aardse studiejaren wijzer en verstandiger. U alleen zij eeuwig al onze liefde en aanbidding!' Ik zeg: 'Welnu, als het je nu wat lichter om het hart is, gaan we meteen naar de tweede deur. Kijk, ze staat al een poosje open!'
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Als Ik nu wil dat deze of een andere spiegel er niet meer is, dan zul je door zo' n deur vanzelfsprekend slechts datgene zien, wat Mijn huis omgeeft, dat naar alle zijden vrij midden in de grote stad staat. Want het gewone aanschouwen berust hier op dezelfde grondbeginselen als het zien op aarde, maar natuurlijk in de meest zuivere potentie.
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Kijk, elk van deze deuren is in zekere zin een geestelijke, holle spiegel. Wordt de deur geopend, dan zie je datgene, wat volgens een eeuwige ordening in je eigen hart in kleinste, maar nochtans meest volmaakte vorm woont. Sta je nu voor één van deze holle spiegels, dan zie je het meest vergrote spiegelbeeld van wat zich volgens een overeenkomstige ordening uit jouw voorraad in zekere zin op de zuivere oppervlakte afspiegelt. De spiegel is hier echter niet van glas, maar bestaat uit de zuiverste hemellucht. Zij is zo gepolijst, dat ze, als het nodig is, een volkomen heldere wand vormt, waarop datgene wordt weerkaatst, wat naar de ordening van haar eigen samenstelling door haar kan worden opgenomen.
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Dat is een middenzon, waaromheen in wijde banen miljoenen kleinere planetaire zonnen cirkelen. Haar aantrekkingskracht is zo groot, dat zij al die miljoenen planetaire zonnen met hun planeten in de voor hun afgebakende banen houdt. Maar wat betekent al die kracht tegenover de kracht van één van Mijn geringste kinderen! Ik zeg jullie: middenzonnen zijn speelgoed in de handen van Mijn kinderen! N u weten jullie wat jullie hier zien, en daarom zullen we het balkon weer verlaten en verdergaan naar de tweede deur van de avondlijke, westelijke wand.'
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Allen gaan nu weer het vertrek binnen. De eerste deur in de avondlijke westelijke wand staat al open zonder dat iemand haar met de hand heeft geopend. Dat is voor onze Robert alweer aanleiding om te vragen naar het mechanisme waardoor deze deuren als vanzelf geopend worden.
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[22] Voorlopig weten jullie genoeg over de inrichting van dit kleine hemellichaam. Langs de weg van jullie toekomstige bezigheden zullen jullie alles door en door leren kennen. Daarom willen we ons ook niet langer bezighouden met het beschouwen van deze kleine wereld, maar ons direct naar de eerste deur van de avondlijke, westelijke wand begeven en van daar weer opnieuw de buitenwereld beschouwen.'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[21] Ik zeg: 'O nee, dat is de maan van de aarde. Kijk eens naar haar duistere land en daar iets verder weg naar een kleine groep dwergachtige, menselijke wezens! Dat zijn de eigenlijke bewoners van de maanzijde, die steeds van de aarde afgekeerd is. Hun grootste lust zijn hun vrouwtjes, die ze uit pure liefde en tederheid meestal op hun schouders ronddragen. Boven hen zien jullie heel montere geesten rondzweven. Dat zijn de zielen van gestorven maanmensjes. Het is hun een vreugde om voor hun nog sterfelijke broeders goed te zijn en hen voor allerlei gevaren te behoeden. Hun aandacht is er hoofdzakelijk op gericht, dat de zeer materiële geesten, die de kale zijde van de maan, die steeds naar de aarde toegekeerd is, bewonen, niet bij de bewoners van de begroeide kant van de maan kunnen komen, omdat ze deze in hun huis, dat uit een ondergronds hol bestaat, aanzienlijke schade zouden kunnen toebrengen.
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[20] We gaan het vertrek weer binnen en dan naar de derde, reeds openstaande deur. Staande op het balkon van deze deur, zien we vlak bij dit derde uitzichtbalkon een natuurlijk verlichte wereld. Vanaf hier kan men, net als eerder bij de zon, maar een kleine landstrook in één keer overzien. Robert vraagt meteen wat dat eigenlijk voor een wereld is; misschien een donkerder gedeelte van de zonnewereld?
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)