15542 resultaten - Pagina 879 van 1037
... 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 ...
[19] Ik zeg: 'Kijk, dat is de zon met haar eigenlijke bewoners. De iets donkere zijn nog in de materie; de lichtere daarentegen zijn geesten, die eveneens in de zon huizen. Later zul je alles volkomen leren kennen, nu zou het nog wat te vroeg zijn. We hebben nu gezien wat de tweede deur verborgen houdt. Laten we ons daarom naar de derde deur in deze noordelijke wand begeven!'Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] Maar nu een blik door de tweede deur. Ze staat al open en dus gaan we naar buiten! Nu staan we op het tweede balkon. Wat zien jullie hier?'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] Nu komt Robert weer naar mij toe en zegt: '0 heiligs te Vader, broeder Rudolf heeft in wezen werkelijk geen ongelijk. Ook ik zie nu in dat bij zulke verschijningen al dat vragen volkomen zinloos moet zijn. Hier zijn immers nog veel meer wonderbaarlijkheden dan bij de vorige deur. Men zou in geen eeuwigheid klaar zijn met het stellen van vragen. Daarom is het beter van de hemelse zaken zalig te genieten, en daarbij geduldig af te wachten tot het U schikt ons daarover opheldering te willen geven. - Maar die mensen daar! Ik kan hun uiterlijk weliswaar niet duidelijk waarnemen, maar ik merk wel dat ze onwaarschijnlijk mooi moeten zijn.'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Daarom ben ik niet zo nieuwsgierig naar de achtergronden van al deze wonderen als broeder Robert. Alleen zou ik graag willen weten wie toch die geesten zijn, die in de vrije ether voor ons hebben gespeeld. Dat zij op hun manier ook heel gelukkig moeten zijn, heb ik uit de vriendelijkheid van hun gezichten kunnen opmaken. Maar wie zij eigenlijk zijn en wat hun bestemming is, kan alleen maar U, 0 Heer en Vader, bekend zijn.'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] De grote, oneindige ruimte tussen de hemellichamen is echter niet leeg. Ik zag daar geesten met grote snelheid heen en weer zweven, waarvan enkelen heel dicht bij me kwamen en me hartelijk groetten. Ach, dat ziet er werkelijk in hoge mate bedrijvig uit! Een dat is nu juist mijn lust en mijn leven, bedrijvigheid te zien en zelf naar beste vermogen bedrijvig te zijn.'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ja, dat geeft weer aanleiding tot duizenderlei vragen! Bijvoorbeeld: wij zijn toch, toen we van de aarde hier in deze stad aankwamen, over de begane grond Uw heilige huis binnengegaan en hebben toen nergens een balkon gezien. Nu zijn we in datzelfde huis op de begane grond en kijk nou eens: de kamer, even groot en prachtig als de zaal boven ons, heeft twaalf deuren, waardoor men op de uitzichtbalkons komt, waarvan eerst geen spoor te zien was. En men ontdekt daar dan verder, dat dit huis als een hemellichaam vrij in de ether rondzweeft - terwijl men daarbij van een verdere stad, die toch een eindeloze uitgestrektheid had, niet één huisje meer kan zien! Ook voerden er drie volkomen gelijke deuren op een rij in één en dezelfde wand naar deze raadselachtige vrije ruimte - en kijk, ik zie ze niet meer. Heer en Vader! Wie dat volkomen begrijpt, moet, zoals men zegt, van goeden huize komen.
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Robert bekijkt de diepte onder zich, wijkt vlug van de balustrade terug en zegt: 'Heer, dat zal ik wel achterwege laten, want beneden ons is een grote diepte! Hoe komt dat nu? Wij zijn toch vanaf de begane grond naar buiten op het _balkon gelopen en men zou toch denken dat we ons nog op de begane grond bevinden. Maar bij deze oneindige diepte beneden ons, die talloze vaste-sterren-afstanden groot is, kan van een begane grond onmogelijk sprake zijn. Op welke grond is Uw huis dan gebouwd, o Heer en Vader? Onder het balkon houdt de wand op en men ziet niets anders dan de eindeloos uitgestrekte diepte van Uw schepping. Hier begrijp ik helemaal niets van!
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg verder: 'Robert, open de eerste deur, dan zullen we een blik naar buiten werpen en zien wat de stralen van onze ogen daar zullen ontmoeten.'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Inmiddels bevinden wij ons nu allemaal op de grond van het gelijkvloerse venrek en willen daar meteen het noodzakelijkste in ogenschouw nemen. Kijk naar de vier grote wanden. In iedere wand zien jullie drie deuren. Door deze deuren hebben jullie toegang tot alle werelden en hemelen en hun gemeenschappen die zich in de hele oneindigheid bevinden; alleen niet tot deze hoogste en binnenste hemel waarin jullie nu zijn. Kom nu naar de noordzijde; dan zullen we vlug een begin maken.'
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Daal met ons aan de hand van onze almachtige Vader af in de diepte van de schepping, en kijk met de ogen van het hart naar de onverschrokken bruggenbouw van de ene wereld naar de andere, van de ene hemel naar de andere en van het ene hart naar het andere. Dan zullen jullie, hoewel nog geheel in het sterfelijke vlees, samen met ons diep geluk en zaligheid voelen en daardoor jullie zielen tot leven brengen. O Heer, waarom mogen wij dan toch zo zalig zijn, terwijl miljoenen broeders blind en doof zijn?'
Hoofdstuk 143: Vermanende oproep aan de kinderen van de aarde. Verschillen tussen aards en hemels leven. Gelijkenis van de afgevallen boomvruchten en van de pottenbakker. De eeuwige dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Robert zegt: 'Heer, ergens een rustig tafeltje zou me liever zijn. Want daar aan de grote tafel is toch nergens meer een goed plaatsje te vinden.' Ik zeg: 'Je hebt nog gelijk ook! Daar staat juist nog een vrije, tamelijk royale tafel. Maak die maar gereed, en wij allen, die van de aarde naar hier zijn gekomen, zullen aan haar plaats nemen. Vanaf deze tafel kunnen wij ook goed alle gasten overzien en kunnen wij ook door hen het beste opgemerkt worden.'
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg: 'Ja broeder, hier doen we het dan ook wat grootser dan op aarde op de Reinerkogel! Wat denk jij?' Robert zegt: 'O Vader, U bent te goedig en genadig! Eén vonk van dit licht overgebracht naar de aarde zou haar zo doen schitteren dat de zon daarbij op een donkere klomp zou lijken! Maar hebben de_geesten op de twee hoge galerijen boven ons ook tafels, spijs en drank?'
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg: 'Vriend en broeder, ieder waarachtig leven houdt in, dat het onmogelijk anders kan zijn dan uitermate gelukzalig. Een leven echter dat door de dood naar het schavot wordt geleid, zoals een arme zondaar door een beulsknecht, kan slechts volledig geblinddoekt nog enige lust beleven. Zou men het de oogkleppen echter afdoen, dan zou het terugdeinzen als het inziet, waar zijn begeleider het heenbrengt. Daarom is het enerzijds beter dat de aardse mensen blind en doof zijn, want w kunnen ze nog het beperkte, van dood tot dood glijdende leven met enige schijnrust genieten.
Hoofdstuk 143: Vermanende oproep aan de kinderen van de aarde. Verschillen tussen aards en hemels leven. Gelijkenis van de afgevallen boomvruchten en van de pottenbakker. De eeuwige dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Robert, die al dicht bij de wenteltrap staat, zegt: '0 liefdevolle wijze Vader, wij komen woorden te kort om U voor zo'n opheldering naar behoren te danken. Men kan zich dus in de toestand van de 'eeuwige dood' zelfs levend en gelukkig in een of andere hemel bevinden, alleen is het eigenlijke oer-ik daarbij niet meer aanwezig. 0, dat is toch genade en nog eens genade van U! Wij verstonden onder de uitdrukking 'eeuwige dood' doorgaans de hel, waaruit eeuwig geen uitweg meer is. En als er al een is, daar bij U toch alle dingen mogelijk zijn, dachten wij, kan deze alleen maar een heel moeilijke zijn. Nu echter ziet deze zaak er heel anders uit. Dank en liefde voor U voor deze prachtige les!'
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] De knechten van de Heer op aarde kennen ons, zien ons en spreken met ons wanneer ze maar willen. Zij houden oog en oor van hun hart open omdat ze niet verblind zijn door de last van de rijke jongeling uit het evangelie. Maar jullie, als de Heer je roept, komen de tranen in de ogen, waarmee jullie de doodse aarde toch zo graag aanschouwen. O, de Heer wil ons duizenden van zulke werelden schenken, als we ze maar wilden aannemen. Wie zal er echter naar een geschilderd stuk goud grijpen als hij een duizendmaal grotere, stevige klomp goud voor eeuwig als eigendom heeft?
Hoofdstuk 143: Vermanende oproep aan de kinderen van de aarde. Verschillen tussen aards en hemels leven. Gelijkenis van de afgevallen boomvruchten en van de pottenbakker. De eeuwige dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)