17481 resultaten - Pagina 880 van 1166
... 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 ...
[11] Jullie zijn heel goedmoedig verlegen over Mijn eer ten overstaan van de hoge gasten aan de andere tafel. Wat moet Ik nu dan doen om jullie eer te redden, omdat jullie door je vraag en door je kritische beoordeling van Mijn woorden, die Ik voor jullie bestwil gesproken heb, werkelijk meer dan domme kletspraat aan het helderste daglicht hebben gebracht?Hoofdstuk 45: De vraag van de hardleerse critici over de kracht van het woord en de woorden van de wijze Spreker over het innerlijke, levende woord in het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Wanneer Ik dus enkel van een dergelijk woord heb gesproken, zeg Me dan, hoe is het ten aanzien van God en de hele wereld met jullie begrip gesteld, dat jullie dat niet konden begrijpen en jullie liever met je grove domheid willen uitblinken dan met een vriendelijke, deemoedige bescheiden vraag over een punt in Mijn woorden, dat jullie ietwat duister voorkwam?'
Hoofdstuk 45: De vraag van de hardleerse critici over de kracht van het woord en de woorden van de wijze Spreker over het innerlijke, levende woord in het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] En Lamech zei tegen Henoch: 'O broeder Henoch, als er nog meer van zulke wijzen in mijn stad zijn, dan zal ik aan hun zijde een merkwaardig figuur slaan; want deze spreekt immers alsof hij regelrecht uit de hemel gekomen is!'
Hoofdstuk 45: De vraag van de hardleerse critici over de kracht van het woord en de woorden van de wijze Spreker over het innerlijke, levende woord in het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] En Lamech uit de laagte begon zich geweldig achter de oren te krabben, en zou graag weer een opmerking hebben gemaakt, maar de Spreker was nog niet klaar; daarom wachtte hij dan ook geduldig op de afloop van deze zaak.
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na een korte onderbreking ging de voornaamste Spreker aldus weer verder: 'Daar Ik een lichtje voor je heb aangestoken, kijk je Mij nu geheel verbluft aan en weet je niet wat je met Mij en Mijn woorden aan moet.
Hoofdstuk 47: Het opgelegde, onvrije geloof en het vrije, door de liefde tot God levend geworden geloof. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Je vraagt jezelf af: `Hoe kan ik een heiden of een godloochenaar worden als ik tot God bid met de woorden van mijn mond?! Zou ik met mijn mond God wel kunnen belijden als ík Hem niet tevoren in mijn hart beleed, dus in de gedachten van mijn hart?'
Hoofdstuk 47: Het opgelegde, onvrije geloof en het vrije, door de liefde tot God levend geworden geloof. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Ja, Mijn vriend en broeder, je belijdt God nu wel zodanig dat het woord uit je mond een uitdrukking is van hetgeen je in je hart denkt; maar waarom?
Hoofdstuk 47: Het opgelegde, onvrije geloof en het vrije, door de liefde tot God levend geworden geloof. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] 'Luister, mijn hogelijk gewaardeerde vriend en broeder, ik ben volkomen doordrongen, vervuld en duidelijk overtuigd van de diepe waarheid van jouw woorden, waarom ik je dan ook heel graag met duizenden en nog eens duizenden vragen lastig zou vallen! Maar zie, Lamech is van plan om vandaag nog de nieuwe tempel op de berg in te wijden en maakt aanstalten om op te staan en daarom zal er vóór deze hoogst heilige handeling nu niet veel meer gesproken kunnen worden; maar na deze handeling wil ik je geheel en al in beslag nemen!'
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] De criticus sprak: 'Ja, het is naar mijn mening enkel van belang, dat wij ofwel bij die handeling ook aanwezig moeten zijn, of, omdat ik opmerk dat Lamech, Henoch en zijn begeleiders uit de hoogte ook aandachtig naar je woorden schijnen te luisteren, wij met ons gepraat Lamech ophouden!
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Omdat je mij erom vraagt, noem ik deze omstandigheden, daar ze mij de voortzetting van ons gesprek hier enigszins overbodig lijken te maken. Overigens wil ik daarmee in het geheel geen vaste bewering plaatsen met het oog op jouw grote wijsheid; want jij zult de zaak beslist dieper doorgronden dan ik, omdat jij immers onmetelijk veel wijzer bent dan ik. Bepaal jij daarom dan ook wat hier het beste is, dan wil ik me naar jouw wijsheid voegen!'
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Je hebt Mij omstandigheden genoemd die ons zouden hinderen bij ons gesprek maar die wat jou betreft, volledig verzonnen zijn; want het gaat jou noch om de inwijding van de tempel noch om Lamechs daartoe bepaalde tijd, en evenmin om het feit dat hij zo aandachtig naar Mijn woorden luistert, - maar het gaat je alleen om je kijklust!
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Hij is vast en zeker ook van boven afkomstig, misschien door de Heer naar mij of naar mijn volk ontboden als een leraar in de hogere en diepere levenswijsheid!
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] En daarop antwoordde Henoch aan Lamech: 'Mijn geliefde broeder, - ga nu heen en volg je hart: want nu is de tijd gekomen!
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] En Lamech antwoordde Henoch: 'Geliefde broeder, je woorden klinken weliswaar enigszins raadselachtig en laten mij in hun diepste grond iets groots vermoeden; maar desondanks blijf ik bij mijn principe, dat de waarheid steeds onveranderd de waarheid blijft, ongeacht uit welke mond ze komt!
Hoofdstuk 51: Henochs gesprek met koning Lamech over de waarheid. Over gehoorzaamheid en de orde van het hart. Het volk gaat naar de tempel op de berg. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Want zolang jij niet weet waarom een steen hard en zwaar is, en niet weet vanwaar de winden komen en je hun vaderland niet kent, en vanwaar de zee haar voedsel krijgt en ook de aarde, en je ook de wegen niet weet om de bronnen in de aarde te onderzoeken, en niet de geboorteplaats van het vuur kent, en de taal der dieren en planten niet begrijpt en zo nog veel meer wat je nog vreemder is dan de afgrond van de grote zee, laat ook zolang al die verstandelijke overwegingen achterwege; want het zal je niets opleveren omdat dat alleen een zaak van de Heer is en Hij het geven kan aan wie Hij wil!
Hoofdstuk 51: Henochs gesprek met koning Lamech over de waarheid. Over gehoorzaamheid en de orde van het hart. Het volk gaat naar de tempel op de berg. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)