Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 89 van 1088

...  77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102  ...
[11] IK zeg: "Luister dan naar de broeders en wees niet boos op hen als zij je met liefde vriendelijk vermanen, want zij helpen je om je hart te bewerken!
Hoofdstuk 75: Het geheim van de zelfontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Kijk naar Thomas, die zich door al jouw grofheid niet laat afschrikken om je te vermanen, als je je kwade hart te veel de vrije teugel begint te geven. Luister daarom naar zijn door bezorgdheid voor jou ingegeven vermaningen, dan zal het stukje bij beetje in je hart wel beter worden! Als je echter doorgaat, zoals tot op heden, met je door niemand iets te laten zeggen, dan zul je binnenkort te gronde gaan en, zoals gezegd, ten prooi vallen aan de satan, want dan zal niet Ik, maar de satan in je hart gaan wonen.
Hoofdstuk 75: Het geheim van de zelfontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Als iemand zich echter de minste onder zijn broeders acht en zó bereid is allen naar vermogen te dienen, dan is hij de eerste in het rijk van God, en alle anderen kunnen zich heel terecht aan hem spiegelen. Echt bezield door een goddelijk grote geest is alleen diegene, die in staat is zich lager te achten dan alle menselijke schepsels!"
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] JUDAS zegt: "Dan kan dus alleen een mens, die de kunst verstaat om zich het meest te vernederen, de eerste in het rijk van God zijn!? Want als hij er naar streeft om allen naar vermogen te dienen, dan moeten de anderen hem toch duidelijk eerst het plezier gunnen om zich door hem te laten dienen, om hem daardoor te helpen de hemelse eerste te worden! -Maar wat nu, als de anderen zijn diensten helemaal niet willen aanvaarden of zelf hun diensten aanbieden om de eerste te worden in het hemelrijk? Wie zal dan de eerste in het rijk van God worden?"
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Al gauw legde ik mij echter daarbij neer en dacht: Als God gewild zou hebben dat de mensen net als vogels zouden kunnen vliegen, dan zou Hij hen net als de vogels deugdelijke vleugels hebben gegeven. Maar God zag, dat zo'n eigenschap de mens meer schaden dan baten zou, en gaf hem daarom liever een paar goede en sterke voeten, die hem heel goed van de ene plaats naar de andere kunnen dragen. Ook gaf Hij hem behalve de twee sterke voeten een paar zeer bruikbare handen en het boven alle sterren uitreikende verstand, waardoor hij zich in plaats van een deugdelijk paar vleugels, duizend andere gemakken kan verschaffen, die hem duidelijk meer genoegen kunnen schenken dan vleugels aan een vogel, want het is zeer de vraag of de vogels hun vleugels zo weten te waarderen als de mens zijn voeten, zijn handen en zijn verstand!
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Omdat Judas Iskariot niets terug wil zeggen gaat Thomas even later verder: " Als je boos op mij wilt zijn, wees dat dan maar zonder enige aanwijsbare reden! In het bijzijn van de Heer lijkt zo'n onbroederlijke houding niet erg prijzenswaardig! Iemand met zo'n inborst als jij hoort ook volstrekt niet thuis bij de leerlingen van de Heer en je zou duizendmaal beter handelen als je terug ging naar je pottenbakkerij, in plaats van hier volkomen zinloos het gezelschap van God te hinderen en te verontreinigen met je tegen de goddelijke orde ingaande karakter. Ben je dan al helemaal de bergrede van de Heer in Samaria vergeten, waar de Heer gebiedt om zelfs vijanden lief te hebben, de ons vervloekenden te zegenen, en goed te doen, die ons kwaad doen?
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Want kijk, als je beter wilt worden dan wij allen, die onze grote zwakheden ook zónder jouw voorbeeld kennen, en maar al te goed inzien hoe ellendig en onwaardig wij voor de Heer zijn, dan moet je je voor de Heer altijd minder achten dan je broeders, en zelfs nooit eraan denken om voor ons een navolgingswaardig voorbeeld te worden, maar jezelf steeds zien als de laatste en de geringste. Dan zul je, zonder het te willen, daadwerkelijk datgene voor ons zijn, wat je je nu nog zeer hoogmoedig voorneemt om te zijn. -Leef dus volgens deze regel, die niet van mij afkomstig is, maar die de Heer voor je heeft vastgesteld, en die berust op de ware deemoed en zelfverloochening, dan zul je volgens de goddelijke ordening datgene bereiken, wat je wilt bereiken! - Ga echter naar de Heer en vraag Hem of ik je verkeerd en onwaar heb ingelicht!"
Hoofdstuk 75: Het geheim van de zelfontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: " Allen, die met een rechtschapen hart zich inspannen om dit te doen! Maar mensen, die in zekere zin uit zelfzucht de diensten van hun broeder niet willen aannemen om hem iedere gelegenheid te ontnemen om eerste in het rijk van God te kunnen worden, zonder zelf ooit naar dat voorrecht te streven, die zullen tóch de laatsten zijn en hij de eerste, omdat hij oprecht uit liefde en ware deemoed alle broeders wilde dienen!
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Zal ik, als ik een goed bewerkt stuk grond heb, tegen de oogsttijd uit pure zelfverachting en met een totaal gebrek aan eigenliefde naar mijn buren gaan en zeggen: 'Vrienden, ga en oogst wat op mijn velden is gerijpt, want ik heb als de minste van jullie, als jullie aller knecht zonder enige waarde, slechts voor jullie gewerkt!' Ik vind dat de zo hooggeroemde zelfverloochening en zelfverachting toch bepaalde grenzen moet hebben, zonder welke het zelfs onmogelijk zal zijn Uw leer aan de mensen mee te delen, omdat men daarmee duidelijk zou laten zien dat men zijn broeders voor dommer en blinder houdt dan zichzelf! Want zich geestelijk beter achten dan zijn broeder bevat toch zeker ook wel iets van hoogmoed! Als dat zo is, laten we dan eens over honderd jaar naar de mensheid kijken, dan zullen we ze als ossen in de wei gras zien eten, en van een taal zal geen spoor meer te vinden zijn en net zo min van woonhuizen of zelfs maar van een stad! -Hoe ver mag de eigenliefde van de mens dan gaan?"
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Kijk, de rechtschapen werkers en knechten en maagden bewerken de velden van hun heer. Naar jouw mening moet dan ook de oogst van hen zijn, omdat deze het resultaat is van hun vlijt en moeite. Maar ze brengen hem in de schuren en loodsen van hun heer en verheugen zich als ze tegen hun heer kunnen zeggen: 'Heer al uw schuren en loodsen zijn al vol, en nog staat de helft op het veld! Wat moeten we doen?' En hun vreugde wordt groter als de heer tegen hen zegt: 'Ik prijs jullie grote en onbaatzuchtige vlijt en ijver, ga en breng bouwlieden hierheen opdat zij zo snel mogelijk voorraadkamers bouwen en ik de zegen van het veld bewaren kan voor jaren, die misschien minder gezegend zullen zijn dan dit jaar voor alle vruchten was!' Kijk, aan de werkers behoort niets, zij hebben geen schuren, geen loodsen en geen voorraadkamers, en toch werken zij voor een gering loon alsof het voor hun schuren, loodsen en voorraadkamers was; want zij weten dat zij geen nood behoeven te lijden als de heer alle voorraadkamers vol heeft.
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Zo trekt Hij, die eeuwig bestond, het tijdelijk bestaande .naar Zich toe liefkoost het en maakt het daardoor voor eeuwig aan Zich gelijk! O, ware, enige Vader van alle mensen, hoe zalig smaakt toch Uw liefde!"
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Nu stappen de twee engelen naar voren en zeggen: " Ja, lieve jongen, je sprak de waarheid! Dat hebben onze ogen nog nooit gezien, hoewel zij reeds lang door het eindeloze heelal tuurden, vóór de eerste zon zich met haar stralen ver door Gods eeuwige ruimte kenbaar maakte! Behoud daarom steeds die geest, die nu zo puur goddelijk verheven in je is, dan blijven wij eeuwig broeders!"
Hoofdstuk 79: Twee engelen bieden Josoë hun diensten aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Maar iemand die in wat voor opzicht dan ook kan helpen, moet ijverig rondzien onder zijn hulpbehoevende broeders of er niet een is die in een bepaald opzicht hulp nodig heeft. En heeft hij er een gevonden dan moet hij zijn hulp aanbieden! Dan zal hij naar mijn mening de Heer en Vader, die de eeuwen door zo te werk gaat, zeker bevallen en het heilige evenbeeld van God waarnaar hij geschapen is, rechtvaardigen. Wie echter. zijn,naaste pas helpt nadat deze hem om hulp heeft gevraagd, -oh, wat is zo n helper dan nog ver verwijderd van het volle evenbeeld. laat staan degene, die zich laat bevelen om te helpen!
Hoofdstuk 79: Twee engelen bieden Josoë hun diensten aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De volgende morgen straalde de zon weer aan de hemel en velen van de aanwezige gasten, die ook eerder dan wij waren gaan slapen, dartelden reeds buiten rond toen Ik, de leerlingen, de Romeinen en Kisjonah uit het huis naar buiten gingen.
Hoofdstuk 81: De nieuwe overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Pas nu komt de jonge JOSOË naar voren en zegt: 'De. domheid van deze mens heeft me toch wel zeer geërgerd! Als leerling is hij nog zo dom als een nachtuil op klaarlichte dag. Ik begreep alles direkt wat U, o Heer, tegen hem gezegd heeft. Maar hij begreep niets, terwijl hij maar steeds vroeg, en allerlei tegenwerpingen maakte, en nu tenslotte nog net zo dom wegging alsof U, o Heer, geen woord tegen hem gezegd had! Als een kind vraagt, is dat te begrijpen, maar als een volwassene, die daarbij ook nog wijzer wil zijn dan zijn medemensen, ook blijft vragen -en dat duidelijk niet goed-, maar kwaadwillend -, dat moet toch ergernis geven! Ik wil nog driekeer sterven als deze mens zich ooit op deze wereld zal verbeteren! Hij is zeer waarschijnlijk een vrek en berekent hoe hij, als hij zou kunnen wat U kunt, o Heer, in zo kort mogelijke tijd bergen goud en zilver zou kunnen vergaren! En zo waar als ik Josoë heet, ik zet er alles op wat ik heb en wil alles ondergaan wat een mens maar kan doorstaan, als deze mens zich ooit verbetert!"
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102  ...