Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 881 van 1490

...  869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894  ...
[1] De vrouwen ontruimden meteen de trap en huilend spoedden zij zich met de kinderen naar buiten. Maar de meisjes gingen naar hun verblijven om zich aan te kleden, kwamen weldra feestelijk en netjes gekleed hij het drietal terug, vielen voor hen neer, vroegen hen om vergeving voor hun eerdere kwaadaardigheid, waartoe zij weliswaar meer gedwongen waren dan dat zij het uit vrije wil hadden gedaan, dankten hen voor de genade van de redding en vroegen hen toen om een voor altijd versterkende zegen; en het drietal troostte, zegende en sterkte hen in Mijn naam. Na deze handeling zei Sethlahem tegen de meisjes:
Hoofdstuk 175: Sethlahems woorden en opdracht aan de geredde meisjes. De drie boden drin-gen door tot Lamech. Over de onmachtige woede van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] En nu jullie kinderen van de hemel zijn geworden, moeten jullie je er altijd naar gedragen, opdat deze zegen steeds jullie deel zal blijven!
Hoofdstuk 175: Sethlahems woorden en opdracht aan de geredde meisjes. De drie boden drin-gen door tot Lamech. Over de onmachtige woede van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Kisehel raakte de deur aan, die stevig vergrendeld en versperd was, en deze sprong opeens open; en helemaal achter in het vertrek zat Lamech laaiend en gloeiend van toom op een grote troon, omgeven door duizend met lange spiesen bewapende knechten, beulen en dienaren.
Hoofdstuk 175: Sethlahems woorden en opdracht aan de geredde meisjes. De drie boden drin-gen door tot Lamech. Over de onmachtige woede van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Lamech, jij nietige koning van alle zonden, alle gruwelen en het blindste en zwartste kwaad! Ik zeg je in naam van de grote, almachtige God: Nog niet één enkel op de grond vertrapt steentje in de smerigste straat van jouw stad hoef jij ons schatting te betalen! Wanneer wij deze laagte weer verlaten zal zelfs eerst al het stof van onze voeten geveegd worden!
Hoofdstuk 176: Kisehels krachtige woorden tot de woesteling Lamech De weerbarstige Lamech wordt door Kisehel tot gehoorzaamheid opgevoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En Kisehel zei op deze allerdomste vraag: 'Ten eerste moet deze grote koning en heerser van de hemel en de aarde onmiddellijk van zijn troon afkomen, als hij niet op de ijzeren troon tot as wil verbranden!'
Hoofdstuk 176: Kisehels krachtige woorden tot de woesteling Lamech De weerbarstige Lamech wordt door Kisehel tot gehoorzaamheid opgevoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Enkele dagen geleden wilde je de hele aarde aansteken; vraag jezelf af hoe deze onderneming gelukt is!
Hoofdstuk 177: Kisehels krachtige woorden tot Lamech. Lamech en zijn lijfwacht gaan naar de plaats van de terechtstellingen onder leiding van de drie boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Wil je die gewillig in je opnemen dan kun je aan het gericht van God ontsnappen; anders zal deze laatste genadestraal je tot de onverbiddelijke rechter van je eeuwige dood worden! - Volg ons dus!'
Hoofdstuk 177: Kisehels krachtige woorden tot Lamech. Lamech en zijn lijfwacht gaan naar de plaats van de terechtstellingen onder leiding van de drie boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Deze zeer nadrukkelijk uitgesproken woorden brachten Lamech er eindelijk toe te gaan en hij volgde met de wapenknechten het drietal.
Hoofdstuk 177: Kisehels krachtige woorden tot Lamech. Lamech en zijn lijfwacht gaan naar de plaats van de terechtstellingen onder leiding van de drie boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] 'Luisteren jullie nu! Je lichaam deugt nu, net als je ziel, voor de hel doordat het er met behulp van deze stinkende drek uitziet als jullie ziel; kom dus uit de beerputten en beklim de hoop hout, opdat de woedende vlammen een einde zullen maken aan jullie ellendige hertaan en jullie op de vlammende brandstapels je sinds lang reeds verdiende loon vinden! Het geschiede!'
Hoofdstuk 178: Het gericht over de bijvrouwen van Lamech door het vuur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Nu begonnen de vrouwen te huilen en te smeken en zij riepen: 'Machtige afgezanten van de enig ware, grote God, schrijf ons een boetedoening voor, welke je ook maar wilt, en wij zullen die ons hele leven lang even getrouw uitvoeren als wij jullie wil in deze beerputten hebben uitgevoerd; maar laat ons dat beetje toch al beklagenswaardige leven behouden, opdat wij niet voor eeuwig verloren gaan!
Hoofdstuk 178: Het gericht over de bijvrouwen van Lamech door het vuur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Willen of moeten jullie ons echter toch doden, doodt ons dan toch niet op deze meest smartelijke wijze!
Hoofdstuk 178: Het gericht over de bijvrouwen van Lamech door het vuur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Toen zij zich allemaal op de houtstapel bevonden, beval Kisehel de meisjes deze met hun fakkels aan te steken.
Hoofdstuk 178: Het gericht over de bijvrouwen van Lamech door het vuur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] En Kisehel zei daarop zeer ernstig tegen hem: 'Luister, Lamech, als je ons niet onmiddellijk een bewijs van je goddelijkheid geeft, zoals ik dat van je gevraagd heb, dan zal ik je met brandende fakkels boven je rug dwingen, dat je met je eigen koninklijke handen de jou welbekende stenen tafel weer uitgraaft - waarop je de naam van Jehova schreef, en deze toen vol drek smeerde, de naam vervloekte en hem toen in een kuil vol vuilnis wierp en dat weer met vuil liet opvullen. Je zult hem weer schoon moeten maken en dan als een strenge boeteling je leven lang datzelfde tafeltje hogelijk moeten vereren en de naam aanbidden!'
Hoofdstuk 179: Lamech in zijn vermeende goddelijkheid en almacht door Kisehel beproefd en verdeemoedigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Zeg me: wat hen jij eigenlijk voor een wezen? - Je werd op je onmacht ten aanzien van ons gewezen; wij toonden je Gods onoverwinnelijke kracht in ons; je ziet in dat je in deze gedaante nooit in der eeuwigheid iets tegen ons zult bereiken, - en toch weerstreef je allerhardnekkigst de geest van Gods eeuwige liefde in ons!
Hoofdstuk 180: Lamechs hardnekkigheid en trots. Kisehels scherpe woorden en Lamechs hoogmoedige antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Zeg, zeg, wat voor een wezen ben je toch! - Kijk naar de meisjes die je op de eerste en de tweede trap had gezet om te verhinderen dat wij naar je toe zouden komen! Zie, zij waren dood; want onze wilskracht vanuit God dreef hen allemaal onmiddellijk naar buiten deze poelen in, waarin zij jammerlijk omkwamen, en zij allen leven weer.
Hoofdstuk 180: Lamechs hardnekkigheid en trots. Kisehels scherpe woorden en Lamechs hoogmoedige antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894  ...