Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 882 van 1112

...  870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895  ...
[5] De prior zegt: o Heer, allerliefdevolste, heiligste Vader, dat zie ik nu heel duidelijk. Werkelijk, na het drinken van dit water begin ik in de onbegrijpelijke diepten van Uw almacht en wijsheid te schouwen zodat ik er werkelijk verheven zalig en aangenaam van begin te huiveren. Toch zou ik nog graag willen weten of ik nu voortaan nooit meer zulk water te drinken en zulk heerlijk brood te eten zal krijgen.
Hoofdstuk 3: Steeds groeiende zaligheid vereist werkzaamheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Daarom is een kind van de aarde dat in Mijn geest wandelt, een volmaakte wil met talloze andere geesten uit de sterren, die ook ieder voor zich een eigen wil hebben waarmee zij naar eigen vrij, zalig genoegen kunnen doen wat zij maar willen. Toch gaat in gevallen van liefdewerk de wil van Mijn hoofdkinderen bij hen allen in en uit, en dan zijn zij met miljarden tegelijk als één mens, wiens werkende geesteswil van een van Mijn kinderen is! Dat begrijp je weliswaar nog niet geheel en al; til daar echter op dit moment niet te zwaar aan, want in Mijn eeuwige woonplaats zijn nog vele hogescholen, waarin je nog heel wat nieuwe dingen zult leren kennen.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] De Heer zegt: Mijn lieve zoon, kom maar weer overeind, dan zal na het nuttigen van de maaltijd aan Mijn tafel al spoedig duidelijk worden hoeveel je van dit weinige opeens zult kunnen begrijpen. Maak je echter van de maaltijd geen al te grote voorstelling, want hier zul je in de letterlijke betekenis van het woord merken dat 'kort haar snel geborsteld is'. Van de zogenaamde hemelse zwelgpartijen is hier geen sprake; men eet hier heel eenvoudig en leeft zogezegd op water en brood. Je zult echter spoedig ontdekken dat Mijn kinderen ondanks deze eenvoudige kost er buitengewoon goed uitzien. Ga daarom nu aan tafel, want deze is al voorzien van water en brood, en eet en drink zoals je Mij zult zien eten en drinken.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] De Heer zegt: ja zie eens Mijn geliefde zoon, bij Mij heet het dan toch ook en zeker met recht: Sapienti pauca sufficient! (De wijze neemt met weinig genoegen) - De prior maakt van louter liefde een buiging en spreekt diep geroerd: o allerbeste, liefdevolle en heilige Vader, niet Sapienti, maar quam maxime aeterne Sapientissimo! (Niet de wijzen, maar de eeuwig allerwijsten) - En dat zijn, o Heer en Mijn allerliefste Vader, er zeker niet pauca, maar eveneens quam maxime immense multa! (Niet weinig maar buitensporig veel) Want deze op zich eenvoudige en geringe zaken zijn zeker in wezen van zo'n buitengewone en wonderbaarlijke betekenis, dat ik daarvan werkelijk eeuwig nauwelijks ook maar het geringste deel zal kunnen bevatten.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Zie, allen gaan nu naar binnen en de prior zet grote ogen op als hij in het huisje een heerlijke eenvoud aantreft, voorzien van heel eenvoudig alledaags huisraad. En de Heer vraagt hem: welnu Mijn geliefde zoon, hoe bevalt je Mijn huishouding? De prior zegt: o Heer, liefdevolle, heilige Vader, het bevalt me buitengewoon goed, want het ziet er werkelijk uit alsof men zich op aarde in een helder, vredig plattelandshuisje bevindt. Het komt me alleen buitengewoon wonderbaarlijk voor dat U, o allerbeste, heilige Vader, aan wie toch alle hemelse en wereldse heerlijkheden bekend zijn, met zo'n eenvoudige behuizing genoegen neemt. Voorwaar, dat maakt U nog onuitsprekelijk beminlijker en heiliger dan de meest volkomen geest zich ook maar enigszins zou kunnen voorstellen.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Neem echter voor dit moment genoegen met Mijn liefdevolle antwoord op jouw vragen en ga nu samen met Mij, je vrouw en je broeder Mijn huisje binnen, dat we zojuist hebben bereikt. Daar zul je je vooreerst in Mijn rijk en aan Mijn tafel voeden en het eeuwig ware brood en het meest levende water genieten. Ga dus nu met Mij de woning binnen.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Laten we nu echter eens een blik werpen op ons buitengewoon verbaasde gezelschap. De prior wendt zich tot de Heer en zegt: o, eindeloos heilige en liefdevolle Vader, bij uw heilige wil, wat betekent dit nu? Zijn dit louter allerzaligste engelengeesten of is het allemaal maar een verschijningsvorm? Want het is toch bijna niet te geloven dat, terwijl de mensen op aarde zo buitengewoon slecht zijn, Uw allerhoogste hemelen al zo bevolkt kunnen zijn. Want op aarde waren we bij monde van vrome mensen, die reeds een zuivere geest bezaten, te weten gekomen dat slechts zeer weinigen in deze allerhoogste hemel komen; wat meer in de twee onderste hemelen, maar zeer velen in het zogenaamde zuiveringsoord, en zelfs buitengewoon velen - o Heer, behoed ons daarvoor - in de hel!
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Jullie zeggen nu: het lijkt erop, alsof de Heer uit liefde voor deze drie voor korte tijd de gehele bovenste hemel verlaten heeft; en dat nu Hij weer naar huis terugkeert, al deze zalige hemelse engelenscharen zich er bovenmate jubelend op verheugen dat de Heer en heilige, liefdevolste Vader van zo'n oogst-reis weer thuiskomt.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Zie, onze verheven gids begeeft zich met de drie naar de hoogte, welke, zoals reeds eerder aangegeven werd, deze keer door een nog sterkere stralenglans omgeven is. En zoals jullie zien, gaat de verheven groep ook vlug verder.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] De prior zegt: o Heer, liefdevolle heilige Vader, ik heb een voorgevoel van iets groters maar durf het nauwelijks uit te spreken. Was het misschien toen ik U als knaapje in mijn hart nog zo innig liefhad dat ik uit liefde vaak in tranen wegsmolt of misschien wel in mijn ambt, als ik eveneens heimelijk zo'n sterke liefde voor U voelde dat ik niet zelden van louter verrukking als het ware ziek werd, of was het misschien in die momenten waarin ik bij het zien van mijn arme broeders tot tranen toe werd bewogen en waarbij ik hen met Uw genade ook zoveel mogelijk de helpende hand bood? Heb ik U in zo'n situatie misschien eens gedragen? Maar dan zou ik toch nog niet weten welke keer het was, dat U o Heilige Vader, zich zo diep hebt vernederd dat U zich door mij zou hebben laten dragen.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Het enige dat door de Heer van eeuwigheid is vastgelegd, is dat ieder leven zijn bepaalde wegen heeft waaraan het zich eeuwig niet kan onttrekken. Deze wegen zijn echter zo intiem met de natuur van het leven vervlochten, dat ze juist met het leven zelf het leven bepalen. Zou men iemand die weg afsnijden, dan zou men hem zijn vrijheid en dus ook zijn leven afsnijden. Een dergelijk afsnijden zou dan eigenlijk een oordeel zijn, hetgeen voor iedere geest de dood zou betekenen.
Hoofdstuk 121: Ieder leven heeft vanuit de liefde van de Heer bepaalde wegen te gaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Hoe deze leiding zich voltrekt, hebben we reeds gezien en wat er daarna met deze geleide geesten gebeurt, weten we ook. Zo rest ons alleen nog te ervaren welke taak onze leidinggevende geesten na deze arbeid te wachten staat.
Hoofdstuk 121: Ieder leven heeft vanuit de liefde van de Heer bepaalde wegen te gaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Geen mens is weliswaar zondermeer genoodzaakt deze planetaire werking in zich op te nemen, maar wanneer hij zich met de verlokking van het vlees en andere, de zinnelijkheid prikkelende genoegens bezighoudt, neemt hij zulke invloeden dan ook deels passief en deels actief in zich op. Aangezien deze invloeden meestal van zinnelijke aard zijn, zijn ze ook slecht, en de mens wiens geest daarmee nog behept is, kan het rijk der hemelen niet binnengaan zolang hij niet al deze ondeugden heeft afgelegd.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Van daaruit gaan deze leraren met hun leerlingen nog niet rechtstreeks naar de hemel, maar zij begeven zich in de geestelijke sfeer van de planeet Mercurius, waar reeds hogere leraren aanwezig zijn. Van Mercurius gaan ze dan naar Venus en dan voor een grotere verdeemoediging van Venus naar Mars. Voor degenen die zich op Mars nog niet de juiste graad van verdeemoediging hebben eigen gemaakt, wordt er dan nog een kort uitstapje langs de vier door jullie zo genoemde kleine planeten gemaakt. (Planetoïden, de voornaamste (Ceres, Pallas, Juno en Vesta) in de zgn. planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter) Zij die zich op Mars al een hoge graad van deemoed hebben eigen gemaakt, worden dadelijk in de hogere sfeer van Jupiter geplaatst. Eerst vanuit Jupiter gaat men over naar de buitengewoon heerlijke Saturnus, van daaruit naar Uranus en tenslotte naar de jullie reeds bekende laatste planeet met de naam Miron (Neptunus), maar vanzelfsprekend, overal alleen maar in de geestelijke sfeer van deze planeten.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] De leiders echter worden hier hoofdonderwijzers. En hebben zij een school met goed gevolg doorlopen, dan pas worden zij als burgers van de heilige stad Jeruzalem opgenomen, waar ze echter wel eerst verreweg de allergeringsten moeten zijn. Zij moeten zich daar door de voornaamste burgers laten leiden bij allerlei grootse hemelse opdrachten, die bij elkaar opgeteld een wereld vol boeken niet zou kunnen bevatten! Want zo oneindig als de scheppingen van de Heer zijn, zo oneindig veelzijdig zijn ook de bezigheden van de engelen van de bovenste hemel.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895  ...