Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 883 van 1112

...  871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896  ...
[1] De Heer: nu zijn jullie weer hier. Zouden jullie Mij niet in je gemoed willen mededelen wat jullie bij Mijn Johannes allemaal hebben gezien, ervaren en dus hebben geleerd? Jullie staan nu wel vol achting voor Mij en zeggen bij jezelf: wat moeten wij U, o Heer, vertellen, U, voor wie onze gedachten al bekend waren nog voor wij ze gedacht hadden, ja nog eerder dan een zon de stralen uit de wijde oneindigheid naar zich toe trok om deze dan weer met veelvoudig verhoogde kracht te laten uitstralen?
Hoofdstuk 123: Terugblik op de geschouwde levenssferen van tien geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Dat wil niet zeggen dat de aardse mens dit vanuit de planeten krijgt; de mens heeft dat allemaal van oorsprong in juiste mate in zich en kan het dus ook in zichzelf opwekken en op de juiste manier gebruiken. Wanneer echter de mens zich te fanatiek op een of ander gebied werpt, dan overschrijdt hij de mate van invloed van zo'n planeet omdat hij de invloedssfeer van de planeet die hij in zich draagt, teveel laat overheersen en zich geheel daaraan overgeeft. Juist door het opwekken van zijn bijzondere passie maakt hij ongehinderd de weg vrij voor de wisselwerking tussen de beide polariteiten, hetgeen niet moeilijk te begrijpen is voor degene die van mijn eerste uitleg over de oorzaak van het zien heeft onthouden dat niemand kan zien wat niet in hemzelf aanwezig is. Om juist die reden moeten zulke geesten de reis door de planeten maken en in zekere zin langs de wetenschappelijke ervaringsweg het vreemdsoortige weer daar deponeren, waar zij het vandaan hebben gehaald.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Kijk, Mijn lieve kinderen, zo luidt jullie geheime vraag en Ik antwoord jullie daarop het volgende: meteen bij het begin, toen we de wijzerplaat aan de buitenkant van onze klok hebben bekeken, of eigenlijk de buitenste sfeer van de geestelijke zon, heb Ik jullie gezegd dat de hemel en de hele geestelijke wereld zich niet zomaar ergens plaatselijk als verschijningsvorm vertoont, maar dat zij zich in de geesten zelf bevindt. Ofwel: de levenssfeer van een geest is de wereld die hij bewoont.
Hoofdstuk 123: Terugblik op de geschouwde levenssferen van tien geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Zo kunnen jullie ook in de sferen van weer andere geesten binnengaan, waar jullie weer heel andere vormen van de geestelijke wereld zouden zien, zowel in haar details als in het geheel. In dat licht bezien, kan Ik jullie op jullie vraag ook geen algemeen concreet antwoord geven, maar Ik kan jullie wel zeggen dat alles zich hier als volgt verhoudt: zoals het zaad is, zo is de vrucht; zoals het werk is, zo het loon; en zoals de liefde de basis voor de werken is, zo wordt ook de vorm van de wereld die zij geestelijk in zichzelf schept.
Hoofdstuk 123: Terugblik op de geschouwde levenssferen van tien geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] En zo wilde Ik jullie ook niet laten zien hoe de hemel, de geestelijke wereld of de hel eruitzien, maar alleen hoe dit alles zich ontwikkelt overeenkomstig de geaardheid van de liefde in de geest van ieder mens.
Hoofdstuk 123: Terugblik op de geschouwde levenssferen van tien geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Wat iemand ook maar zoekt, in welke situatie hij zich ook mag bevinden, in deze openbaring kan hij haarfijn achterhalen hoe het met hem gesteld is.
Hoofdstuk 123: Terugblik op de geschouwde levenssferen van tien geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Kijk, dat is in wezen niets anders dan dat Ik jullie zeg: aan de vorm of de verschijningswijze van de geestelijke wereld is op zich niets gelegen, als aan al deze eindeloos verschillende vormen en verschijningen maar een en dezelfde waarheid en een en hetzelfde doel ten grondslag liggen.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] En zo draagt ieder mens dan een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich, welke in hem opkomt en tenslotte uitgroeit tot een boom die de vorm van zijn innerlijke wereld is.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Want niemand zal ooit in een hemel komen die er zal uitzien zoals hij hem, op welke manier dan ook beschreven, met zijn voorstellingsvermogen in zijn geheugen heeft opgenomen. Iedereen draagt zijn eigen hemel en zijn eigen geestenwereld in zich, waarvan de vorm zich altijd zal richten naar de aard van de liefde die in hem is en naar de werken die daaruit zijn voortgekomen.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Daarom moet ook niemand zich vastleggen op een of andere verschijningsvorm, want dan komt hij altijd bedrogen uit. Als hij het geheel echter vanuit de geest der waarheid beschouwt, dan zal hij onder elke vorm de waarheid vinden en de weg en het leven!
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Wanneer jullie het evangelie erop naslaan, zullen jullie zonder moeite vinden met welke algemene beelden Ikzelf het hemelrijk heb voorgesteld. Onder de gelijkenissen vinden jullie die van het mosterdzaadje. Deze gelijkenis is nu juist die, welke hier het meest geschikt is. Klein is dit zaadkorreltje; wie ziet daarin die boomachtig grote plant? Toch draagt dit mosterdzaadje een hele oneindigheid zijnsgelijken in zich. Talloze volkomen gelijke mosterdzaadjes kunnen uit dat ene voortkomen. Zaait men echter talloze mosterdzaadjes in de aarde, dan zal men daaruit weliswaar louter dezelfde planten krijgen, maar van een zekere symmetrie van de vormen is geen sprake, want er zal niet een stam op de andere lijken; evenmin zullen jullie aan een en dezelfde boom twee volkomen identiek symmetrische bladeren aantreffen.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Iemand wil graag aan een vreemdeling de vorm van een appelboom duidelijk herkenbaar beschrijven en zegt tegen hem: kijk, daar voor ons staat een appelboom; onthoud goed hoe hoog en dik de stam is, waar zijn takken en twijgen zich precies bevinden en hoe de bladeren en de schors eruitzien, en dan zul je elke appelboom die volkomen aan deze vorm beantwoordt, herkennen. Aldus onderwezen, tekent de vreemdeling de vorm van de boom nauwkeurig na en gaat daarmee naar een grote boomgaard die bijna geheel uit appelbomen bestaat. Hij vergelijkt alle bomen met zijn getekende voorbeeld, maar vindt er niet één die er volkomen op lijkt, en daarom staat er volgens hem in deze boomgaard geen appelboom.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Dat zijn de op de materie gerichte mensen met hun nooit te stillen behoeften. Zij lijken op het struikgewas en de doornen. Ook al ontkiemt het woord aanvankelijk nog, toch zal het spoedig verstikken en de mensen zullen er daarna nog onverschilliger tegenover staan dan ervoor. Want eerst zeiden ze: zouden wij het op een werkelijk wonderbaarlijke wijze hebben ontvangen, dan wilden wij wel geloven en ernaar handelen. Ik kom echter ook aan deze wens tegemoet. Bijna overal strooi Ik het nu zoals hier wonderbaarlijk uit. Maar welke uitwerking heeft het? Hoogstens leidt het hier en daar tot wat politieke overwegingen; dat is dan ook alles. Of iemand zich echter daarnaar zou willen richten - deze goede aarde - waar is zij?
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Ik zeg: waar honderd miljoen mensen leven, is het al teveel gezegd als duizend mensen zich werkelijk levendig daarnaar zouden richten. Wat heb je daarbij aan tien- of honderdduizend mensen, die het wel echt gelovig aanhoren, maar het in praktijk brengen dag in dag uit voor zich uitschuiven, want zij zeggen: waarom zou men zich toch zo inspannen om een eeuwig leven te verkrijgen? Is er een eeuwig leven, zoals zij dat geloven, dan zal het toch niet zo moeilijk zijn om het te verkrijgen. Daarom er maar vrolijk op los geleefd en tenslotte toch zalig gestorven! Wat hebben we nog meer nodig?
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Daarom houdt het geloof op zich nooit stand als het niet door de daad tot leven komt; evengoed wordt met louter theorie zonder wezenlijke praktische oefening niemand een actief handelend mens.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896  ...