Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 886 van 1490

...  874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899  ...
[3] En allen stonden op na deze oproep van Kisehel. Toen zij allen gesterkt en bovenal vol goede moed op waren gestaan, wendde Kisehel zich tot Thubalkaïn en zei tegen hem:
Hoofdstuk 195: Thubalkaïns aanwijzingen om het goud te winnen. De intocht in de residentie van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] En jij, broeder Thubalkaïn, zult aan mijn zijde gaan en nog heden in het huis van je vader het bedongen loon ontvangen; want je weet dat in je vaders huis een groot aantal vrouwen en meisjes aanwezig is. Zie, deze zijn nu allemaal geheel gereinigd en jij zult uit dat grote aantal de juiste ontvangen! - Laten wij ons dus daarheen begeven! Amen.'
Hoofdstuk 195: Thubalkaïns aanwijzingen om het goud te winnen. De intocht in de residentie van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Toen zij de stad naderden, kwam een grote volksmenigte hen tegemoet en deze riep: 'Ere zij God in de hoge, omdat Hij van Lamech een ware koning heeft gemaakt!' Dat riep het volk nog tot diep in de nacht.
Hoofdstuk 195: Thubalkaïns aanwijzingen om het goud te winnen. De intocht in de residentie van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Kisehel zei nu tegen Sethlahem: 'Broeder, zie deze vrouwen! Behandel hen volgens het woord dat in jou is!'
Hoofdstuk 196: De voorbereidingen voor het feestmaal. Het overbrengen van de heilige tafel naar de troonzaal van Lamech. Kisehels woorden over de waarheid als bevrijding - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Vind je het goed om dit vertrek te vermijden en een andere grote ruimte te betrekken, die mij vriendelijker voorkomt dan juist deze, waar ik mij regelrecht als een god heb laten aanbidden.
Hoofdstuk 196: De voorbereidingen voor het feestmaal. Het overbrengen van de heilige tafel naar de troonzaal van Lamech. Kisehels woorden over de waarheid als bevrijding - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] In deze zaal voel je die hinderlijke druk juist heel sterk, maar dat is immers ook watje je het liefste zou moeten wensen! Die vreselijke herinneringen bedrukken je, en dat is goed; want juist die druk zal je vrijmaken.
Hoofdstuk 196: De voorbereidingen voor het feestmaal. Het overbrengen van de heilige tafel naar de troonzaal van Lamech. Kisehels woorden over de waarheid als bevrijding - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Die moet je in alles zoeken, dan zal het vuur van de waarheid het vuil in je verteren, en je geest zal vrij worden en in deze vrije geest zul je pas volledig weten wat eigenlijk de zonde is, en hoe het voor de Heer geen probleem is je tenslotte van al je zonden vrij te maken, ook al zou hun aantal groter zijn dan al het gras op aarde en het zand in de zee.
Hoofdstuk 196: De voorbereidingen voor het feestmaal. Het overbrengen van de heilige tafel naar de troonzaal van Lamech. Kisehels woorden over de waarheid als bevrijding - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Daarom zullen wij in deze zaal blijven en deze tafel voorlopig op de feestelijk versierde troon opstellen als getuigenis voor Degene van wie in de toekomst de eigenlijke heerserstroon zal zijn.
Hoofdstuk 196: De voorbereidingen voor het feestmaal. Het overbrengen van de heilige tafel naar de troonzaal van Lamech. Kisehels woorden over de waarheid als bevrijding - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] En Kisehel liet hem in het verheven geluk van zijn geest blijven, opdat deze machtige levende liefde tot God steeds dieper en vaster in hem zou worden.
Hoofdstuk 197: Lamechs grote, van liefde vervulde verering van God. Thubalkaïns verwondering. Kisehels woorden over het zuiverende vuur van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] 'Luister, grote, machtige vriend en broeder volgens jouw woord, waarlijk, als iemand mij gezegd zou hebben: `Morgen zal er uit de aarde een boom groeien wiens takken in de avond tot aan het uitspansel zullen reiken!', dan zou ik dat eerder voor mogelijk hebben gehouden dan deze plotselinge bekering van mijn vader!
Hoofdstuk 197: Lamechs grote, van liefde vervulde verering van God. Thubalkaïns verwondering. Kisehels woorden over het zuiverende vuur van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Ik zeg je: Alles moet eerst door het vuur gaan voordat het God in het hart en in de geest kan benaderen! Je bent weliswaar bekeerd, en dat is Lamech ook, en wel op wonderbaarlijke wijze; maar in deze fase van bekering lijken jullie nog op het ruwe erts zoals dat in de aarde wordt gevonden en in zekere zin als een verontreiniging ervan beschouwd kan worden. Wil het erts stevig en bruikbaar worden, dan moet het eerst door het vuur gaan.
Hoofdstuk 197: Lamechs grote, van liefde vervulde verering van God. Thubalkaïns verwondering. Kisehels woorden over het zuiverende vuur van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Door deze woorden schrok Thubalkaïn zo erg, dat hij ervan beefde en tenslotte nauwelijks stotterend de vraag kon uiten:
Hoofdstuk 197: Lamechs grote, van liefde vervulde verering van God. Thubalkaïns verwondering. Kisehels woorden over het zuiverende vuur van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Na deze woorden ging Kisehel naar Lamech toe, omarmde hem en zei toen tegen hem:
Hoofdstuk 198: Lamechs woorden over de overwinning en zijn deemoedige bekentenis. Kisehels beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Nooit in der eeuwigheid kan Lamech deze genade waardig worden, zelfs niet het geringste deel daarvan! Geef mij daarom een ander antwoord, o vrienden en broeders; want waarlijk, waarlijk, dit deugt niet voor een zondaar zoals ik!'
Hoofdstuk 198: Lamechs woorden over de overwinning en zijn deemoedige bekentenis. Kisehels beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Zulke mensen zijn vaak al de deugd zelve; maar zij hebben gewoonlijk nog één zwakke kant f maar weten echter niet dat deze zwakke kant eigenlijk zo sterk is, dat deze, als zij ook maar enigszins wordt aangeraakt, weldra alle goede kanten overmeestert en die zonder enige moeite overheerst en met zich meesleurt.
Hoofdstuk 199: Een valse Naëhme verschijnt als drogbeeld. De verzoeking en twijfel van Lamech en Thubalkaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899  ...