17481 resultaten - Pagina 887 van 1166
... 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 ...
[4] En de Heer zei: 'Zuriël, ik ken je oude trouw! En zie, hier aan Mijn zijde zit Lamech, die je kent; opdat hij echter een werkelijke broeder zal worden, moet je voor hem het geestelijk gedeelte van zijn vraag beantwoorden, namelijk of het volmaakte leven ook in de zuiverste geest al of niet gevoelig is voor pijn! Zie, dat is de reden dat Ik je heb geroepen; laatje broeder daarom zien hoe dat bij de geesten is! Amen.'Hoofdstuk 73: Zuriël bewijst dat ook de geest pijn kent. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Lamech slaakte in zijn geest een kreet en riep luid: 'Maar om 's Heren wil, - wat doe je met me?! Je knijpt mijn hand fijn en bezorgt me ontzettende pijn!'
Hoofdstuk 73: Zuriël bewijst dat ook de geest pijn kent. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Neen, voor zo'n les bedank ik graag voor de hele verdere toekomst, want mijn hand brandt nog alsof ik hem in gloeiende ijzer houdt! O Heer, neem toch mijn pijn weg, anders word ik wanhopig!'
Hoofdstuk 73: Zuriël bewijst dat ook de geest pijn kent. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar waarom is dat zo? - Omdat de geest die in de volledig absolute toestand verkeert, in een overeenkomstige wisselwerking met de oerkrachten treedt en hun kracht reeds van grote afstand - zowel wat tijd alsook wat ruimte betreft - moet waarnemen want zonder die waarneming zou hij heel gemakkelijk in een niet te verlossen gevangenschap kunnen geraken, waarin het hem nog beduidend veel erger kan vergaan dan jou overkomen is onder mijn handdruk!
Hoofdstuk 74: Over het wezen van het leven. De oorzaak van het voelen van pijn en van geluk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na deze woorden vroeg Henoch aan Lamech: 'Broeder Lamech, heb je mijn woorden wel begrepen?'
Hoofdstuk 76: De drie kanten van iedere omstandigheid in het leven, die berusten op het natuurlijk-menselijke, het geestelijk-menselijke en het goddelijk-menselijke. De ondoorgrondelijkheid van de laatste geheimen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En Lamech antwoordde: 'Ja, broeder Henoch, de Heer zij alle lof, alle prijs en eer en alle dank en al mijn liefde! Tot nu toe is er niets in jouw woorden voorgekomen wat ik niet meteen ten volle heb begrepen; mocht je echter nog iets over het vermogen van de geest om pijn te lijden, en wat pijn in wezen eigenlijk is, willen uitleggen, dan vraag ik je, geliefde broeder, daar nog iets meer over te willen vertellen, want je woorden zijn helder en verkwikken mij buitengewoon!'
Hoofdstuk 76: De drie kanten van iedere omstandigheid in het leven, die berusten op het natuurlijk-menselijke, het geestelijk-menselijke en het goddelijk-menselijke. De ondoorgrondelijkheid van de laatste geheimen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] 'Lamech, mijn geliefde broeder! Zie, iedere omstandigheid waarin en waardoor wij eigenlijk leven, heeft drie kanten: de ene is de natuurmatig-menselijke, de andere is de geestelijk-menselijke en de derde is de goddelijk-menselijke.
Hoofdstuk 76: De drie kanten van iedere omstandigheid in het leven, die berusten op het natuurlijk-menselijke, het geestelijk-menselijke en het goddelijk-menselijke. De ondoorgrondelijkheid van de laatste geheimen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] De Heer ging ook staan en zei daarop tegen Lamech: 'Sta op, Mijn geliefde zoon Lamech! Ik kijk alleen naar je hart, en niet naar je knieën; is je hart in orde, dan is dat ook het geval met heel het overige lichaam. Je hart is nu volkomen in orde; dan zal je lichaam dat ook zijn!
Hoofdstuk 77: De inwijding van koning Lamech tot opperpriester van de bergtempel. De troostvolle belofte van de Heer dat Hij voortdurend aanwezigheid zal zijn in de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Ik zal dan Zelf vanuit de tempel een zeer belangrijke leer geven aan het volk dat Mij hierheen is gevolgd met liefde en grote belangstelling, omdat het Mij niet herkende en Mij in de geest zeker nog inniger zal volgen als het Mij heeft herkend!
Hoofdstuk 77: De inwijding van koning Lamech tot opperpriester van de bergtempel. De troostvolle belofte van de Heer dat Hij voortdurend aanwezigheid zal zijn in de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Ja, mijn geliefde broeders en zusters! Met deze Man is iets eindeloos verhevens, allerwonderbaarlijks aan de hand, hetgeen voor jullie opgewonden gemoederen niet zonder schade met één woord kan worden uitgesproken! Daarom vraag ik jullie allen: luister rustig naar mij en verneem het grootste, het allerhoogste!
Hoofdstuk 78: Lamechs woorden tot het volk dat zich om de tempel verzameld heeft. Over de zichtbare bezoeken van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Jullie waren aanwezig toen de tempel beneden voor de waardige opname van de allerhoogste naam van Jehova ingewijd en levendig gezegend werd, opdat daardoor mijn grote schande bedekt werd, die ik aan de allerhoogste en allerheiligste naam begaan had!
Hoofdstuk 78: Lamechs woorden tot het volk dat zich om de tempel verzameld heeft. Over de zichtbare bezoeken van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Maar wie was de arme Man die 's avonds bij ons kwam en die mijn dienaren niet eens binnen wilden laten in de eetzaal, zodat ik zelf naar buiten moest om hem te verlossen van de mishandelingen van de zijde van mijn dwaze dienaren en hem vervolgens naar mijn tafel te begeleiden?
Hoofdstuk 78: Lamechs woorden tot het volk dat zich om de tempel verzameld heeft. Over de zichtbare bezoeken van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] O Vader, neem mijn onvolkomen werk genadig aan alsof het iets betekent in Uw ogen, en moge Uw eeuwig hoogste en heilige liefde en wijsheid mijn grove fouten verbeteren, die ik tegenover U en de arme broeders en zusters nog altijd heb begaan!'
Hoofdstuk 79: De aanstelling van Henoch en de beide Lamechs als eerste leiders van het hele volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Hier onderbrak de Heer Lamech en zei tegen hem: 'Luister, Mijn zoon Lamech, - van degene die zoals jij zijn fouten erkent, zijn ze allang weggenomen, en hij is voor Mij als een opgaande morgenster, die een helder lichtende aankondiger is van de naderende zonsopgang! Dat ben jij nu ook en dat zul je voortaan blijven!
Hoofdstuk 79: De aanstelling van Henoch en de beide Lamechs als eerste leiders van het hele volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Maar Ik zeg je: je hebt buitengewoon goed en volkomen volgens Mijn wil tot je broeders en zusters gesproken; daarom zal Ik dan ook nu naar hen toe gaan en Mijzelf aan hen openbaren als de Heer en Schepper van de hemel en alle werelden en als de enig ware en meest liefdevolle Vader van al Mijn ware kinderen!
Hoofdstuk 79: De aanstelling van Henoch en de beide Lamechs als eerste leiders van het hele volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)