Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 888 van 1088

...  876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901  ...
[12] Nu kennen jullie de gehele gang van zaken en de uiteindelijke bestemming van de kindergeesten-engelen en dus ook de geestelijke inrichting van de zon. En dus is ook mijn leraarsambt voor jullie ten einde. Keren jullie daarom weer terug naar de plaats waar de Heer Zelf op jullie wacht!
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] De Heer: nu zijn jullie weer hier. Zouden jullie Mij niet in je gemoed willen mededelen wat jullie bij Mijn Johannes allemaal hebben gezien, ervaren en dus hebben geleerd? Jullie staan nu wel vol achting voor Mij en zeggen bij jezelf: wat moeten wij U, o Heer, vertellen, U, voor wie onze gedachten al bekend waren nog voor wij ze gedacht hadden, ja nog eerder dan een zon de stralen uit de wijde oneindigheid naar zich toe trok om deze dan weer met veelvoudig verhoogde kracht te laten uitstralen?
Hoofdstuk 123: Terugblik op de geschouwde levenssferen van tien geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Wie dit voorbeeld vanuit dit gezichtspunt opvat, zal daaruit toch zeker de conclusie trekken dat aan de symmetrische vorm, die men een blijvende of constante zou kunnen noemen, niets is gelegen. Want of een blad op het ene of het andere plekje van de stam, tak of twijg groeit, of het wat groter of kleiner is of dat de stam zelf hoger opgroeit of lager blijft, meer of minder takken en twijgen schiet en altijd anders gestructureerd is, dat maakt allemaal niets uit, als de bestanddelen van de plant en de bruikbaarheid ervan maar een en dezelfde blijven.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Want niemand zal ooit in een hemel komen die er zal uitzien zoals hij hem, op welke manier dan ook beschreven, met zijn voorstellingsvermogen in zijn geheugen heeft opgenomen. Iedereen draagt zijn eigen hemel en zijn eigen geestenwereld in zich, waarvan de vorm zich altijd zal richten naar de aard van de liefde die in hem is en naar de werken die daaruit zijn voortgekomen.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Kijk eens naar jullie tijd, lijkt ze niet op de zaaier en op het hemelrijk?
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Al zou Ik alle engelen van de hemel naar de aarde zenden en door hen het woord des levens overal op de meest wonderbaarlijke wijze laten verkondigen, dan zullen de mensen het vandaag, morgen en overmorgen ontroerd aanhoren en aannemen, maar naderhand zullen zij beginnen het wonder geheel onverschillig te beschouwen en zullen daarbij als voorheen weer achter hun wereldse zaken aanhollen.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Daar hebben we dan ook meteen de stenige en zandige grond. Deze neemt het zaad wel op en de helft ervan komt ook wel op, maar omdat de grond geen vocht bevat gaat datgene wat opgekomen is tenslotte weer te gronde!
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Iemand wil graag aan een vreemdeling de vorm van een appelboom duidelijk herkenbaar beschrijven en zegt tegen hem: kijk, daar voor ons staat een appelboom; onthoud goed hoe hoog en dik de stam is, waar zijn takken en twijgen zich precies bevinden en hoe de bladeren en de schors eruitzien, en dan zul je elke appelboom die volkomen aan deze vorm beantwoordt, herkennen. Aldus onderwezen, tekent de vreemdeling de vorm van de boom nauwkeurig na en gaat daarmee naar een grote boomgaard die bijna geheel uit appelbomen bestaat. Hij vergelijkt alle bomen met zijn getekende voorbeeld, maar vindt er niet één die er volkomen op lijkt, en daarom staat er volgens hem in deze boomgaard geen appelboom.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Niemand wil echter serieus de wegen bewandelen die hem rechtstreeks naar de plek zouden voeren waar hij met Mijzelf in contact zou komen om uit Mijn mond een levende leer te ontvangen, die hem dan tot goede aarde zou kunnen omvormen.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Kijk eens naar een boom. Zijn wezen, zoals het zich voordoet, schetst jullie het hele wezen van de geestenwereld in zijn relatie tot de natuurlijke wereld in de overeenstemmende verschijningsvorm.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Daarop zegt echter de heer van de talenten: 'Hé, jij ondeugende knecht! Als jij wist dat ik een onrechtvaardig man ben en wil oogsten terwijl ik niet heb gezaaid, waarom bracht je het talent dan niet naar een wisselaar, die mij daarop woekerrente zou hebben gegeven?'
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] We hebben in de voorgaande verhandeling voor ieders oog een treffend beeld neergezet, waarmee iedereen vanuit de uiterlijke verschijningsvorm zonder enige moeite tot de innerlijke betekenis kan komen. Aangezien dit terrein echter heel groot is en de verschijningsvormen daarop talloos zijn, heeft de mens nooit teveel aan juiste beelden om zich in iedere situatie van zijn aardse bestaan goede raad te kunnen verschaffen. Daarom zullen wij naar een ander, op zich weliswaar heel eenvoudig, maar inhoudelijk des te rijker en algemener beeld overgaan om onze zaak toe te lichten.
Hoofdstuk 127: Een mensenkind als beeld van het hemelrijk en het universum - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] In de romp bevindt zich het hart als basis van het leven en het allerduidelijkste beeld van de liefde. Deze liefde is voortdurend werkzaam en voert het voedsel naar alle delen van het lichaam.
Hoofdstuk 127: Een mensenkind als beeld van het hemelrijk en het universum - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Dicht bij zich heeft deze liefde de maag. Deze is de gastvrije keuken, waarin de liefde met haar vuur de spijzen kookt en deze dan, heerlijk toebereid, naar alle delen van het lichaam stuurt.
Hoofdstuk 127: Een mensenkind als beeld van het hemelrijk en het universum - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Hoe prachtig toont het beeld van deze twee keukens, waar het actieve hart zich middenin bevindt, hoe het geestelijke in het natuurlijke ingrijpt om dat te vergeestelijken, en als zodanig naar een hogere bestemming te leiden. En dat alles geschiedt door de steeds actieve bemiddeling van het hart, dit meest getrouwe beeld van de liefde!
Hoofdstuk 127: Een mensenkind als beeld van het hemelrijk en het universum - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901  ...