Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 889 van 1110

...  877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902  ...
[1] En kijk eens verder! Scharen van ernstige maar blijmoedige mensen komen reeds uit de honderden poortjes toestromen en haasten zich hierheen. Kijk toch eens naar die prachtige mensen; hoe onbeschrijflijk mooi zijn hun vormen en welk een zachtheid en harmonische innemendheid is er in al hun lichaamsdelen! De man onderscheidt zich slechts van de vrouw door een bescheiden baard en door de platte borst; voor het overige is hij eveneens heel zacht en teder, maar zijn gestalte als geheel is volkomen manlijk. Zijn hele kleding bestaat, zoals jullie zien, enkel uit een hemd dat tot even onder de knie reikt. Het hemd van de man is lichtblauw van kleur en heeft een glans zoals bij jullie de veren om de hals van een pauw. De vrouw draagt slechts een rozerode schort rond haar heupen, die tot aan haar kuiten reikt, zodat dit schort haar buik en ook haar dijen en zitvlak bedekt. Haar bovenlichaam is gedeeltelijk vrij en wordt slechts door het overvloedige lichtgoudglanzende haar bedekt.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Jullie kunnen je er echter spoedig van overtuigen dat het er hier buitengewoon levendig toegaat. We zullen door de ons bekende handeling het hout op het altaar laten branden, waarna de ruimten van dit wijd uitgestrekte plateau zich weldra vanuit alle kanten zullen beginnen te vullen.
Hoofdstuk 56: Waarom is men te midden van alle pracht zo alleen? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Jullie zouden graag willen weten of deze mensen hier enig vermoeden hebben van onze aanwezigheid of dat zij misschien wel in staat zijn om ons te zien. Ik zeg jullie: voorlopig is noch het een noch het ander het geval, maar we zullen ons aan hen laten zien en ook met hen in gesprek gaan en wel met de bedoeling dat jullie hier alles leren kennen, zodat jullie weten hoe het er hier toegaat. Want na het verblijf op deze plaats zullen we spoedig deze wereld verlaten en nog een bezoekje brengen aan het glanzende oppervlak van jullie zon.
Hoofdstuk 56: Waarom is men te midden van alle pracht zo alleen? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Met jullie lichamelijke ogen zouden jullie slechts een heel klein gedeelte in een keer kunnen overzien, want de afmetingen zijn voor de pupillen van een menselijk oog te groot, zodat alles aan alle kanten te klein zou worden en in de ruimte zou vervagen. Hieruit kunnen jullie toch zeker de conclusie trek-ken dat het er in de vrije tijd in al deze ruimten en in heel de wijde omstreken heel levendig toegaat.
Hoofdstuk 56: Waarom is men te midden van alle pracht zo alleen? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Bovendien is het vooral hier noodzakelijk dat jullie deze bijzonder mooie mensen niet te zien krijgen voordat jullie aan de zo verheven dingen die van allerdiepste betekenis zijn, enigszins gewend zijn geraakt. Want zouden wij dadelijk met deze wonderbaarlijk mooie mensen in contact treden voordat jullie alle andere belangrijke zaken hebben aanschouwd en op een voor jullie zinvolle manier hebben bekeken, dan zouden jullie door deze mensen zo in vervoering raken dat jullie niets meer om alle andere, nog zo verheven mooie en betekenisvolle zaken zouden geven! Om juist die reden moet ik jullie dan ook naar een plaats brengen op een tijdstip dat de bewoners daar gewend zijn een rustperiode te houden.
Hoofdstuk 56: Waarom is men te midden van alle pracht zo alleen? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Neem dit plateau waarop we ons nu bevinden maar eens goed in ogenschouw, en dan zullen jullie moeten toegeven dat het groot genoeg zou zijn om plaats te bieden aan een van de grootste steden van Europa. En toch beslaat het nauwelijks een kwart van het gelijkvloerse gedeelte van dit gebouw. Daarom kunnen we zoiets groots ook slechts met onze geestelijke ogen gemakkelijk overzien en op die manier wordt het voor ons ook draaglijk.
Hoofdstuk 56: Waarom is men te midden van alle pracht zo alleen? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Want jullie zullen op aarde niet licht een plaats aantreffen die dichter bevolkt is dan deze waarop we ons nu bevinden. En jullie kunnen rustig aannemen dat zich in dit gebouw meer dan tien miljoen mensen ophouden, want van de grootte van dit gebouw hebben jullie vanuit de verte al een beetje een idee gekregen.
Hoofdstuk 56: Waarom is men te midden van alle pracht zo alleen? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Maar 's zomers moet de vegetatie het oppervlak van de aarde met bonte kleuren bedekken. Door deze wijze voorziening wordt het werkzaamste deel van de intensieve zonnestraal geabsorbeerd en alleen het milde deel ervan kaatst vanaf het bontgekleurde aardoppervlak weer terug. Jullie zouden ook een soortgelijk fenomeen kunstmatig in het klein kunnen uitproberen en daarvoor reik ik jullie het volgende aan:
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Men zou hier inderdaad kunnen zeggen: waarom zijn er op zo'n centrale zon nog zoveel lichtgevende voorwerpen? Het zou voor het oog weldadiger zijn als er een vermindering in plaats van zo'n versterking van het licht zou zijn. Ik zeg jullie: daarvoor is juist gezorgd door de opstelling van zulke krachtig schijnende voorwerpen. Dat is, zeggen jullie, niet zo gemakkelijk te begrijpen. Maar ik zeg jullie dat dit heel natuurlijk is en gemakkelijk kan worden begrepen. Op welke manier dan? Daarvoor, mijn lieve vrienden, zijn er op aarde ook al een heleboel voor de hand liggende voorbeelden, zowel op natuurlijk als op geestelijk gebied.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Ziezo, dat is dus de vloer waarop we nu staan; hij is als het machtig stralende etheroppervlak van een zon, en toch zo hard als diamant. Wat zeggen jullie van deze eindeloze pracht? Jullie zijn sprakeloos en kunnen geen woord uitbrengen. Ja, mijn lieve vrienden en broeders, dat is ook volkomen begrijpelijk want waar het ons, aan licht gewende geesten van de hemel, moeilijk wordt om te spreken, zal het voor jullie toch zeker nog veel moeilijker worden, daar jullie nog nooit van een soortgelijke, onmetelijke, overvloedige lichtverhevenheid in je gemoed iets te zien hebben gekregen.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Hoe meer werelds gedoe, des te minder geestelijke vooruitgang; hoe minder werelds gedoe, des te vlugger de voortgang van de geest. Zonder enig werelds gedoe kan echter uit ieder mens een Cornelius groeien. Meer hebben jullie niet nodig; open daarom het poortje en klim naar de lichte, vrije ruimte!
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] We zijn in het rondeel bij het altaar. Zoals jullie zien, zijn we ook hier nog, zoals jullie plegen te zeggen, moederziel alleen. Jullie zeggen nu weliswaar: het is toch werkelijk vreemd op deze wereld; waar we ook maar komen, ontdekken we wel de grootste pracht, waaruit ook de hoogst denkbare wijsheid spreekt, maar de mensen lijken hier alsmaar een eeuwigdurende rustdag te hebben en naast hun grote pracht in hun vertrekken te zitten. Het zou toch aangenaam en buitengewoon opbeurend zijn om ook maar één stel samen te zien wandelen; maar nu ziet men niets anders dan dode pracht waaraan het leven bijna geheel lijkt te ontbreken. Zo zijn we ook hier op dit open plateau door louter wonderen van menselijke vermetelheid en wijsheid omgeven, maar de bouwmeesters zijn, God mag weten waar, verborgen.
Hoofdstuk 56: Waarom is men te midden van alle pracht zo alleen? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Maar kijk nu nog eens naar het midden van dit grote open terras. Daar verheft zich nog een machtig groot zuilenrondeel dat aan de bovenkant met een donkerrood stralende kroon is bedekt. Deze kroon wordt gedragen door dertig zuilen, die twee klafter van elkaar af staan. In het midden van dit zuilenrondeel ontdekken jullie een karmijnrood altaar, waarop het ons bekende dwars over elkaar gestapelde hout ligt. Daarheen zullen we ons ook meteen begeven, en goed opletten wat zich op deze prachtige open vlakte nog allemaal zal afspelen. Tevens maak ik jullie er ook nog op attent dat juist dit geweldige zuilenrondeel, waarvan de zuilen een helder lichtblauwe kleur hebben, de twaalfde verdieping van dit gebouw vormt, die jullie tot nu toe gemist hebben en vanuit de verte hebben gezien. Nu we op deze plek klaar zijn, begeven we ons dadelijk naar het rondeel en wachten daar af wat zich voor onze ogen zal afspelen. - Daar gaan we dan.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Geestelijk gezien moet dit echter ook juist zijn. Waarom wel? Omdat het in geestelijke zin eerder voorhanden moet zijn dan in de natuur. Is het geestelijk juist, dan is ook het onomstotelijke bewijs voor de natuurlijke juistheid geleverd. Zou het moeilijk zijn om de geestelijke juistheid te bewijzen? O nee! Jullie zelf hebben daarvoor al een heel goed spreekwoord dat in deze aangelegenheid meer dan voldoende duidelijkheid verschaft. Dit spreekwoord luidt: Ex omnibus aliquid et in toto nihil. In de zielenlichtkamer van een mens die in alle vakken van het menselijk weten bedreven wil zijn zal het zeker heel bontgekleurd stralen. Worden echter al deze stralen gebundeld dan zullen ze, om 's nachts een vertrek te verlichten nauwelijks meer kracht hebben dan hoogstens die van glimwormpjes. Ook geestelijk gezien zal zo'n effect heel duidelijk tot uiting komen, want zulke veelzijdig wetenschappelijk ontwikkelde mensen zijn, evenmin in de afzonderlijke delen als in het geheel, bekwaam om over een en ander een in alle opzichten bevredigende mening ten beste te geven.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Plaats 's nachts midden op een tafel een heel fel schijnende lamp. Wanneer jullie naar deze ene lamp kijken, zal haar licht pijn doen aan jullie ogen. Maar als jullie wat meer lampen om de witvlammende heen zetten en jullie plaatsen over hun witte vlammen verschillend gekleurde glazen cilinders, dan zullen jullie licht van allerlei kleuren krijgen, dat wil zeggen dat elk van de lampen die rondom de witvlammende staan een anders gekleurd licht zal uitstralen. Maar welk effect zal dat hebben? Het effect is, dat jullie zonder enig probleem in het licht van de witte lamp in het midden kunnen kijken, waarbij het jullie zal voorkomen alsof het in jullie kamer bij het branden van minstens tien lampen donkerder is geworden dan eerst bij het branden van die ene witte lamp. Dat dit juist is, toont jullie dagelijks de hele natuur, zoals ook de daaruit geputte ervaring dat doet op de manier zoals ik jullie zo-even verteld heb.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902  ...