Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 889 van 1490

...  877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902  ...
[15] Na deze woorden begonnen de rebellen pas echt te tieren en te vloeken, zodat dat lawaai Lamech weer wekte.
Hoofdstuk 204: De strijd met de rebellen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Sommigen vloekten nog, maar anderen maanden hen tot berouw. En zo kwam deze opstand spoedig tot een eind en keerde de rust weer.
Hoofdstuk 204: De strijd met de rebellen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Na deze lof, dank en dit verzoek ging Kisehel naar beiden, die nog op de grond lagen, toe, hief hen op en zei vervolgens tegen hen:
Hoofdstuk 205: Lamechs en Thubalkaïns dank voor de kracht van God in de mens. Kisehel woorden over de verzoekingen van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Deze gelukkige toestand zal eens na het afvallen van het lichaam zeker volgen, maar kan ook al gedurende het leven met recht ten deel vallen aan degene die in alles enkel en alleen de goddelijke wil tot enige richtsnoer heeft genomen.
Hoofdstuk 205: Lamechs en Thubalkaïns dank voor de kracht van God in de mens. Kisehel woorden over de verzoekingen van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Maar hoe kan zoiets gebeuren? - Op de gemakkelijkste manier van de wereld! Men hoeft alleen maar geen enkele waarde aan het wereldse te hechten, en aan God meer dan al het andere; men moet niets beminnen wat ook maar van de wereld is, maar alleen God boven alles liefhebben en vanuit deze heilige liefde al zijn medemensen als zijn broeders en zusters beschouwen, - en dan is de hele, moeilijk lijkende levensopgave volledig geklaard!
Hoofdstuk 205: Lamechs en Thubalkaïns dank voor de kracht van God in de mens. Kisehel woorden over de verzoekingen van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Als echter iemand daar tegenin zou willen gaan en zeggen: 'Ja, dat is gemakkelijker gezegd - dan op de juiste manier gedaan!', dan zeg ik niets anders dan: Vriend, ondervind je dan zoveel goeds van deze wereld, datje haar daarom acht en liefhebt, en haar niet durft te treden met je voeten, die onsterfelijk zullen gaan worden?
Hoofdstuk 205: Lamechs en Thubalkaïns dank voor de kracht van God in de mens. Kisehel woorden over de verzoekingen van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] `Nu, jij mens, ik heb je vanuit mijn kracht geschapen en ik zeg je, je bent vrij en je kunt doen wat je wilt!' Zal nu deze door jou geschapen mens werkelijk reeds vrij zijn? – O, neen, want hij weet immers nog niet wat vrijheid is!
Hoofdstuk 206: Lamechs gedachten van twijfel over het wezen van de begeerte en de verzoeking. Kisehels verklaring van de vrijheid van de menselijke wil aan de hand van een voorbeeld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden van Kisehel was Lamech weliswaar veel opgewekter, maar toch als iemand die graag echt vrolijk wil zijn, maar daarbij niet kan verbergen dat hij een zeer nauwe schoen aan zijn voet heeft, die voortdurend knelt.
Hoofdstuk 207: Lamechs verdriet over het feit dat de mens niets verdienstelijks kan doen voor God. Kisehel wijst op de deemoed als begin van de zuivere liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] En toch zou ik dat alles graag alleen vanwege God doen - en niet op deze manier noodgedwongen vanwege mijn eigen welzijn!
Hoofdstuk 207: Lamechs verdriet over het feit dat de mens niets verdienstelijks kan doen voor God. Kisehel wijst op de deemoed als begin van de zuivere liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Deze woorden brachten Kisehel tot verbazing, en hij wist werkelijk niet meteen wat hij daarmee aan moest; maar toen Mijn geest voor dit doel weer over hem kwam, troostte hij Lamech met de volgende woorden:
Hoofdstuk 207: Lamechs verdriet over het feit dat de mens niets verdienstelijks kan doen voor God. Kisehel wijst op de deemoed als begin van de zuivere liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Toen Lamech dat van Kisehel had vernomen, was hij zeer verheugd en blij en zei daarop tegen Kisehel: 'Machtige vriend en broeder! De almachtige, eeuwige God en Schepper van alle hemelse krachten, van deze aarde en al hetgeen in haar, op haar en boven haar is, leeft, ademt en denkt, zij voor eeuwig al mijn liefde, eer en aanbidding, omdat Hij zo barmhartig is en zo bovenal genadig, dat Hij nu door jou tot mij heeft gesproken en mij de juiste weg van het leven heeft getoond!
Hoofdstuk 208: Lamechs gelofte en liefdesverbond met de Heer. Kisehels getuigenis over de satan, de onzichtbare, grootste vijand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Deze grote vijand is nu nog zeer machtig, en zijn rijk is nog mateloos groot; daar hij heel goed weet hoe groot de goddelijke vaderliefde en het geduld zijn, zondigt hij er te allen tijde op los, omdat Gods erbarmen hem zijn vrije wil nog heeft laten behouden, alsook zijn rijk.
Hoofdstuk 208: Lamechs gelofte en liefdesverbond met de Heer. Kisehels getuigenis over de satan, de onzichtbare, grootste vijand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] En zie, lieve broeder, met deze vijand hadden wij allereerst te maken en wij moesten hem van tevoren geheel overmeesteren, alvorens wij jou maar konden benaderen om je te redden; en zo hebben wij ter wille van jou een grote en zeer harde strijd moeten doorstaan!
Hoofdstuk 208: Lamechs gelofte en liefdesverbond met de Heer. Kisehels getuigenis over de satan, de onzichtbare, grootste vijand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Voor Hem die de aarde kon scheppen, zal het toch niet te moeilijk zijn om die poelen droog te maken, als Hij dat wil! Dat heeft Hij gewild, te en zie, daarom is het zoals Hij het gewild heeft! Ben je nu tevreden met deze opheldering?'
Hoofdstuk 209: Het bezoek aan de tempelplaats. De door de Heer gezegende ijver van de goudbewerkers van Thubalkaïn. Bezigheid als middel tot instandhouding en versterking van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Daarna vroeg hij Kisehel de spijzen en de drank voor deze gasten te zegenen; en dat deed Kisehel.
Hoofdstuk 210: De aankomst van de arbeiders die voor de bouw van de tempel opgeroepen zijn. Het visioen van Mura, de bouwmeester. Hij wordt door Lamech beloond en aangesteld als tempelbouwmeester - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902  ...