Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 890 van 1037

...  878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903  ...
[6] De tocht wordt nu voortgezet en in korte tijd wordt de top van de berg bereikt, waar het bekende grensmonument staat. Hier wordt weer een korte pauze gehouden. Nu treedt keizer Karel naar voren en zegt: 'Heer en Vader, kijk eens naar dit gedenkteken. Het is een werk uit mijn aardse tijd. De reden om het daar te plaatsten waren de aanhoudende schermutselingen aan de grens. Om daar een eind aan te maken heb ik op bijzonder omstreden plaatsen grenspalen laten zetten. Hier en daar heeft men ze dan ook ter ere van mij geplaatst. Zegt U mij, arme zondaar, of ik daarmee wel goed heb gehandeld?'
Hoofdstuk 106: Het heilige gezelschap verlaat Wenen en trekt in de richting van de Alpen. Bij de Semmering. De Heer over grenspalen en over het land en het volk van Stiermarken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Keizer Jozef komt naar voren en zegt tegen Mij: 'Heer, ik ben enkele keren over deze berg gereden en heb opdracht gegeven het een en ander aan deze weg te verbeteren want voor mijn tijd kon men menige weg niet zonder levensgevaar met een wagen berijden. Toentertijd protesteerden de mensen heftig en schreeuwden zich hees. De zogenaamde wijzen zeiden: 'Ja, ja, maak de weg maar mooi effen, glad en breed, zodat de duivel minder moeite heeft op zulke helse wegen rond te rijden!' In mijn tijd zag men namelijk een brede weg nog heel vaak aan voor een, die naar de hel zou leiden. In Wenen waren er zelfs mensen die in een brede straat geen woning zouden hebben betrokken, al zouden ze er voor betaald worden. Het aanhalen van deze dwaasheid van de mensen is voldoende om te laten zien wat een moeite het mij heeft gekost om de mensen tot andere inzichten te brengen.
Hoofdstuk 106: Het heilige gezelschap verlaat Wenen en trekt in de richting van de Alpen. Bij de Semmering. De Heer over grenspalen en over het land en het volk van Stiermarken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Nu komen de keizers Jozef, Leopold en Frans naar Mij toe en smeken Mij om de bijzondere zegen voor het Huis van Oostenrijk en voor alle volkeren van deze staat. Op het wijze verzoek van deze drie voormalige vorsten geef Ik deze zegen en zeg:
Hoofdstuk 104: Zegenbede voor de maaltijd. Over Swedenborg. Zegening van het Habsburgse huis. Invloed van geesten en engelen op mensen. Grondwet van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] We zouden ons hier in deze stad nog wel enige tijd kunnen ophouden, ook het regerende Huis bezoeken en het zegenen voor alle tijden, maar niemand vraagt ons daarom. Dus zij het maar eenvoudig gezegend door onze aanwezigheid in deze stad, waardoor het er toch nog beter aan toe is dan alle andere vorstenhuizen van de gehele wereld. Dit Huis zal weliswaar nog een proef krijgen te doorstaan, maar dan zal het tot zegen van Europa worden verheven! Wij zijn hier klaar en begeven ons nu op weg voor de voorgenomen verdere reis naar het zuiden.'
Hoofdstuk 104: Zegenbede voor de maaltijd. Over Swedenborg. Zegening van het Habsburgse huis. Invloed van geesten en engelen op mensen. Grondwet van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] We zullen ons daarom niet langer in deze plaats ophouden, maar ons naar een andere stad begeven, waarvan Ik jullie de naam pas zal noemen als we in haar nabijheid zijn.'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Niet voor niets zei U al door de mond van de profeet Jesaja: 'Dit volk eert Mij met de lippen, maar zijn hart is verre van Mij.' Niet voor niets schonk U de zondares Magdalena grote genade, want zij liet haar hart naar U uitgaan, en niet voor niets riep U de zondaar ZacheĆ¼s uit de moerbeiboom, want zijn liefde voor U deed hem in de boom klimmen. O Vader, U was steeds liefde, en alle zondaars die in hun hart Uw naam aanriepen, zijn niet beschaamd. Maar huilen en weeklagen zullen allen die hun hart van U hebben afgekeerd en zich niet opnieuw tot U willen wenden, hetgeen ze toch gemakkelijk zouden kunnen!'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] U bent het enige plechtanker voor allen die op de stormachtige golven van het leven van de ene klip naar de andere worden geslingerd. Zo is het ook Uw streven om volgens Uw heilige orde zelfs de onheilbrenger terug te brengen tot het juiste inzicht en alles weer in orde te maken wat al bedorven was. U zoekt steeds het verloren schaap, U neemt elke dag een zeer groot aantal verloren zonen op en U roept dode Lazarussen uit hun graven tot leven!
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] De koning stond de veroordeelde dit verzoek toe en deze sprak tot het volk: 'Beste vrienden en broeders! Mor niet over jullie vader, die bezorgd is om jullie eigen bestwil. Als jullie denken dat hij om mijnentwil zo streng en rechtvaardig is, dan vergissen jullie je deerlijk! Uit grote liefde voor jullie is hij in alles zo streng. Ik heb jullie weliswaar goede diensten bewezen, maar ik had jullie ook knollen voor citroenen kunnen verkopen. Al was het in mijn geval geen kwade opzet om de heilzame wet van de koning te overtreden, toch was het een strafbare nalatigheid van mij om te weinig naar de wetten te informeren, waardoor ik geen acht heb geslagen op de liefde en de zorg van onze wijze vader. Daarom krijg ik deze straf heel terecht. Prijs en bemin daarom de wijze koning als een om jullie welzijn bekommerde vader, dan zullen jullie hem daardoor in je hart de beste tol betalen!'
Hoofdstuk 102: Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Nu is Peter niet meer tegen te houden, valt in Mijn armen en weent van overgrote liefde. Ik omarm hem ook en zeg: 'Mijn broeder, jij houdt erg veel van Mij, maar Ik houd nog veel meer van jou! Kijk naar deze wederliefde van Mij en zeg Me, of je daarmee tevreden bent?'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ondertussen roep Ik de officier bij Mij en vraag hem: 'Hoe is het jou nu te moede?' De officier antwoordt: 'Heilige Vader, oerbron van de zuiverste liefde! Ik voel mij buitengewoon hemels en kan het van liefde voor U niet meer uithouden! O, laat U ook door mij omarmen; ik word machtig naar U toe gedreven! O Vader, doe met mij wat U wilt, maar belet mij niet om U, liefde van alle liefde, te omarmen, want mijn hart dringt mij daartoe!'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Daarop stuur Ik Helena en Mathilde naar de vrouwen toe, met wie de officier Peter eerst problemen had en van wie er een Mij een zilveren relikwiekruis cadeau wilde geven. Beiden beginnen meteen met het hun toevertrouwde liefdewerk en oogsten ook de beste resultaten.
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De officier zegt: 'Ja, nu begrijp ik jou en ik zal me er ook naar gedragen. Ik dank je, beste broeder, voor deze wijze en praktische les!'
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Heb je op aarde nooit naar wijnpersen gekeken? De druif komt dan onder een verschrikkelijk zwaar drukkende pers waardoor ze helemaal fijn gedrukt wordt en haar het edele sap tot op de laatste druppel wordt ontnomen. Wij vrije geesten twijfelen er niet in het minst aan dat de druif gevoel heeft, omdat alles leven moet hebben en er zonder een bepaald gevoel geen leven zou zijn. Nu mag de druif onder de zware pers nog zo'n sterke pijnlijke druk voelen, toch is dat voor het vergroten van haar opwekkende geest hoogst noodzakelijk. Zonder deze drukkende operatie zou haar geest immers nooit vrij worden en zou deze het sap nooit zo ten volle kunnen verzadigen, dat eenieder die het sap tot zich neemt, de opwekkende geest spoedig in zijn hele wezen waarneemt.
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg tegen Mathilde en de officier: 'Zo is het goed; zo'n gebed bevalt Mij, want daarin is alles naar voren gebracht wat ieder mens, evenals iedere geest en iedere nog zo volmaakte engel, nodig heeft. Kom hier, Mathilde, aan Mijn borst en sterk daar je leven! Want kijk, uit dit hart is alles voortgekomen wat het oneindige heelal vult. Kom ook jij hier, Mijn dochtertje, en drink met volle teugen van het eeuwige leven vol liefde, wijsheid en macht!
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Nu begeeft de officier zich meteen naar Mathilde en zegt tegen haar: 'Mathilde, de Heer vraagt naar je. Kom dus met me mee, zodat ik jou aan Zijn heilige handen kan toevertrouwen.' Mathilde zegt: 'Ik ben maar een onwaardige dienstmaagd van de Heer, maar Zijn heilige wil geschiede!'
Hoofdstuk 98: Over de juiste liefde voor God. Gelijkenis van het smalle poortje en de grote last. Een hemels onzevader. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903  ...