Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 90 van 120

...  78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103  ...
[5] Bovendien kan eenieder nog uit eigen ervaring getuigen dat de natuur bij geen van de te onderhouden geboden de gehele mensheid zo'n stevige knuppel voor de voeten werpt waarover hij moet struikelen, dan juist bij dit gebod. Iedereen, die een enigszins ordentelijke opvoeding heeft genoten, heeft geen problemen of hoogstens heel geringe bij het onderhouden van de overige geboden, maar bij dit gebod haalt de natuur altijd een flinke streep door de rekening, zelfs door die van een apostel Paulus!
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Van de andere kant bekeken, moet het toch voor ieder mens overduidelijk zijn dat de Heer aan de voortplanting van het menselijk geslacht en aan een wijze opvoeding daarvan bijzonder veel gelegen is. Langs welke weg zou het menselijk geslacht zich echter moeten voortplanten als de geslachtsdaad op straffe van de eeuwige dood verboden is? Ik denk dat ieder mens wel zal begrijpen dat hier kennelijk meer aan de hand is.
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Je zult de naam van God niet slechts met de mond noemen, niet slechts de gearticuleerde klank van een paar lettergrepen uitspreken, maar je moet, aan-gezien God de essentie van jouw leven is, Zijn naam ook altijd vanuit jouw diepste wezen uitspreken; dat betekent: je moet de naam van God niet mechanisch, maar in al jouw handelingen altijd heel levendig en krachtdadig tot uiting brengen, want wat je ook doet, dat doe je met de jou door God verleende kracht. Wend je deze kracht voor slechte handelingen aan, dan ontheilig je duidelijk het goddelijke in je; want dit is jouw kracht, de levende naam van God!
Hoofdstuk 76: Tweede en derde zaal. Onderricht over het tweede en derde gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Hebben de leerlingen dit allemaal goed begrepen, dan worden ze vanuit deze zaal naar een andere grotere tuin geleid, waar zich al hogere onderwijsinstellingen bevinden. Dat de leerlingen in deze eerste tuin natuurlijk niet aan één stuk door leren, maar tussendoor heel goed geprogrammeerde speeltijden hebben, spreekt vanzelf. Want ook de geest heeft om sterk te blijven op gezette tijden een rustperiode nodig, hetgeen de Heer reeds bij de eerste scheppingsgeschiedenis heeft aangetoond, door na de bekende zes scheppingswerkdagen de zevende dag als rustdag in te stellen.
Hoofdstuk 72: Leszaal van de scheppingsgeschiedenis van de mens Schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Als de leerlingen zich dit belangrijke deel van hun leervak hebben eigengemaakt, dan pas worden ze weer naar de grote globe gebracht, waarna de leraren hun dan tegelijkertijd de geestelijke aarde en haar ontwikkeling vanuit het mensengeslacht laten zien.
Hoofdstuk 72: Leszaal van de scheppingsgeschiedenis van de mens Schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Kijk, de leraar raakt zijn borst aan. Meteen gaat er vanuit de aangeraakte plaats naar het nieuw geschapen mensenpaar een heldere straal, die zich eveneens als een derde lichtmens voor hen plaatst. En wat de leraar nu met de jullie bekende woorden van de Heer tegen de leerlingen zegt, dat zegt ook de derde mens die gevormd is uit de straal die uit de borst van de leraar kwam, tegen het eerst geschapen mensenpaar.
Hoofdstuk 72: Leszaal van de scheppingsgeschiedenis van de mens Schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Nu buigt de leraar zich weer en raakt de zijde van de slapende gestalte aan. Jullie zien vanuit haar zijde weer een licht opstijgen; het licht concentreert zich tot een tweede menselijke gestalte die onbeweeglijk voor de nog slapende eerste gestalte staat. Maar de leraar raakt weer de eerste gestalte aan en een beetje natte zweterige massa maakt zich als een troebele druppel uit de eerste gestalte los, gaat over in een kleine nevel en omhult als zodanig de tweede lichtgestalte. Het licht verdwijnt en de tweede gestalte lijkt op de eerste, maar zij leeft nog niet; daarom raakt de leraar haar nogmaals aan, en zie - ze leeft en loopt opgewekt heen en weer.
Hoofdstuk 72: Leszaal van de scheppingsgeschiedenis van de mens Schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Gaan we verder, dan zien we ook dat deze nieuwgevormde kristallen alweer door een nieuw, blauwachtig weefsel zogezegd vastgebonden zijn, en ook dat er vanuit de steeds donker wordende klomp naar alle kanten nog een heleboel luchtbelletjes opstijgen, waardoor er zich boven de waterbol reeds een soort atmosferische lucht begint te ontwikkelen. En jullie zien dat deze ontwikkeling, naarmate we verder gaan, steeds groter en duidelijker wordt.
Hoofdstuk 70: Onderricht over het wezen en het ontstaan van de aarde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kunnen jullie de gehele aarde overzien? Jullie zeggen: geenszins, want haar oppervlak is zo uitgestrekt dat het onmogelijk is, het te overzien. Goed, zeg ik; maar waarom kunnen jullie dan wel de veel grotere zon overzien? Jullie zeggen: omdat ze zo ver van onze ogen verwijderd is, dat alle van haar gehele oppervlak uitgaande stralen, vanuit een bepaalde hoek in ons oog vallen, waardoor dit ten gevolge van zijn bouw deze stralen gemakkelijk kan opnemen. Welnu, we hebben de zaak alvast zo volledig mogelijk belicht.
Hoofdstuk 66: Gemeenschappelijke geest en tegelijkertijd afzonderlijke geest. Waarom is de algemene vorm van een hemelse vereniging de menselijke? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Wat is dus de mens? Hij is in zijn volmaakte, aan God gelijke gestalte in zekere zin een gemeenschappelijk leven van talloze voorafgegane, afzonderlijke levens, dat bij het steenmos zijn eerste levenstekenen begon te ontwikkelen, zich daarna door het gehele plantenrijk heen werkte, vanuit de plantenwereld overging in de dierenwereld en zich vanuit de gezamenlijke dierenwereld pas tot de volmaakte mensenvorm ontwikkelde.
Hoofdstuk 66: Gemeenschappelijke geest en tegelijkertijd afzonderlijke geest. Waarom is de algemene vorm van een hemelse vereniging de menselijke? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Dat dit alles juist is, behoeft verder geen bewijs, want om te beginnen is de borg voor deze volledige waarheid nog onder ons en vervolgens staat mijn eigen wijsheid daar borg voor, en vanuit mijn wijsheid heb ik, zoals jullie allemaal heel goed hebben kunnen horen, deze hoge bode toch alle mogelijke tegenwerpingen gemaakt om te zien of zijn uitspraken ook de strengste proef der wijsheid zouden kunnen doorstaan.
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] In deze kleinere aarde zien jullie meer naar de noordpool toe nog een, natuurlijk ook in tweeën gedeelde, meer ovale bol die binnenin vol zit met aders en kanalen. Precies onder de equator zien jullie een grote holle ruimte, die schijnbaar met een op vuur gelijkende massa is opgevuld. Vanuit deze vuurmassa zien jullie via talloze organen het vuur naar het oppervlak van de aarde opstijgen en van deze inwendige vuurholte zien jullie ook vooral naar de zuidpool toe verscheidene grote spiraalvormige buizen, waardoor jullie een grote hoeveelheid brandende dampen zien stromen. Deze dampen worden door het binnenstromende water vanaf het oppervlak van de aarde in deze vuurholte, voortdurend gevormd, terwijl door het krachtige naar buiten stromen daarvan in de richting van de zuidpool, de dagelijkse omwenteling van de aarde wordt bewerkstelligd.
Hoofdstuk 70: Onderricht over het wezen en het ontstaan van de aarde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Ik denk dat jullie door dit duwtje alles al tamelijk duidelijk is geworden. Dat het echter werkelijk zo is, kunnen jullie ook duidelijk opmaken uit hetgeen de Heer tegen Zijn apostelen zei toen zij Hem vroegen wat zij eens zouden ontvangen, omdat zij om Zijnentwil alles hadden verlaten. Hij sprak: 'Jullie zullen op twaalf tronen gezeten zijn en de twaalf stammen van Israël oordelen!' Wat zoveel wil zeggen als: uit het woord dat jullie in Mijn naam en vanuit Mijn geest aan alle volkeren zullen prediken, zullen er, aan de hand van jullie aantal, evenveel hoofdverenigingen worden opgericht, waarvan jullie, volgens jullie aard, de hoofdleiders en voorgangers zullen zijn. Ik denk dat dit toch wel voor de hand ligt. Opdat de zaak nog duidelijker mag worden, zullen we vervolgens nog onze toevlucht tot een ander 'duwtje' nemen.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Deze hoogverheven gast met zijn beide medegasten heeft ons echter vanuit de oerbron en vanuit de diepste grond laten zien, wat heel onze wijsheid nooit bereikt zou hebben. Wij weten nu dat God, de almachtige Schepper van alle dingen, Zelf een volmaakte mens is en altijd als Vader woont te midden van degenen die Zijn kinderen zijn.
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Wat mij betreft heb ik over het kindschap Gods een heel andere mening en durf stellig te beweren dat er achter het kindschap Gods heel wat meer schuilgaat dan jij me hebt meegedeeld. Het kan best zijn dat men als kind zeker vanuit de hoogste liefde tot de Vader vrijwillig alles opgeeft. Dat is echt eigen aan het karakter van de liefde, maar dat men anderzijds voor zo'n gering offer iets onuitsprekelijks mag verwachten, kan de hele eeuwigheid mij niet betwisten.
Hoofdstuk 63: Over het wezen van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103  ...