Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 90 van 1088

...  78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103  ...
[5] JOSOË zegt: "O Heer, dat is toch heel gemakkelijk! Als ik eenmaal in huis ben zal ik er geen moeite mee hebben om mij net zo te gedragen als ik mij vroeger gedragen heb. Geleidelijk aan zal ik naar bepaalde dingen vragen zoals ik dat vroeger gedaan heb, ik zal ook mijn spelletjes opzoeken en die op de bekende manier gebruiken. Dat zal mijn ouders zeker opvallen en tenslotte zullen ze moeten zeggen: 'Dat is onze Josoë, die misschien door Borus met zijn geheime middelen uit het graf is opgewekt en in de loop van de tijd tot op nu helemaal genezen is!' En voorlopig laat ik hen in die mening. Op het geschikte moment zullen ze de waarheid wel vernemen, en volgens mij zal het zo best te regelen zijn. "
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Anders zou op dezelfde manier iedere gelijkenis, die toch de verhevenste waarheid kan verbergen, een duidelijke leugen zijn. En toch hebben de meest wijze vaders en profeten hoofdzakelijk in zuivere gelijkenissen gesproken! En dat juist Borus hier als de algemeen bekende, beroemde dokter als zodanig in Uw plaats treedt, is in de aard der zaak toch ook niet anders dan toen ten tijde van Abraham de drie naar de aartsvader gekomen engelen Jehova's plaats hebben ingenomen, en helemaal niet anders dan de leugen van Jozef in Egypte tegen zijn koren zoekende broeders, die mij nog altijd heel onbarmhartig toeschijnt! Maar God heeft het zelf zo gewild en rekende Jozef dat gedrag tegenover zijn broeders zeker niet als zonde aan. En daarom denk ik, dat zo'n schijnbare leugen slechts een hemelse wijsheid is, terwijl de echte leugen thuishoort in het rijk van de ergste helse sluwheid!"
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De JONGEN zegt: "Vader, daaraan zult U toch niet twijfelen? Dan zou U mijn hart een andere instelling moeten geven! Dat zult U echter in der eeuwigheid niet doen en dus zal ik U ook eeuwig trouw blijven. Als ik echter zelf mijn toekomst op deze aarde zou mogen kiezen, dan bleef ik het liefst direct bij U! Want wat voor hogers, beters en zaligers kan er in de gehele oneindigheid en in alle oude en nieuwe hemelen nog zijn, dan bij U, de oerbron van liefde, wijsheid en al het leven te zijn? Maar dat is slechts de eigenlijke, diepste wens van mijn hart; voor het overige weet ik ook te gehoorzamen en ga gewillig overal heen waar Uw heilige wil mij maar heen wil zenden! Ik ga naar Cyrenius, die ik zeer hoogacht en waardeer, en zo ga ik ook naar mijn aardse ouders terug, waar ik ook veel van houd; maar zonder Uw wil zal ik niet zo maar iets doen."
Hoofdstuk 80: Cyrenius neemt Josoë op. De dood van Johannes de doper. Jezus in de woestenij en aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: " Je hele wezen toont, dat je bij Mij zou willen blijven en mettertijd ook bij mij zult blijven, maar nu heb je nog wat rust nodig, die Je moet nemen terwijl je lichamelijk niet bij Mij bent, opdat je ziel en je nieuwe lichaam een hechtere eenheid zullen vormen. Als dat in de loop van ongeveer een jaar gebeurd is, kun je wel weer bij Mij komen en dan zul je je in Mijn nabijheid goed staande kunnen houden zonder dat Ik, .zoals nu, gedwongen ben om met de macht van Mijn wil jouw ziel in je. lichaam vast te houden. Kijk, dat is de reden waarom Ik je nu voor je eigen bestwil een tijdje bij Mij weg laat gaan! Maar bedenk nu eens. of je liever met de Romeinse opperstadhouder Cyrenius mee gaat, of dat Je liever. terug gaat naar je aardse ouders! Het maakt Mij niets uit, -maar het is wel waar, dat je bij Cyrenius altijd meer kunt opsteken, dan als een soort vreemdeling in het huis van je ouders, want die zullen lange tijd niet weten wat ze met je aan moeten."
Hoofdstuk 80: Cyrenius neemt Josoë op. De dood van Johannes de doper. Jezus in de woestenij en aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Niet lang daarna kwamen ook Bab en zijn familie uit de stad; want hij was laat in de avond naar zijn huis in de stad teruggegaan om ons geen overlast te bezorgen. Toen hij daar echter aankwam -zo vertelde hij ons met duidelijke haast -, heerste er in de stad, en vooral in de synagoge, een grote opwinding, en wel zodanig dat hij het niet had durven wagen om iemand te vragen wat daar aan de hand was. Er moest echter iets heel belangrijks gebeurd zijn, omdat hij nog nooit zo'n opwinding bij de dienaren en heren van de synagoge gezien had.
Hoofdstuk 81: De nieuwe overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Vervolgens richtte Ik Mij tot de beide nog aanwezige jongemannen en zei: "Ga naar de synagoge en breng Roban, de oudste hier, Ik moet hem spreken! Loop echter op je gemak, opdat je je door je plotselinge komst niet verraad!" -De beide engelen doen meteen wat Ik hen opgedragen heb; wij gaan echter opgewekt aan het ochtendmaal.
Hoofdstuk 81: De nieuwe overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Maar een paar dagen daarna vierde Herodes zijn verjaardag. Op die dag danste de mooie dochter van Herodias voor hem en zijn hoge gasten, wat Herodes zeer goed beviel. (Matth. 14:6) Hij beloofde daarom de schone danseres met een eed, dat hij haar geven zou wat ze aan hem zou vragen. (Matth. 14:7) De dochter ging echter eerst naar haar moeder, die Johannes wraak gezworen had omdat hij haar Herodes wilde aftroggelen, en de moeder bewerkte daarom haar dochter zo, dat ze het hoofd van Johannes zou vragen.
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] 'Toen kwamen zijn leerlingen weer terug en vonden tot hun grote schrik en leedwezen het lijk van Johannes. Zij namen het lijk, droegen het naar buiten en begroeven het (Matth. 14:12) ten aanschouwe van vele duizenden, die huilden en Herodes en zijn hele huis onder talloze vloeken bedolven. Herodias moet echter bij de aanblik van het hoofd van Johannes ogenblikkelijk met een vreselijk vertrokken gezicht dood ter aarde gevallen zijn en haar dochter enige ogenblikken later ook. Herodes en al zijn gasten vluchtten helemaal ontdaan de zaal uit.
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] CYRENIUS zegt: "Dat kunnen we morgen, als we hiervandaan over Kapérnaum naar Sidon en Tyrus reizen, heel gemakkelijk regelen! Als we.in. Kapérnaum 's middags zullen eten bij mijn broer, die je hier naast mij ziet en die Cornelius heet, dan zullen daar behalve enige belangrijke burgers van de stad ook jouw ouders aan tafel genodigd worden en dan zul Je voldoende gelegenheid hebben om je ouders te zien, en te horen wat voor opmerkingen zij over jou zullen maken. Maar je moet daarbij wel erg oppassen om je niet eventueel door een achteloos gezegde te veel bloot te geven! Aan de kleding zullen ze je niet herkennen omdat ik je morgen meteen een toga, zoals de Romeinen die dragen, uit mijn voorraad aan zal laten trekken. Maar, zoals gezegd, jouw mond moet Je zelf heel goed in de gaten houden, om je niet voortijdig te verraden!"
Hoofdstuk 80: Cyrenius neemt Josoë op. De dood van Johannes de doper. Jezus in de woestenij en aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Heer, dat is woordelijk de treurige geschiedenis van Johannes die doopte aan .de rivier de Jordaan niet ver van de woestenij bij Bethabara, waar deze rivier in zee valt, er doorheen stroomt en zich vervolgens naar de Dode zee richt. -Wat zegt U daar nu van? Is het dan mogelijk dat mensen zulke duivels kunnen worden, en nog wel in een tijd dat U aan Wie hemel en aarde gehoorzamen, Zelf als mens op aarde rondgaat? Heeft U dan geen bliksems en geen donders meer?"
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Toen kwam de dochter en zei tegen Herodes: 'Geef mij het hoofd van Johannes op een gouden schotel!' (Matth. 14:8) De koning vond dat toch weljammer, niet zo zeer voor Johannes, maar veel meer vanwege het volk, waarvan hij vreesde dat het wraak op hem zou nemen. Maar terwille van de eed en degenen, die met hem aan tafel zaten, gaf hij zijn knechten opdracht om de dochter het verlangde te geven. (Matth. 14:9) En de knechten gingen heen, onthoofdden Johannes in de gevangenis (Matth. 14:10) nadat ze vooraf met een smoesje ettelijke leerlingen van hem wegstuurden, en droegen toen zijn hoofd op een schotel naar de eetzaal om het aan de dochter te overhandigen, en die gaf het daarna aan haar slechte moeder. (Matth. 14: 11 )
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Dan komen CYRENIUS en CORNELIUS naar Mij toe en zeggen woedend: "Heer, er dreigt gevaar! Nu kunnen wij niet meer op Uw te grote geduld en lankmoedigheid wachten, hier moet ogenblikkelijk gehandeld worden! Binnen uiterlijk tien dagen moet het hele helse broedsel tesamen met Jeruzalem en de tempel van de aarde verdelgd zijn!"
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Ook Ik zal vandaag hier weggaan en niet zo gauw weer in deze streek komen, want een dolle hond moet men uit de weg gaan! Het is er een die veel goud en zilver heeft, want anders zou hij deze functie met hebben kunnen kopen. Met veel goud en zilver kan men in de wereld bij de wereldse mensen veel gedaan krijgen, en wie daarbij ook nog zo'n plaats koopt uit pure win en heerszucht -zoals deze heeft gedaan is. beslist niet te vertrouwen. Maken jullie je daarom allen gereed en ga hier weg, en Roban, ga ook weer naar huis, want tot nu toe hebben ze je nog niet gemist!"
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Na deze woorden gaat Roban vlug naar huis, en nauwelijks is hij thuis of er komt al een bode die hem vraagt in de synagoge te komen, waar de nieuwe overste met hem over Mij wil spreken, want hij had gehoord dat Roban voor Mij in Sichar was geweest. Roban gaat er vlug heen en de overste trekt meteen fel tegen hem van leer .
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] ROBAN zegt: " Ja,ja,je hoeft maar te proberen je aan de wonderdokter te vergrijpen, en het volk, Romeinen, Grieken en Joden, die hem als een God vereren, zullen je dan ook wat weten te vertellen! Ik als oudste van Nazareth zeg je en geef je in vertrouwen een belangrijke raad: Stap in de bescheiden voetstappen van je waardige voorganger Jaïrus, dan zal het je nog geruime tijd goed gaan. Als je echter, zoals nu, al het bovenste onder en het onderste boven wilt brengen, dan kun je snel naar een mogelijkheid omzien om naar Jeruzalem terug te keren! Jaïrus is zelf in Griekse handen. Borus is zijn schoonzoon, hij is de tweede wonderdokter en bezit alle soorten schatten, hij zal je maar al te gauw vertellen waar het op staat! Kortom, probeer het en zeg mij later maar eens of ik je slechte raad heb gegeven!"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103  ...