Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 90 van 1037

...  78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103  ...
[12] Maar Hij zal niet altijd zo bij ons blijven, maar hij zal binnenkort weer opvaren naar Zijn eeuwige hemel, en wel met de blije stem van de eeuwige waarheid, waarmee Hij een nieuwe aarde en een nieuwe hemel heeft geschapen voor alle eeuwigheden der eeuwigheden. En Hij is en zal de Heer zijn, en de heldere klank van Zijn bazuin, die bestaat uit het tot ons gesproken woord, zal dat verkondigen aan alle schepselen op en in de aarde en op en voorbij alle sterren, zowel geestelijk als stoffelijk.
Hoofdstuk 158: De 47e psalm van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De BAAS van de schippersknechten zegt: "Ja, ja, lief engeltje! Nu begrijpen wij het wel, en zoals jij het ons nu uitgelegd hebt, zal het wel zijn; maar zij die gisteravond van ons eisten om naar Zebulon en Chorazin gebracht te worden, zullen dat niet geloven en nog minder begrijpen. Wij zijn heel eenvoudige mensen en hebben nauwelijks een wonder nodig om te geloven, maar bij hen zal een wonder nog slechter resultaat opleveren dan geen wonder."
Hoofdstuk 159: Het hemelrijk moet bevochten worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De wat ruwe schippersknecht neemt daar genoegen mee, en de BAAS van de schippersknechten vertelt het volgende: "Zo ongeveer om de eerste nachtwake werd het vreemd genoeg opeens zo licht als de dag. Wij zagen echter nergens iets dat licht gaf en dachten dat er achter de bergen zeker een reusachtig Bengaals vuur moest branden, waardoor de lucht zo licht werd. Alleen was het licht duidelijk te sterk om afkomstig te kunnen zijn van Bengaals vuur; maar wat het dan ook was het licht duurde bijna de gehele nacht en werd verschillende malen zo sterk dat wij dachten dat het klaarlichte dag was. U begrijpt wel dat het ons daarbij toch wat griezelig te moede was. Uit de stad kwamen er ook verscheidene naar ons toe en die dachten dat de zee zo'n licht uitstraalde.
Hoofdstuk 160: De nachtelijke belevenissen van de schippers.(11.4.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Toen wij echter heel onschuldig met dat verzamelen bezig waren, zagen wij opeens een felle bliksem, waar een ontzettend harde donderslag op volgde. Wij vlogen hals over kop naar de oever, vergaten daarbij onze verzamelde mooie mosselen en dorsten ze toen ook niet meer te gaan halen en ze bleven dus daar waar wij ze vonden, behalve een paar die ik in mijn zak had gestoken. Maar pas nadat, zo ongeveer in de derde nachtwake, de zee weer als voorheen de oevers vulde en bespoelde, begon het ons steeds meer bezig te houden wat er met deze toch behoorlijk grote zee gebeurd zou kunnen zijn, om opeens zo helemaal tot op de laatste druppelleeg te kunnen lopen!
Hoofdstuk 160: De nachtelijke belevenissen van de schippers.(11.4.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Raphaël sprong er echter op af, hielp hem snel weer op de been en zei: "Zie je nu waarom ik ben blijven staan? Want ik zag al vooruit dat je vandaag zou vallen; en nu ben je ook gevallen, en ik, jouw zwakke melkmuil, kon jou naar ik hoop vlug genoeg van de grond optillen en je daarmee weer het onbelemmerde gebruik van je wat onhandige voeten teruggeven!"
Hoofdstuk 161: De schippersknecht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Dan keert zij zich naar Raphaël en dankt hem voor dit mooie geschenk, maar vraagt hem tevens, omdat zowel het slakkenhuis als de beide mosselschelpen geen levende inhoud meer hadden, waar de eens in deze mooie omhulsels wonende levende dieren gebleven zijn.
Hoofdstuk 161: De schippersknecht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Op dat moment komt er bericht uit de stad dat de groep aangekondigde nieuwbakken Farizeeën en schriftgeleerden uit Bethlehem zijn aangekomen, en dat deze een geschreven en door de tempelondertekende order bij zich hebben, waarin staat dat de burgers van Genezareth streng bestraft zullen worden als ze hen niet onverwijld kosteloos te land of over het water naar Nazareth zullen vervoeren!
Hoofdstuk 162: Julius werkt de Farizeeën weg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] EBAHL zegt, erg ongerust over zulke eisen van de kant van de tempel: "Heer, zo gaat dat nu jaar in jaar uit. U bent nu nog maar net vijf dagen hier en U heeft reeds de vierde tocht van deze leeglopers meegemaakt. Ze trekken steeds maar heen en weer door het land en iedere plaats die zij bij hun trektochten overvallen takelen ze vaker erger toe dan een leger sprinkhanen! Als dat zo tien keer per jaar gebeurde, nou, dan zou ik er nog vrede mee hebben; maar iedere week twee, drie of vier van zulke groepen op je dak te krijgen en ze daarbij ook nog alle mogelijke hulp te moeten verlenen, daar zou zelfs een engel zijn geduld bij verliezen en bovendien nog straatarm worden ook! Wat moet ik nu doen? Echt, ik doe, naar vermogen, graag iedere dag alle mogelijke goeds aan alle armen, maar deze schurken, deze ware foltermeesters van de arme mensheid zou ik alle dood en verderf toewensen!"
Hoofdstuk 162: Julius werkt de Farizeeën weg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Vriend, houd daar maar over op; met geduld zul je toch steeds het verst komen! Laat het verder maar aan onze vriend Julius over, die zal ze beslist vlug doorsturen, en ze zullen dan wel rekening gaan houden met dat soort voorkeursbehandelingen en zich op den duur veel minder vaak naar de plaats Genezareth begeven!"
Hoofdstuk 162: Julius werkt de Farizeeën weg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Na deze woorden van de hoofdman haastte de onderaanvoerder zich met twintig man naar de stad en vond daar in het huis van Ebahl veertien Farizeeën en schriftgeleerden, die de bedienden van het huis luid verwensten omdat men niet volledig tegemoet wilde komen aan hun brutale eisen.
Hoofdstuk 162: Julius werkt de Farizeeën weg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Toen de onderaanvoerder hen naar hun vergunning vroeg zeiden de BRUTALEN: "Wij zijn priesters van God, hier is het teken van de tempel en meer hebben wij in de gehele wereld niet nodig!"
Hoofdstuk 162: Julius werkt de Farizeeën weg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Wanneer de Farizeeën en schriftgeleerden dit antwoord van de goede en trouwe huismeester van Ebahl horen, trekken ze een heel zuur gezicht, gaan onder de hen zeer onaangename begeleiding van de onderaanvoerder naar buiten naar hun lastdieren en ontlasten deze zonder moeite van de tweehonderd pond zilver die ze teveel droegen.
Hoofdstuk 162: Julius werkt de Farizeeën weg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De mens keek mij een poosje heel verbaasd aan, nam het geld uit mijn hand en zei tenslotte: 'Grote heer! U moet wel meer weten dan ik, u zult zeker gelijk hebben!' -Toen verliet hij mij en ging naar zijn geboortestreek.
Hoofdstuk 163: Julius vertelt. In Genezareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: " Juist daarom ben Ik dan ook op deze wereld gekomen om jullie allen dáár hulp te bieden waar jullie uit jezelf geen uitweg meer gevonden zouden hebben! Vertrouwen bouw daarom altijd op Mijn naam en daardoor zal jullie het onmogelijk lijkende, mogelijk worden! -Maar nu gaan we weer naar huis, want de zon gaat bijna onder."
Hoofdstuk 164: Over het volgen van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De BAAS van de schippersknechten vraagt verder: "Heer, stel dat morgen de Farizeeën, die gisteren vermoedelijk als missionarissen en bekeerders naar Jesaïra zijn getrokken, om de daar merendeels naar het hellenisme overgegane Joden weer voor de tempel te winnen, hier weer terug zouden komen. En stel dat ze dan met ons een twistgesprek willen beginnen over de 47e psalm, zoals ze ons beloofd hebben, wat moeten we dan tegen hen zeggen?"
Hoofdstuk 164: Over het volgen van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103  ...