Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 891 van 1110

...  879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904  ...
[10] Begin dus maar in ieder geval het voor jullie herkenbare te beschrijven. Tel eens de zuilen van een zuilenrondeel; hoeveel vinden jullie er op deze tiende verdieping?
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Kijk, zo moeten ook jullie je als huiseigenaren eerst uit jezelf naar mij toewenden, want ik ben nu volledig in naam van de Heer bij jullie en het gedeelte dat jullie naar mij toewenden, zal dan eveneens dadelijk belicht worden, zodat jullie het duidelijker herkennen en beschrijven kunnen.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Jullie zeggen: lieve vriend en broeder, als we ons bij het tellen niet vergissen zijn er hier nu twee minder dan op de vorige galerij, dus slechts tien. Daarentegen zien we in het midden van het zuilenrondeel in plaats van een of andere versiering twee geweldig sterke, stevig tegen elkaar geplaatste zuilen, die zoals de tien andere, het plafond van het zuilenrondeel, evenals dat van de hele galerij helpen dragen. Een nog hogerop leidende trap gaat niet meer langs de binnenkant van de kring van de tien zuilen, maar langs de twee zuilen in het midden. Overigens lijkt hier alles volkomen glad en we kunnen kijken zoveel we willen, maar er is nergens iets van een versiering te ontdekken. Ook is het plafond van deze galerij, voorzover we kunnen onderscheiden, niet meer gewelfd, maar geheel vlak. Alles is doorzichtig en heeft overal dezelfde meer dan sneeuwwitte kleur, alleen de vlakke binnenmuur lijkt enigszins in het roodachtig-blauwe over te gaan, terwijl de poorten van doorzichtig zilver lijken te zijn.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Jullie zeggen: de aarde moet eerst de ene na de andere kant naar de zon toewenden, pas dan vallen ook dadelijk de zonnestralen op het naar haar toegewende deel.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Goed, mijn lieve vrienden en broeders, kijk eens tijdens de nacht naar de aarde: zijn er dan niet eveneens de meest veelsoortige dingen in overvloed als overdag? Jullie kunnen echter slechts van een heel klein deel echt onderscheiden wat het is en hoe het eruitziet; maar dat er iets is, is zeker, wis en waarachtig. Zou de aarde echter blijven stilstaan en willen wachten tot de zon boven haar onbelichte gedeelte zou komen, waarlijk, dan zou ze ten eerste heel ontzettend lang moeten wachten en zouden ten tweede de zich op haar bevindende voorwerpen nooit voltallig en in hun ware gedaante zichtbaar worden. Wanneer de aarde voortdurend blijft draaien, waarbij de ene na de andere kant onder de zon doorschuift, dan zullen de voorwerpen die zij draagt en die men tijdens de nacht nauwelijks kon onderscheiden, spoedig volkomen zichtbaar worden.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Maar ik zeg jullie, beste vrienden en broeders, als dit vriendelijke huiselijke voorbeeld jullie niet steekhoudend genoeg lijkt, kan ik jullie wel met een overtuigender dienen.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Kijk eens naar de relatie tussen jullie aarde en de zon. De aarde is toch zeker thuis bij zichzelf en de zon is ten opzichte van haar slechts als een op bezoek komende gast te beschouwen. Wat moet echter de aarde eerst doen als ze door de zonnestralen verlicht wil worden?
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Deze aangelegenheid verhoudt zich net zo als wanneer twee vrienden, waarvan de een de ander in zijn huis ontvangt, elkaar met een handdruk willen begroeten. Volgens de regels van de vriendschap zal de heer des huizes de hem bezoekende vriend toch het eerst de hand reiken, dan pas is de beurt aan de bezoeker.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Jullie zouden nu wel kunnen denken en zeggen: met zulke regels nemen wij het nooit zo nauw; daarom kunnen ze voor ons niet als een gangbare regel gelden, waaruit zou volgen dat wij het eerst een verslag over hetgeen we gezien hebben zouden moeten uitbrengen.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Daar jullie nu goed hebben rondgekeken, kunnen jullie ook wel beginnen te vertellen wat jullie hier allemaal gezien hebben. Jullie zeggen: lieve vriend en broeder, we hebben hier heel veel wonderbaarlijke dingen gezien, maar wie is in staat om deze met behulp van ons beperkte begripsvermogen en onze beperkte woordenschat zo volledig te schilderen dat iemand daaruit wijs zou kunnen worden en uit de beschrijving duidelijk zou kunnen opmaken, wat voor dingen het zijn! Daarom denken we dat het nu heel goed zou zijn als jij in zekere zin voor tolk zou willen spelen.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Hieruit zullen jullie met weinig moeite kunnen opmaken hoe het geestelijk tussen ons zodanig verloopt, dat ik voor jullie vraag alsof jullie zelf zouden vragen en ook voor jullie antwoord alsof jullie zelf zouden antwoorden.
Hoofdstuk 52: Tiende verdieping. Het wezen van vraag en antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Jullie zouden ook zelf zo vragen en antwoorden, als ik nu voor jullie vraag en antwoord, wanneer jullie vragen en antwoorden al rijp zouden zijn. Aangezien dat nog niet het geval is en we nu geen tijd hebben om daarop te wachten, moet ik immers wel vanuit jullie wortels, vanuit jullie veelsoortige chaos en vanuit jullie zaaigoed van tevoren vragen en antwoorden, net zo alsof jullie dat zelf zouden doen.
Hoofdstuk 52: Tiende verdieping. Het wezen van vraag en antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Dat is ook het geval wanneer iemand jullie iets vraagt of jullie bij bepaalde gelegenheden een vraag in de mond legt, zoals jullie plegen te zeggen. Dan zullen jullie ook vlot antwoorden of vragen, maar niet alsof dat antwoord of die vraag van jullie zou zijn, maar van degene die deze aan jullie stelde. Want het is toch wel zeker dat jullie niemand iets vragen wat je al weet, terwijl jullie ook iemand die niets vraagt, geen antwoord geven.
Hoofdstuk 52: Tiende verdieping. Het wezen van vraag en antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Ja, mijn lieve vrienden en broeders, de bedenkingen die jullie uitspreken met betrekking tot de beperktheid van jullie begripsvermogen en jullie woordenschat zijn inderdaad heel begrijpelijk, maar desondanks moeten jullie over alles wat jullie gezien hebben toch zoveel vertellen als met jullie begripsvermogen en woordenschat mogelijk is; want willen jullie van mijn uiteenzetting geestelijk profijt hebben, dan moeten jullie steeds voor ogen houden dat jullie je hier eigenlijk op eigen bodem bevinden. Zeg ik jullie, zonder dat jullie vooraf je verhaal hebben gedaan, wat jullie gezien hebben, dan haal ik jullie daarmee de grond onder de voeten weg en vanaf dat moment bestaat er geen aanknopingspunt meer tussen mijn uiteenzetting en jullie innerlijke opnemingsvermogen.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Ik denk dat we ook dit zeker wat netelige punt duidelijk tot een goed einde hebben gebracht. Daarom moeten jullie je in het vervolg aan soortgelijke verschijnselen niet meer storen, maar verder heel welgemoed overal op letten, want hier ben ik, zoals bij het begin al werd gezegd, jullie gast; daarom kan ik wel iets van hetgeen van jullie is nemen en het aan jullie laten zien. Klinkt zoiets op jullie aarde nog wat vreemd, trek je daar dan maar niets van aan, want in het geestelijke is dat de gewone manier van converseren. Daar bestaat een gesprek niet uit vragen en antwoorden maar uit een volkomen kennen van elkaar en zo spreekt daar de een voortdurend vanuit de ander zoals ook de een vanuit allen en allen vanuit een. Wanneer ik dus op deze manier vanuit jullie antwoord en vraag, dan doe ik geestelijk niets ongewoons of zoals jullie zeggen, 'onnatuurlijks'. Kijk dus op deze elfde galerij of tiende verdieping heel goed om je heen, dan zal er wel weer van alles te vragen en te antwoorden zijn.
Hoofdstuk 52: Tiende verdieping. Het wezen van vraag en antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904  ...