Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 894 van 1088

...  882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907  ...
[8] Johannes is een roepstem in de woestijn en dat moet een goed uiterlijk verstand ook zijn. Want de wereld waaruit het verstand zijn eerste indrukken opdoet, is een woestijn. En wel, omdat anders geen mens van de Godheid volledig losgemaakt en de vrije keuze gelaten zou kunnen worden. En dus is het uiterlijke verstand, dat deels uit deze woestijn, deels echter ook aan indirecte of directe openbaringen uit de hemelen, zijn indrukken, ideeën en beoordelingen ontleent, juist door de opname van de geopenbaarde waarheden ook de 'stem van een roepende in de woestijn', en bereidt door het geloof de weg naar het begrijpen met het hart.
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Veel reizigers komende van de aarde in deze geestelijke wereld zullen aan jouw huis voorbijtrekken en bij jou aankloppen. Daar zullen vrienden en vijanden bij zijn. Maar zorg er voor, dat je ze allemaal met oprechte liefde ontvangt en hun geeft wat ze nodig hebben, omdat ze allemaal Mijn kinderen, en dus ook jouw broeders zijn. Dan zul je al datgene veelvoudig weer goed maken, wat je op aarde weliswaar niet door je wil maar alleen door je geestelijke onverstand hebt bedorven. Ikzelf zal dan weer naar je toe komen en zal dan tegen je zeggen: Omdat je deze kleine huishouding goed beheerd hebt, zul je nu voor een grotere taak gesteld worden!
Hoofdstuk 40: Nieuw leven uit de Goddelijke geest begint. Aankondiging van een nieuwe vrijheidsproef op een hoger erkenningsniveau - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Terecht prijs je Mijn liefde, wijsheid, macht en de grootheid van Mijn daden. Want waarlijk, al zou je Me loven met de taal van de engelen, dan zou dat toch nooit voldoende zijn om het kleinste deel van Mijn goddelijke grootheid en volmaaktheid naar behoren te prijzen!
Hoofdstuk 43: Roberts nieuwe, heerlijke wereld. Woorden van verwondering, dank en innige liefde. 'deze wereld komt uit jou!' Gelijkenis met het verwekken van kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Als we via de tuin bij een prachtig gevormde vestibule komen, stromen daaruit massa's mensen van beiderlei kunne ons tegemoet, luid roepend: 'Hoera, leve onze hooggeprezen Robert Blum, de grootste volkerenvriend van Europa! Hoera, eerste en grootste Duitser van de 19de eeuw! Wees welkom, grote vriend en dappere aanvoerder tegen de vijanden van de vrijheid der mensen! Kom temidden van je broeders! Hoe lang hebben we hier al op jou gewacht, maar je kwam maar niet te voorschijn, ofschoon we heel goed wisten dat je velen van ons bent voorgegaan. Hoe sterk voelen we het verlangen om jouwen ons bloed te wreken op die hoogmoedige barbaren die ons uit pure heerszucht als beesten hebben laten neerschieten. Maar het ontbrak ons aan een aanvoerder. Nu echter ben jij hier als diegene die met alle wetten van de natuur en de geestenwereld goed vertrouwd is. Rangschik ons daarom eerst naar onze bekwaamheden, en breng ons dan naar een plaats waar we bloedig wraak kunnen nemen! Deze aardse, oppermachtige roofdieren in mensengedaante zullen wonderen van wraak beleven, die wij aan hen zullen begaan!'
Hoofdstuk 44: Roberts opdracht in zijn nieuwe woonoord. Eerste gezelschap: de in de strijd gevallen politieke vrienden. Robert onderricht de gasten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Allen roepen: 'Ja, ja, wat jij ons leert, dat nemen we allemaal onvoorwaardelijk aan! Want we weten dat onze Robert zelfs in de donkerste nacht nog nooit een witte koe voor een zwarte heeft aangezien. Wat jij ons zegt, is ook beslist waar. Want je hebt ons ook op aarde in Wenen de waarheid gezegd, en raadde ons aan van het gevecht af te zien, omdat de vijand te sterk zou zijn en het saamhorigheidsgevoel van de verdedigers van Wenen te zwak. Maar wij geloofden je niet en zeiden: 'Is Blum dan nu ook een lafaard geworden?' Toen riep jij met krachtige stem: 'Blum is zelfs niet bang voor honderdduizend duivels, laat staan voor deze brutale huurlingen! Dus opnieuw te wapen wie de moed heeft om aan mijn zijde te sterven!' Toen grepen we naar de wapens en zagen helaas te laat in, dat jij de waarheid gesproken had!
Hoofdstuk 44: Roberts opdracht in zijn nieuwe woonoord. Eerste gezelschap: de in de strijd gevallen politieke vrienden. Robert onderricht de gasten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Wat je ons nu zo mooi hebt verteld over Christus, heeft ons allen echt verheugd. Weet je, heimelijk hadden we steeds erg veel met Hem op. Maar natuurlijk, wanneer de roomse papen Hem maar al te vaak niets anders lieten doen dan alle mensen die niet naar hun pijpen dansten regelrecht de hel in te verdoemen, dan moest je je voor deze anders zo verheven naam werkelijk gaan schamen. Want zo'n toornige en eigenzinnige God als sommige monniken van de goede Christus Jezus hebben gemaakt, kon toch geen zinnig mens aanvaarden! Rozenkransen bidden, litanieën, heiligen-gebeden, geestelijke oefeningen, verering van relikwieën, eindeloos en doelloos biechten, missen betalen en dergelijke domheden meer, zou Christus van de mensen verlangen om de hemel te winnen! Broeder, dat kon men in de 19de eeuw toch niet meer aannemen, zeker niet als men als arme dagloner maar al te vaak zag hoe deze dienaren Gods aan het altaar, waar ze hun missen opdreunden, zich door al hun vet nauwelijks nog konden keren.
Hoofdstuk 45: Roberts machtige getuigenis tot Christus. Het Weense gezelschap - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Enkelen uit de menigte zeggen: 'O vriend, hoe kun je naar deze drie aartslomperiken vragen? Die zijn niet bij ons. We zouden het hun ook niet aanraden ons onder ogen te komen! We zouden hun wel eens even op een aparte manier duidelijk maken, hoe het er hier in de geestenwereld uitziet!
Hoofdstuk 46: Robert doet navraag naar drie aardse strijdmakkers. Een beeld van de zieletoestand van deze 'vrienden van het volk'. Roberts aanmaning tot vreedzaam vergeven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Geloof je dan, dat zij het even eerlijk met ons gemeend hebben als jij? Kijk, deze drie, die zich niet zelden zo gedroegen alsof ze de hele wereld om hun vinger konden winden, deden dat alleen maar omwille van het aardse gewin. Als zij met hun volgepropte geldbeurzen ongemerkt hadden kunnen uitwijken naar Zwitserland of ergens anders heen, dan hadden in Wenen alle honden en varkens ons kunnen verslinden zonder dat zij zich daar iets van zouden hebben aangetrokken! Maar hun snode plan is niet gelukt, en daarom werd het tenslotte: 'mee gestolen, mee gehangen!'
Hoofdstuk 46: Robert doet navraag naar drie aardse strijdmakkers. Een beeld van de zieletoestand van deze 'vrienden van het volk'. Roberts aanmaning tot vreedzaam vergeven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Nu heb je in het kort de juiste betekenis van de bijzonder gekleurde inrichting van je huis. Vraag echter niet verder, want naarmate je zelf in je huis van verdieping naar verdieping hoger zult komen, zal je zonder meer alles duidelijk worden, wat je nu nog niet zou kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 47: Intrede in Roberts huis. Geestelijke overeenkomst van de verdiepingen. Waarschuwing om voorzichtig te zijn met de Weense gasten. Communicatie met de Heer vanuit het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] We willen dat trouwens van de laatste twee niet met zekerheid beweren. Maar Messenhauser verstond de kunst veel misbaar te maken en daardoor zijn zakken te vullen! Heeft hij ons niet de munitie onthouden en de dappere verdedigers van Wenen juist daarheen gestuurd, waar het minste gevaar was? Maar waar de vijand opdook, gaf hij hem vrije doorgang! 0, dat was een fraai heerschap! Waarschijnlijk dacht hij stiekem bij zichzelf: Die domme Weners houden me voor hun redder en willen wel een veertje laten! Maar nu lever ik ze allemaal uit aan Windischgrätz, dan zal die mij ook wel een aardig verklikkers loontje doen toekomen? Maar, misgeschoten, heer Messenhauser! De veldmaarschalk liet niet met zich spotten, maakte met Messenhauser korte metten en stuurde hem per expresse naar deze wereld. Nu is hij zeker ook ergens hier, maar waar? Dat zullen Gods engelen zeker beter weten dan wij! Goddank, bij ons is hij niet!
Hoofdstuk 46: Robert doet navraag naar drie aardse strijdmakkers. Een beeld van de zieletoestand van deze 'vrienden van het volk'. Roberts aanmaning tot vreedzaam vergeven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Zie, juist dat zou ook bij deze vrienden van jou het geval kunnen zijn. Het zijn allemaal genot- en sensatiezoekers. Wanneer we hun steeds maar wonderen zouden laten zien, ze daarbij goed de kost zouden geven en hun ook nog een stel goed gevormde jongedames zouden bezorgen waarop zij hun grote zinnelijkheid ongegeneerd zouden kunnen uitleven, dan zouden ze ook steeds onze beste vrienden blijven en we zouden zelfs onmisbaar voor hen worden. Maar als wij noodzakelijkerwijs iets ernstiger zouden beginnen te spreken, dan zou je je hogelijk verbazen hoe ze ons, de een na de ander, de rug zouden toekeren. We zullen aan hen nog een heel zware dobber krijgen. Maar door een zeer wijze begeleiding kunnen ze toch gewonnen worden. Ja, Ik zeg je in het geheim: enkelen zullen zelfs de eerste graad van de hel moeten proeven om hun al te grote begeerte naar vrouwen kwijt te raken! We zullen weliswaar eerst nog alles proberen wat maar met hun vrijheid te verenigen is, maar als dat alles toch niet zou mogen baten, dan wordt vanzelfsprekend naar het uiterste middel gegrepen. Wees daarom heel voorzichtig en verraad Mij door geen enkel teken! Probeer ze allereerst opmerkzaam te maken op hun zinnelijkheid en de gevolgen daarvan, dan zullen we nog het gemakkelijkst met ze overweg kunnen. Ik zal mij ook met hen bezighouden, maar ze mogen zoals gezegd, nog lang niet te weten komen wie Ik ben.
Hoofdstuk 47: Intrede in Roberts huis. Geestelijke overeenkomst van de verdiepingen. Waarschuwing om voorzichtig te zijn met de Weense gasten. Communicatie met de Heer vanuit het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Zie je, daar heb je al zo'n paar 'Weense produkten'! Het zijn dezelfden, die zoëven buiten nog met alles instemden wat je zei. Toen wij het huis zijn binnengegaan, zijn zij echter liever buiten gebleven en vermaken zich nu op hun eigen geliefde manier. Kijk maar eens om je heen en tel degenen die ons naar binnen gevolgd zijn, en je zult er niet één vinden! Want dat stelletje hoertjes vinden ze belangrijker dan ons en al jouw lessen, en dat kan nog wel lang zo blijven.
Hoofdstuk 48: Wonderbaarlijk interieur van het huis. Roberts ergernis over hetgeen hij in de tuin ziet. Schandalige scènes bij het Weense gezelschap. De Heer onderneemt een zielekuur voor de booswichten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Wanneer jij nu echter naar buiten gaat en een preek houdt, dan zullen ze voor de schijn weer een en al oor zijn. Ik zeg je, er is nauwelijks een soort zondaars te vinden, die moeilijker te bekeren is dan die zinnelijke zondebokken. En wel, omdat ze uiterlijk alles vlot aannemen, als ze zich maar niet belemmerd voelen in hun innerlijke genotzucht. Probeer echter eens om hun dat genot ernstig te verbieden, dan zul je nog raar opkijken van hun weerbarstigheid en hun grofheid. Wij laten hen nu maar uitrazen en hun lust bevredigen. Daarna zullen we weer naar buiten gaan en hun vragen waarom ze niet mee naar binnen zijn gegaan. Je zult je erg verbazen over de verontschuldigingen waarmee ze bij ons aan zullen komen!
Hoofdstuk 48: Wonderbaarlijk interieur van het huis. Roberts ergernis over hetgeen hij in de tuin ziet. Schandalige scènes bij het Weense gezelschap. De Heer onderneemt een zielekuur voor de booswichten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Robert ontploft bijna van ergernis over deze brutaliteit en wil met donder en geweld naar buiten rennen. Maar Ik houd hem daar wijselijk van terug en hij werpt slechts zo nu en dan vol verbeten woede een blik door het raam.
Hoofdstuk 48: Wonderbaarlijk interieur van het huis. Roberts ergernis over hetgeen hij in de tuin ziet. Schandalige scènes bij het Weense gezelschap. De Heer onderneemt een zielekuur voor de booswichten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Robert zegt: 'Heer, ik denk dat men niet alwetend hoeft te zijn om dat aan te zien komen! Dan zullen deze kerels het nog veel bonter maken. Ik wil niet eens meer naar buiten kijken, als dit domme spektakel beginnen zal! Maar zeg me toch eens, Heer over alle hemelen en werelden, hoe zal dit uiteindelijk aflopen? Zullen deze lomperiken er dan nooit genoeg van krijgen? Zullen ze in plaats van geesten te worden, nu in echte dieren veranderen?'
Hoofdstuk 48: Wonderbaarlijk interieur van het huis. Roberts ergernis over hetgeen hij in de tuin ziet. Schandalige scènes bij het Weense gezelschap. De Heer onderneemt een zielekuur voor de booswichten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907  ...