Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 894 van 1112

...  882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907  ...
[17] Je zult je nu spoedig overtuigen, welk een goede uitwerking die donderpreek van jou bij hen heeft teweeggebracht! Allen zullen trouwens nog uitvluchten zoeken en zich mooier willen voordoen dan ze zijn. Maar als slechts het merendeel tot zichzelf komt, dan is dat al goed. Het kleinste deel, zijnde het zwakste, zal dan mettertijd toch genoodzaakt zijn zich tenslotte gewillig te schikken, omdat het anders geen uitweg vindt.
Hoofdstuk 50: Het Weense gezelschap vraagt naar de danseressen. Roberts donderpreek. Zielenredding aan de afgrond - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Robert zegt: 'Hier naast me staat de eigenlijke heer des huizes, vraag het hem maar! Ik ben pas sinds enkele ogenblikken de bewoner van dit huis en ken daarin nog geen vertrek, behalve dit ene. Het komt me trouwens toch vreemd voor dat jullie je hier in de geestenwereld, waar men om een volmaakte geest te worden, slechts God de Heer moet zoeken en zich moet oefenen in de liefde tot Hem, nog bezig kunnen houden met zulke wereldse danskunsten. Maar als de heer van dit huis het prettig en doelmatig vindt, doe dan maar wat jullie willen. Maar hier naast me, zoals ik jullie al aangaf, staat de heer des huizes zelf!'
Hoofdstuk 49: Een groep voormalige balletdanseressen treedt het huis binnen. Zij leden veel gebrek in de geestenwereld. Ootmoedige bede om brood en onderdak - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Ik kan jullie dus verzekeren, dat er in dit hele huis volstrekt geen theater en evenmin een danszaal is. Behalve dan aan de uiterste noordzijde van dit huis, waar een soort sprekerskamer is met een podium dat men kan laten zakken, door middel waarvan onzuivere geesten die zich Gods orde helemaal niet willen laten welgevallen, geheel ongedeerd in de hel kunnen worden neergelaten! Als jullie daar je voorstellingen ten beste willen geven voor de gasten daar buiten, dan kan jullie die redenaars- of beter gezegd, twistzoekerskamer, ter beschikking worden gesteld! Maar jullie moeten wel heel goed oppassen dat je bij je choreografie niet in de diepte stort. Want als jullie daarin terechtkomen, zouden jullie moeilijk de weg weer terugvinden. Hebben jullie dat begrepen?'
Hoofdstuk 49: Een groep voormalige balletdanseressen treedt het huis binnen. Zij leden veel gebrek in de geestenwereld. Ootmoedige bede om brood en onderdak - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Nu zijn we al zo'n dertig jaar hier in deze armzalige geestenwereld, en het gaat erbarmelijk slecht met ons. Nergens valt er voor ons iets te verdienen. Waar we ook aankloppen, overal krijgen we hetzelfde onthaal als hier. En we lijden ontzettende honger! We willen ons brood niet verdienen op een al te minderwaardige manier; daar voelen we ons toch te goed voor. Vooral willen we met dat lage gespuis als daar buiten niets te maken hebben, omdat we op aarde niet zelden prinsen datgene geweigerd hebben, wat zij bij ons vaak zochten. En verder geeft ons hier geen mens of geest ook maar één druppel water. Je ziet dus dat we er ellendig en ontzettend arm aan toe zijn!
Hoofdstuk 49: Een groep voormalige balletdanseressen treedt het huis binnen. Zij leden veel gebrek in de geestenwereld. Ootmoedige bede om brood en onderdak - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Die arme wezens daar buiten, die jullie daarnet op gewetenloze manier onteerd hebben, die nu vol pijn, weeklagend er halfdood bijliggen, weten jullie wel wie dat zijn? Welnu, dat zijn op aarde jullie eigen dochters geweest! Ze kwamen deels door natuurlijke ziekten en deels bij de beschieting van Wenen om het aardse leven. Verstoken van iedere geestelijke ontwikkeling kwamen ze hier in deze wereld aan en wisten zich geen raad. Door een welwillende beschikking van God vernamen zij toen, dat jullie als hun aardse vaders je in deze streek moesten bevinden. Vol vreugde en in de hoop hun treurig lot te verbeteren, snelden ze hier naar toe. Toen ze hier aankwamen en jullie zagen en herkenden en jullie met de kinderlijke uitroep 'vader' aan hun hart wilden drukken, sprongen jullie als woedende hyena's op hen af en begonnen als vaders met hun eigen dochters de meest schandelijke ontucht en hoererij te bedrijven. Tevergeefs riepen de stakkers: 'In Gods naam, we zijn toch jullie dochters! Wat doen jullie met ons?! Jezus, Jezus! Wat doen jullie toch!' Maar dat hoorden jullie helemaal niet! Want jullie vervloekte, duivelse bronst heeft jullie blinder gemaakt dan een auerhaan in de baltstijd. Jullie hebben die stakkers in je blinde begeerte gewoonweg verscheurd! O jullie laaghartige, gemene boosdoeners! Daar, kijk naar buiten, naar jullie fraaie werk; wat voor naam moet daaraan gegeven worden? Waarlijk, ik kan er geen woorden voor vinden!
Hoofdstuk 50: Het Weense gezelschap vraagt naar de danseressen. Roberts donderpreek. Zielenredding aan de afgrond - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Daarop wendt Robert zich in zijn hart tot Mij en zegt: 'O, heilige, waarachtig en liefste Vader, vergeef me als ik deze Weense vrienden misschien toch wat al te hard en te scherp heb aangepakt. U ziet immers in mijn binnenste, dat ik hun allen alleen maar het beste toewens en door die scherpe toespraak niets anders wilde bereiken dan hun zo mogelijk het allertreurigste gericht van de hel te besparen. Want ik ben van mening, dat een nog zo scherpe berisping toch altijd nog onnoemlijk milder is dan het kleinste vonkje van het helse gericht! En dus ging ik met al mijn innerlijke kracht tegen deze broeders, die iedere vorm van beschaving missen, tekeer, en ik heb schijnbaar bij enkelen een duidelijk zichtbaar effect teweeggebracht.
Hoofdstuk 50: Het Weense gezelschap vraagt naar de danseressen. Roberts donderpreek. Zielenredding aan de afgrond - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Maar het glibberige geluk was hun niet gunstig gezind. Jouw eerste vriend merkte niet, dat zich onder Fortuna's ( Geluksgodin.) hoorn des overvloeds die fatale kogel bevond, die zo treffend herinnert aan de onbestendigheid van al het aardse geluk! En zo geschiedde het dan ook, dat aan het aardse geluk van Messenhauser maar al te vlug een einde kwam.
Hoofdstuk 51: Drie strijdmakkers van Robert bij de Heer. Ook zij moeten beter gemaakt worden. De dankbare danseressen als werktuigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Hoewel Robert zo'n lofbetuiging niet ongaarne aanhoort, vermant hij zich echter meteen en zegt op zijn gewoonlijk wat ruw ernstige toon: 'Mijn arme zusters, wees niet te voorbarig met je lof en dank! Want jullie weten immers nog lang niet, wie hier de eigenlijke gever van alle goede gaven is.
Hoofdstuk 51: Drie strijdmakkers van Robert bij de Heer. Ook zij moeten beter gemaakt worden. De dankbare danseressen als werktuigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Robert zegt: 'Goed dan, houd je gereed! Want al heel vlug zal de gelegenheid zich voordoen.'
Hoofdstuk 51: Drie strijdmakkers van Robert bij de Heer. Ook zij moeten beter gemaakt worden. De dankbare danseressen als werktuigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Robert doet meteen wat hem is aangeraden en de danseressen hebben er echt plezier in en kleden zich vlug om.
Hoofdstuk 52: Het goede werk van Roberts geest. De minzaamheid van de Heer ontroert zijn hart. Zijn medelijden komt de danseressen ten goede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Robert laat dat dadelijk de eerste danseressen weten en ze dansen van vreugde en ook zij kleden zich in enkele ogenblikken buitengewoon hemelsbriljant aan.
Hoofdstuk 52: Het goede werk van Roberts geest. De minzaamheid van de Heer ontroert zijn hart. Zijn medelijden komt de danseressen ten goede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Maar aan een hel geloof ik helemaal niet. Want als er een God bestaat, dan kan er geen hel zijn. Bestaat er echter geen God, dan kan er nog minder een hel zijn! Want het begrip God is te zuiver, te verheven groots en te wijs en te goed, dan dat men zich uit Hem een hel als begrip van volslagen onvolkomenheid zou kunnen indenken. Zou er echter geen God bestaan, maar slechts zuiver mechanische, onbewuste krachten, dan rijst de vraag, hoe zouden die een systematische hel hebben kunnen voortbrengen?'
Hoofdstuk 53: De volksleiders Messenhauser, Jellinek en Becher in het hiernamaals. Hun meningen over God, hel en noodlot - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Deze Fortuna was de twee anderen evenwel niet zo gunstig gezind, hoewel ze al het mogelijke deden om in de gunst van deze godin te komen. Ze vochten met de wapens van de ganzenveer en bewerkten daarmee een tijdlang dapper en zonder pardon de hoofden van de zogenaamde reactionaire burgers. Maar niemand stierf er aan de verwondingen, die ze hun vijanden met de scherpe pennen toebrachten. En ook Fortuna was eigenzinnig en wilde hun geen vriendelijk gezicht laten zien. Dat ergerde hun zo verschrikkelijk dat zij daarop de eerste wapensoort al gauw loslieten en bij Mars een andere leenden. Maar toen ging het spoedig nog slechter met die twee. Fortuna werd kwaad en wierp tenslotte zoveel kogels onder hun voeten, dat het onmogelijk voor hen werd zich verder nog staande te houden. En hun ode aan Fortuna was daarmee ook volledig ten einde.
Hoofdstuk 51: Drie strijdmakkers van Robert bij de Heer. Ook zij moeten beter gemaakt worden. De dankbare danseressen als werktuigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Wat het nog mooier maken van de danseressen betreft, dat laat ik natuurlijk helemaal aan U over! De eersten zien er naar mijn oordeel helemaal niet slecht uit, want ze zijn nog echt stevig en aardig. Maar de anderen zien er wel erg spichtig uit en hun jurken doen me levendig denken aan de kleding van rondtrekkende komedianten. Wanneer U deze in een wat beter daglicht zou willen plaatsen, zou dat zeker geen kwaad kunnen, vooropgesteld dat ze er niet ijdeler door worden. Nu schijnen ze trouwens niet veel last te hebben van ijdelheid, wat waarschijnlijk de reden zal zijn, dat ze zich meer op de achtergrond houden.'
Hoofdstuk 52: Het goede werk van Roberts geest. De minzaamheid van de Heer ontroert zijn hart. Zijn medelijden komt de danseressen ten goede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Als ze binnen enkele ogenblikken prachtig gekleed weer klaar staan, kan Robert zich niet genoeg verbazen over hun uiterlijk. Hij komt vlug weer naar Mij toe en zegt: 'Maar hoe is dat nu mogelijk! Niet alleen zitten deze prachtige hemelse kleren hun als gegoten, maar ze hebben ook invloed op hun persoonlijkheid. Wat zijn dat nu allerliefste gezichtjes! En hoe mooi blank en gevuld zijn nu hun armen, die eerst zo mager en hoekig waren! Hoe welvend hun boezem! En dan die voetjes! Nee, zoiets krijgt een arme zondaar op aarde nooit te zien. Dat is maar goed ook, want zo'n voetje zou ik op aarde zeker achterna gelopen zijn! Hier, aan Uw zijde, laat me dat echter volkomen onverschillig.
Hoofdstuk 52: Het goede werk van Roberts geest. De minzaamheid van de Heer ontroert zijn hart. Zijn medelijden komt de danseressen ten goede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907  ...