15542 resultaten - Pagina 897 van 1037
... 885 - 886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 ...
[11] O jullie ellendige schurken! Jullie Christus, die jullie eren en begeren, heet goud en zilver, maar van de ware Christus, die voor alle mensen bloedend aan.het kruis Zijn goddelijke armen heeft uitgestrekt, al Zijn vijanden vergaf en de eeuwige Vader in Zichzelf om vergeving voor hen vroeg, hebben jullie een afkeer gekregen. En wel dusdanig, dat jullie, die zichzelf brutaalweg Zijn dienaren noemen, eenieder die Hem en niet jullie aanhangt zonder pardon vermoorden en tenslotte ook nog naar de onderste hel verdoemen! O jullie slangen- en addergebroed, welke duivel heeft jullie wel verwekt? Waarlijk, zou de Heer niet zo eindeloos veel geduld, zachtmoedigheid en liefde hebben, welke hel zou dan gruwelijk genoeg zijn om jullie op te nemen!Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Nu komt Migatzi naar Mij toe en zegt: 'Heer Jezus, U bent het werkelijk! Nu herken ik U pas volkomen! U alleen zij eeuwig alle eer!' Ik pak echter zijn hand en zeg: 'Broeder, word volmaakt!' Daarop ziet Migatzi er meteen heel goed en gezond uit.
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Hier valt de aartsbisschop Jozef in de rede en zegt: 'Ja, ik zie dat jij een nobel vorst was en echt een mens naar de wil van God! Daarom neem ik dan ook jouw vriend aan als de Christus, wat me dan ook mag overkomen. Mijn collega's zullen nu spoedig als duivelen over me heen vallen, maar Migatzi zal blijven bij wat hij nu heeft aanvaard. Ik hoor ze al aankomen!'
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Je ziet dat ik welbeschouwd in wezen geen echte priester was, want mijn mensvriendelijke principes behoedden mij daarvoor. Vind ik Christus nu zoals Hij is en niet zoals Rome Hem verkondigt, dan is Hij mij ook welkom in de kledij van een schoenlappersjongen. Is Hij echter Christus naar roomse snit, dan zij God ons genadig en barmhartig, want dan is ons lot de eeuwig brandende hel, waaruit nooit ofte nimmer meer een uitweg wordt geboden!'
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Nu treedt keizer Jozef naar voren en zegt: 'Luister, zeer eerwaarde heren! Zou het dan niet voldoende zijn om ons slechts voor enkele aardedagen in het vagevuur te werpen? Want kijk, ons meteen verdoemen naar de hel, waar men eeuwig niet meer uit schijnt te komen, is toch wel wat al te hard van u. Heb daarom genade en erbarmen met ons! Bedenk toch hoe het helse vuur een arme duivel onbeschrijfelijke pijnen bezorgt! Het vergaat een arme ziel in het vagevuur weliswaar ook niet goed, maar van daaruit is er toch nog hoop op verlossing; uit de hel echter nooit meer. Heb daarom erbarmen met ons en bevrijd ons van de hel!'
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Ik zeg: 'Helemaal niets, want Ik ben toch niet als een mens, die meteen alles met vuur en zwavel zou willen vernietigen! Wat voor mensen en geesten draagt de aarde? En toch laat Ik dagelijks de zon opkomen en ondergaan en de aarde verlichten en verwarmen op al haar plekken naar de mate waarin de natuur dit vereist. Kijk, in het geduld en de liefde ligt de grootste kracht! Wie deze nooit uit het oog verliest, zal grote dingen bereiken! Daarom moeten wij dan ook geduld en liefde hebben voor alles wat zwak is, dan zal onze moeite steeds met het beste resultaat worden beloond. Laat hen maar schreeuwen! Ze zullen wel ophouden als ze genoeg geschreeuwd hebben. Dus geen angst en geen ergernis meer!'
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Want niet alles is slecht aan de roomse! Alleen is het een gruwel, als ze vanwege de aardse mammon naar middelen grijpt die van zuiver helse aard zijn, zoals: valse wonderen, valse heelmiddelen, aflaten, relikwieën- en beeldenverering, amuletten, vroom klinkende toverformules, blinde ceremoniën, genadebedevaartsoorden, kerkschatten voor ijdele kerkelijke luxe, hoge ambten en ereplaatsen, de meest uitgebreide heerszucht en de hardnekkige mening altijd het grootste gelijk van de wereld te hebben. Ik wil niets zeggen van hun misoffers, niets van hun oorbiecht, van hun tempels, klokken en orgels, niets van waardige kunstwerken, niets van het heilig houden van hun bedehuizen en niets van de begrafenisceremoniën voor overledenen. Want als dit allemaal met een zuivere instelling wordt gebruikt, is het deugdelijk om het menselijke gemoed te verheffen en te veredelen, maar dat de roomse deze op zichzelf genomen zuivere dingen gebruikt om het menselijk hart dom te houden en het blind te doen geloven dat men door het nauwgezet gebruik daarvan tot het leven in de hemel kan komen en alleen daardoor Mijn genade kan verkrijgen, dat is slecht! Want daardoor word Ik tegenover de kinderen als Vader tot een tiran gemaakt, die door de domme mens wel wordt gevreesd maar nooit wordt bemind. De verstandigen en de mensen met levenservaring beginnen zich dan echter voor Mij te schamen. Ze willen dan vaak van een Verlosser, zoals de roomse kerk Hem afschildert, niets meer weten en werpen daardoor het kind met het badwater weg. Dat bewerkstelligt de roomse kerk door haar eigenmachtige leerstelsels, bepalingen, concessies en privileges, die ze voorgeeft van Mij te hebben gekregen, en bovendien door allerlei toegestaan en gepreekt bijgeloof. Dat is het echter waardoor zij zichzelf te gronde richt en eigenlijk reeds te gronde gericht heeft.
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Nu komen er plotseling wel honderd geraamte-achtige wezens in aan flarden gescheurde vespermantels en gedeukte bisschopsmutsen uit alle hoeken te voorschijn en schreeuwen heel opgewonden moord en brand. Eén van hen, hun president, die een meer ezelachtig dan menselijk gezicht heeft, stelt zich nogal op de voorgrond. Hij is weliswaar de domste van allemaal, maar dat maakt daar niets uit, want ze benoemen juist steeds de domste, opdat ze zelf des te meer onbelemmerd kunnen doen wat ze willen. Zo iemand snelt haastig naar Migatzi toe met een ernstig gezicht, dat er daardoor nog dommer begint uit te zien, zodat het hele gezelschap van de Heer begint te schaterlachen. Als de naar voren getreden president dit ziet, wordt zijn gezicht nog ernstiger, waardoor zijn gezicht er nog dommer en belachelijker begint uit te zien.
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Aartsbisschop Migatzi zegt: 'Maar beste vriend, voordat ik mij naar behoren kan instellen op Christus de Heer, moet ik toch eerst inzien dat Hij het werkelijk is! Bewijs me dat eerst eens, dan zal ik anders beginnen te denken en te spreken. Ik heb er toch niet om gevraagd of ik van jou mocht vernemen hoe kort of hoe lang het geduld van de Heer is. Geef mij bewijzen en dan zal wel blijken of ik dan ook nog zo in het wilde weg praat.'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Eens ben ik te weten gekomen hoe een kapucijn op de preekstoel met hel en verdoemenis heeft gedreigd tegen het gebruik van spelden, omdat hij deze voor pure tovenarij aanzag, want de duivel zou in levende lijve naar hem toegekomen zijn en hebben gezegd: 'schenk mij jouw ziel en ik zal je de kunst leren om spelden bij duizenden te maken'. Daar was hij zo geweldig van geschrokken, dat hij van angst was flauwgevallen. Was 'de allerzaligste Maria op de trap', die hij steeds het meest had vereerd, hem toen niet te hulp gekomen, dan was hij zondermeer verloren geweest.
Hoofdstuk 70: Jozef verwijst aartsbisschop Migatzi naar de Heer. Migatzi beschouwt het hiernamaals als bedrog en verklaart Jozef voor geestesziek. Jozef over de oorzaak van zijn dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Aartsbisschop Migatzi ziet hem nu, komt sneller naar hem toe en zegt met een sterk krijsende stem: 'Gegroet, broeder Jozef! Maar hoe kom jij hier in dit ellendige hol terecht?' Jozef zegt: 'Om jou te bezoeken, broeder!' Aartsbisschop Migatzi zegt: 'Dat is heel mooi van je, maar als je nog zo' n aartsketter bent als je op aarde was, zul je hier vervloekt slecht worden ontvangen!'
Hoofdstuk 69: De ware aard van aartsbisschop Migatzi. Gesprek tussen hem en Jozef. Een blik in de duisternis van het priesterdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Jozef zegt: 'O jij geslepen kerel! Nee, ik had me alles behalve zoiets van deze man kunnen voorstellen! Ja, ja, wie politiek wil leren en daarin een meester wil worden, kan het beste naar de zwarte, de scharlakenrode en purperen manteldragers gaan; daar treft hij zeker een politiek aan op een niveau, zoals in de kop van satan nauwelijks te vinden is. Wacht maar, jij zwarte politicus, je zult aan mij een harde noot te kraken hebben!'
Hoofdstuk 69: De ware aard van aartsbisschop Migatzi. Gesprek tussen hem en Jozef. Een blik in de duisternis van het priesterdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Aartsbisschop Migatzi zegt: 'Wacht, nu moet ik eerst even nadenken om je een waardig antwoord te kunnen geven.' Hierop legt de aartsbisschop drie vingers van zijn rechterhand tegen zijn voorhoofd en zegt bij zichzelf: 'Bij mijn armzalige leven, deze Jozef is orthodoxer dan ik, die toch aartsbisschop en kardinaal tegelijk ben! Als ik me er niet zo voor geneerde, dan was ik bijna genoodzaakt om aan te nemen wat hij me over deze jood vertelde. Als ik alleen zou zijn, was het al gebeurd, maar mijn talrijke collega's, die hier met mij dit Vaticaan bewonen, zouden alle duivels uit de hel over mij afroepen als ik zoiets zou doen. Als ik nu maar wist wat ik hier het beste kan doen! Mijn collega's bewaken me met argusogen en luisteren naar me met Midasoren! Ik hoef maar aanstalten te maken om mij bij dit gezelschap aan te sluiten, of die kerels zouden meteen over mij heen vallen als hongerige wolven. O Jozef, je hebt gelijk in alles wat je over Rome hebt gezegd! Zo is het en niet anders, dat weet ik het beste, maar wat kan iemand doen die tot hun college behoort?
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Jozef zegt: 'Niet slecht! Wat leert Christus dan Zelf? Kijk, jij echte roomse farizeeër; Hij zegt: 'Maar wanneer iemand een arme broeder opneemt in Mijn naam, die neemt Mij op; wie Mij echter opneemt, neemt ook Hem op, die Mij gezonden heeft!' Wanneer dus de Heer Zelf zich met onze broeders gelijkstelt, waarom zouden wij er dan anders over denken? Ik zeg je, het is niets anders dan onze hoogmoed, die zich een stralende en hoogverheven God voorstelt en Christus in eenvoudige kledij niet aanvaardt, omdat de hoogmoedige ziel van de mens iets wat er eenvoudig en deemoedig uitziet niet kan verdragen! Alleen de hoogmoedige wenst zich God met kroon en scepter. De deemoedige wenst zich daarentegen een vriendelijke, meer op hemzelf gelijkende God, zodat ook hij het aandurft om zijn ogen naar Hem op te slaan en te zeggen: 'O Heer, wel komt U tot mij, arme zondaar, in het kleed der grootste nederigheid, maar desondanks ben ik het niet waard mijn ogen naar U op te slaan.' Wat denk jij, wie van hen zou voor Christus de Heer de meest aangename zijn?'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Het zou mij hoogst aangenaam geweest zijn als we nog vele jaren samen de Oostenrijkse volkeren hadden kunnen leiden, maar het noodlot heeft gewild dat jij en ik ons van het politieke toneel terug zouden trekken. Zodoende zijn wij beiden ofwel zoals jij beweert gestorven, of naar mijn opvatting gepensioneerd en in een geheime krankzinnigeninrichting gebracht, waaruit we ieder jaar een paar keer naar buiten mogen voor een wandeling om wat te genieten. Jozef, wees verstandig en houd deze joden toch niet voor meer dan ze zijn! Maar zou dit werkelijk de geestenwereld zijn en zou jouw verhaal over Christus waar zijn, dan zou Hij zich aan een keizer en een kardinaal toch anders presenteren dan als een gewone sjacherjood! Welke bewijzen heb je dan voor je bewering? Christus een sjacherjood! Nou vraag ik je!'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)