Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 898 van 1088

...  886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911  ...
[1] De patheticus laat nu de heldin staan en begeeft zich naar Robert, om hem er eerbiedig op te wijzen, wat een laag bij de grondse wezens hier in de geestenwereld zijn voorname huis verontreinigen. Zou hij zulke wezens niet ergens anders heen kunnen sturen?
Hoofdstuk 64: De patheticus wordt door Robert terechtgewezen. De goedhartige heldin spreekt hem tevergeefs toe - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De patheticus maakt een buiging voor Robert en zegt: 'Als achtenswaardige heren hier zo worden aangesproken, dan vraag ik of u mij wilt veroorloven weer naar buiten te gaan, want hier stinkt het van de platvloersheid en van het gepeupel!'
Hoofdstuk 64: De patheticus wordt door Robert terechtgewezen. De goedhartige heldin spreekt hem tevergeefs toe - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Robert zegt: 'Vriend, in dit huis bevindt zich nergens een kerker, noch een keten, behalve die van de liefde! Wilt u zich deze niet laten welgevallen, dan kunt u net zo vrij weer naar buiten gaan als u bent binnen gekomen. Alleen moet ik er helaas aan toevoegen, dat het voor u een beetje moeilijk zou kunnen worden dit huis van liefde weer binnen te gaan. Want het zou heel goed mogelijk kunnen zijn dat dit huis uit uw gezichtsveld zou verdwijnen, zodra u de eerste stap naar buiten doet. U weet nu waar u aan toe bent. Maar u bent vrij en kunt doen wat u wilt.'
Hoofdstuk 64: De patheticus wordt door Robert terechtgewezen. De goedhartige heldin spreekt hem tevergeefs toe - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Na deze woorden gaat de heldin met nog enkele Weners snel naar Jellinek en Mij toe en begint direct het volgende gesprek met Jellinek: 'Nou, nou, meneer de dokter, nu had ik u toch bijna niet herkend. Grüsz Gott! Hoe maakt u het en wat doet u hier zoal?'
Hoofdstuk 65: De Weners en de onplezierige Bohemer. De heldin wendt zich tot Jellinek. Deze verwijst haar naar de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Jellinek zegt: 'Ja, mijn beste vriendin, daar vraag je naar iets, waar ikzelf ook nog niet achter ben. Ik heb zo'n vermoeden dat hij een grote, machtige engelgeest is, en dat hij naar ons is toegezonden, om ons te leren en de juiste weg naar God te wijzen. Maar dat is ook alles wat ik je kan zeggen. Hoe hij eigenlijk heet en welke hoge plaats hij voor God bekleedt, dat weet ik evenmin als jij. Maar het is zeker, dat alleen hij hier echt kan helpen, omdat hij daartoe de macht bezit.'
Hoofdstuk 65: De Weners en de onplezierige Bohemer. De heldin wendt zich tot Jellinek. Deze verwijst haar naar de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] De heldin zegt: 'Aha, aha, daar gaat me al een lichtje op! Weet u, meneer Jellinek, ik denk, dat is misschien wel zo'n apostel? Misschien wel Petrus of Paulus. He, wat denkt u ervan, heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 65: De Weners en de onplezierige Bohemer. De heldin wendt zich tot Jellinek. Deze verwijst haar naar de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Een ander komt naar voren en zegt op pathetische toon: 'Vrienden, bedenk wel waar jullie zijn! Het is hier niet het Prater, waar het Weense mensdom zich nog tien keer grover gedraagt dan anders! Bedenk, hier is het geestenrijk, waar men zich goed moet gedragen en ernstig moet zijn om niet ogenblikkelijk voor eeuwig te worden verdoemd. Want bij God is er geen genade en geen pardon meer in deze wereld!' De heldin zegt: 'Hoho, maak u zich niet zo druk, opgeblazen leeghoofd! Dat onze lieve Heer met iemand als u die het bier bij emmers zuipt geen erbarmen kan hebben, dat is toch heel natuurlijk!' De pathetische spreker zet grote ogen op en zegt: 'Wa-a-at zegt deze lelijke Blocksberg heks? Wacht maar, voor dat potje zal hier in de geestenwereld ook wel een deksel te vinden zijn! Is hier dan geen kerel, die niet bang is zijn handen vuil te maken om deze vuile deern de nek om te draaien?' De heldin zegt: 'O, doe daar maar geen moeite voor. Want als het hier op de gemeenste kerel aan zou komen om mij de nek om te draaien, dan zou daarvoor immers niemand geschikter zijn dan u! Maar dan denk ik dat zo'n karwei nog veel te goed voor u zou zijn. Wie denkt u wel dat u bent, levend biervat?!' U mist uw wijntje en uw Trijntje in de geestenwereld, hé? Troost u maar, misschien komt uw Trijntje ook wel gauw. Dan zal onze lieve Heer meteen barmhartiger zijn dan U nu!'
Hoofdstuk 63: De gasten bij het zien van de danseressen. Volksgesprekken. De barricadeheldin. De pathetische spreker - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na deze inlichtingen kijkt de heldin Mij een poosje aan, komt daarna dichterbij en zegt tegen Me: 'Vergeef me, beste heer, dat ik u nu met een verzoek lastig val. Ziet u, meneer Jellinek heeft me naar u verwezen en me gezegd, dat u zelfs zo almachtig zou zijn, dat u iedereen zou kunnen helpen, wat hem ook maar mocht mankeren. Ziet u, beste, vriendelijke heer, bij mij mankeert er heel wat aan, en dus valt er ook heel wat te helpen. Weest u zo goed om mij en ons Weners allemaal te helpen, als het u mogelijk is. Kijk, wij zijn op aarde opgegroeid als het lieve vee, en zijn dus ook als beesten hier naar toe gekomen en zijn ziek van top tot teen, hoe je het ook bekijkt. Bovendien zijn we ook nog zo dom als een dertigjarige godsdienstoorlog! Weest u zo goed om ons wat gezonder en verstandiger te maken dan we nu zijn en we zullen ons dan allemaal wel beter gedragen!'
Hoofdstuk 66: De heldin wendt zich tot de Heer om hulp. De raad van de Heiland. Beken openlijk wat je mankeert.Verhaal van een gevallene - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Na haar keel een beetje te hebben geschraapt, zegt de heldin: 'In Gods naam dan maar; als het dan toch moet, luistert u dan maar welwillend naar me. Ziet u, op mijn veertiende jaar heb ik al op Pinkstermaandag mijn maagdelijkheid verloren en als ik me niet vergis, was het een zekere Toni Pratenhuber. Dat was me een fraaie knaap! En omdat hij er zo bij mij op aandrong, heb ik gedacht: je kunt toch niet eeuwig maagd blijven en je moet toch eens proberen hoe dat is. En daarom heb ik hem maar zijn gang laten gaan! En omdat het mij zo goed beviel en hem ook, hebben we het daarna nog vaker geprobeerd. En ik zou niet zo slecht geworden zijn, als ik maar een keer zwanger had kunnen worden. Maar ik kon doen wat ik wilde, het is nooit zover gekomen. Want zie, dan had Toni wel met mij moeten trouwen. Maar omdat hij dacht dat ik onvruchtbaar was, heeft die gemenerik mij daarna laten zitten en heeft een ander genomen. En ik was helemaal wanhopig en dacht bij mezelf: nu is me ook alles om het even, een paar minnaars meer of minder! Je gaat toch naar de hel, als er een bestaat. En toen ben ik pas echt losbandig gaan leven en was er geen houden meer aan. Een vader heb ik nooit gezien en mijn moeder, God moge haar troosten, was zelf geen haar beter dan ik. En kijk, door zo te leven werd ik verschillende keren aangestoken en anderen ook weer door mij. En toen heeft zo'n homeopatische dokter me later wel geholpen, maar daarvoor moest ik later bij hem in dienst gaan. Nou ja, dat hij toen geen rozenkrans met mij heeft gebeden, dat kunt u zich wel indenken!
Hoofdstuk 66: De heldin wendt zich tot de Heer om hulp. De raad van de Heiland. Beken openlijk wat je mankeert.Verhaal van een gevallene - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Het verschil tussen het leven in deze wereld en dat in de geestenwereld wordt bij natuurlijke geesten, wanneer ze van meer eenvoudige aard zijn, slechts door de doeltreffende verschijningsvorm van de plaatselijke toestand bepaald. Zij is steeds min of meer een weergave van hoe de geesten grotendeels innerlijk geaard zijn. Deze verschijningsvorm hier in de geestenwereld, die door de achterwege gebleven wedergeboorte van de geest zeer sterk beïnvloed wordt, komt meestal slechts ten goede aan die arme geesten, die op aarde in natuurlijke en geestelijke armoede hun leven hebben doorgebracht. Maar geesten van rijke bezitters van allerlei aardse goederen, waaraan hun hart kleeft als een poliep aan de zeebodem, vinden alles terug wat ze hier hebben verlaten. Ze kunnen daar verscheidene eeuwen, volgens aardse berekening, in zo'n grof-natuurlijke toestand volharden en worden daar niet eerder uitgetild dan wanneer ze in zichzelf de behoefte beginnen te voelen naar iets hogers en volmaakters.
Hoofdstuk 67: Speciale opmerking van de Heer over het doel van deze, deels ergerlijk schijnende bekendmaking - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De patheticus, die nu in het gezelschap verscheidene van zijn soortgenoten heeft gevonden, ergert zich er al over, dat deze naar zijn mening ellendige 'Lerchenfelderin' (Lerchenfeld: destijds een minder fraaie buurt in Wenen.) zo onbeschaamd is om Mij, als zijnde een notabele van dit huis, lastig te vallen. Hij gaat daarom met nog een paar anderen op haar af en zegt: 'Zeg eens, jij slet uit Lerchenfeld, hoe lang denk je deze achtenswaardige heer des huizes nog lastig te vallen met je hondengeblaf? Heb je dan helemaal geen manieren?'
Hoofdstuk 68: De wachtende heldin en de hoogmoedige patheticus. De laatste door de Heer terechtgewezen.Liefdewonder aan de heldin Helena - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Maar omdat je mij, arme zondares, zo'n eindeloos grote genade hebt bewezen die ik zeker nooit in de geringste mate waardig kan worden, O, zeg me nu dan ook wat ik moet doen en hoe ik me moet gedragen om jou ook maar enigszins naar behoren mijn dankbaarheid te tonen.'
Hoofdstuk 68: De wachtende heldin en de hoogmoedige patheticus. De laatste door de Heer terechtgewezen.Liefdewonder aan de heldin Helena - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Want logica en ervaring leren ons, dat diegene die de minste eisen stelt aan zijn naasten, het gelukkigst is. Daarom is het werkelijk een dwaasheid om het geluk te willen bereiken door middel van datgene, waarmee het nooit bereikt kan worden! Zeg eens, wat lijkt jou beter en doelmatiger: het streven naar vervulling van talloze behoeften, die als onkruid in de ziel woekeren, of een wijze beperking van die behoeften tot een haalbaar minimum?'
Hoofdstuk 69: De patheticus over deze wonderbare verandering van Helena. Verschil tussen droom en werkelijk leven. Olafs gelijkenis van de bruidswerving - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Nu weten jullie waarom deze belangrijke scène letterlijk en breedvoerig wordt geopenbaard. En daarom willen we weer terugkeren naar de scène, want onze heldin wordt al wat onrustig en wacht vol verlangen op het antwoord van Jezus Christus, dat Ik haar beloofd heb over te brengen. Jullie moeten daarbij nog rekening houden met de belangrijke omstandigheid, dat deze betekenisvolle scène zich juist nu afspeelt in de geestenwereld en derhalve een grote invloed uitoefent op de gebeurtenissen van deze aardse tijd. Uit al deze tamelijk platvloers klinkende gesprekken kunnen jullie met een beetje scherpzinnigheid de hele situatie en het verloop van de gebeurtenissen, zoals ze zich op aarde afspelen, heel gemakkelijk herkennen. Evenals de gevolgen van deze gebeurtenissen, die vooral uit het verdere verloop van deze scène helder en duidelijk zullen voortvloeien. Maar jullie moeten je nergens aan ergeren, want het moet hier allemaal gaan zoals het gaat. En nu terug naar de scène!
Hoofdstuk 67: Speciale opmerking van de Heer over het doel van deze, deels ergerlijk schijnende bekendmaking - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Mijn beste vriend, het spijt Me hier in geen geval gevolg te kunnen geven aan uw verzoek. En wel om de aloude reden, de oude grondregel, dat voor God alles een gruwel is wat de zogenaamde betere wereld als groot, schitterend, verheven en mooi betitelt en vereert. Want God blijft steeds dezelfde en schept nooit welbehagen in mannen van aanzien, die de waarde van een mens slechts bepalen naar het aantal adellijke titels, naar ambtelijke waardigheid of naar de hoeveelheid geld, en alle andere mensen voor gepeupel uitmaken. Maar alles wat voor de wereld klein en gering is en vaak geminacht wordt, staat bij God weer in hoog aanzien. En daarom moet Ik, als een allerintiemste vriend van God, u hier eerlijk bekennen dat deze door jullie verachte Lerchenfeldse Mij honderd keer liever is dan jullie, hoogadellijke vrienden; tenminste als Ik zo vrij mag zijn jullie als mijn vrienden te mogen betitelen! Jullie hebben deze arme nu echter een grote dienst bewezen, want van nu af aan wil Ik Me pas echt over haar ontfermen en haar een vorming geven, waarvoor zelfs de engelen respect zullen krijgen. Ze zal spoedig heel hoog geplaatst worden en een sieraad van dit huis zijn! Waar jullie, mannen van eer, je echter binnenkort zouden kunnen bevinden, zal de toekomst wel uitwijzen! Ik verzoek jullie echter omwille van jullie eigen heil, deze arme verder niet meer lastig te vallen, want ze hoort nu helemaal bij Mij! (Mij tot de heldin wendend): 'En jij, Mijn lieve 'Magdalena', ben je daar tevreden mee?'
Hoofdstuk 68: De wachtende heldin en de hoogmoedige patheticus. De laatste door de Heer terechtgewezen.Liefdewonder aan de heldin Helena - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  886 - 887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911  ...