Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 899 van 1112

...  887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912  ...
[4] De patheticus is nu toch met stomheid geslagen, omdat hij het met de opmerking van zijn vriend wel eens is. Maar een derde uit het gezelschap staat op en zegt: 'Waarde vrienden, jullie beiden begrijpen de zaak helemaal verkeerd! Kijk, deze verandering heeft in mijn ogen een heel natuurlijke oorzaak. We zijn nu in de pure geestenwereld. Ons leven is niets anders dan louter een droom, en wat we nu zien is een spel van onze fantasie, waaraan niets echt en waar is behalve zijzelf. Deze fantasie belieft het nu ons allerlei taferelen voor te spiegelen, die zich aan de droomzintuigen van onze ziel voordoen als objectieve werkelijkheden. Deze betekenen echter even weinig als de beelden, die we op aarde door middel van een zogenaamde toverlantaarn tot stand brachten. Kijk, zo liggen die zaken hier! Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 69: De patheticus over deze wonderbare verandering van Helena. Verschil tussen droom en werkelijk leven. Olafs gelijkenis van de bruidswerving - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] In een droom voelde ik nooit pijn, honger of dorst. De gestalten van de mij in een droom verschijnende wezens waren steeds zeer vluchtig en veranderlijk en ze verdrongen elkaar in hoog tempo, en wel op zo'n manier dat er van de voorgaande gestalten gewoonlijk niets meer aanwezig was, wanneer de volgende verschenen. Van een of andere logische volgorde tussen het voorafgaande en het daaropvolgende was nooit het minste spoor te ontdekken. Hier daarentegen vindt alles, hoewel het onloochenbaar het stempel draagt van het wonderbaarlijke, in zulk een logische consequentie plaats, dat men zich als stille toeschouwer daarover niet genoeg kan verwonderen.
Hoofdstuk 69: De patheticus over deze wonderbare verandering van Helena. Verschil tussen droom en werkelijk leven. Olafs gelijkenis van de bruidswerving - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] De patheticus zegt: 'Vriend, je hebt gelijk. Ik ben het volkomen met je eens. Maar ik kan niet begrijpen hoe men ook hier hartstochtelijk voor of tegen iets ingenomen kan zijn! Kijk, het ergert me nog hoe deze nu zo onbeschrijfelijk mooi geworden Lerchenfeldse mij daarnet zo vreselijk voor aap heeft gezet. En toen ik me daarna bij haar vriend en geliefde wilde rechtvaardigen, kreeg ik ook van hem een antwoord, waar ik zeker niet om had gevraagd! Kort en goed, ik werd tot in het diepst van mijn ziel gekrenkt, wat men zich als man van onbesproken gedrag toch niet zo maar kan laten welgevallen. En kijk, juist het feit dat men ook hier in het rijk der geesten, in het rijk van de hoogste orde en consequentie, nog gekrenkt en beledigd, ja zelfs behoorlijk kwaad kan worden, is me een raadsel! Leg me eens uit hoe dat mogelijk is en ik wil me dan volkomen bij jouw mening aansluiten.'
Hoofdstuk 69: De patheticus over deze wonderbare verandering van Helena. Verschil tussen droom en werkelijk leven. Olafs gelijkenis van de bruidswerving - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De aangesproken Max Olaf zegt: 'Vriend, deze zaak is heel eenvoudig en duidelijk. Wat is dan krenken en beledigen? Niets anders dan het afwijzen van onze natuurlijke hoogmoed. De hoogmoed op zich echter lijkt me het gevoel in de ziel te zijn, waardoor deze haar hoge goddelijke afkomst alleen maar op zichzelf betrekt en zo opvat als zou alleen zij de bevoorrechte zijn; al het andere zou of veel minder, of zelfs helemaal niets zijn! Wordt nu dit gekoesterde idee gedwarsboomd door iets, dat op zijn minst op dezelfde waardigheid aanspraak maakt, dan ondervindt de ziel deze tegenstand als pijnlijk, beperkend en daardoor krenkend. Omdat ze daaruit opmaakt, dat anderen haar niet voor datzelfde willen houden als waarvoor ze zich zelf houdt. Een dergelijke toestand van de ziel lijkt me echter erg onlogisch en inconsequent; daarom zal ze een totaal andere richting moeten inslaan, wil er voor de ziel een werkelijk geluk uit groeien.
Hoofdstuk 69: De patheticus over deze wonderbare verandering van Helena. Verschil tussen droom en werkelijk leven. Olafs gelijkenis van de bruidswerving - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Toen ik in mijn vaderland aankwam en gelukkig mijn ouders, broers en zusters in goede gezondheid aantrof, was daarop mijn eerste gang naar de stad waar zich mijn goede vader-overste, nu tot generaal majoor bevorderd, bevond. De vreugde over ons weerzien was groot. Mijn eerste zorg was hem mijn grote schuld terug te betalen. Maar hij nam niets aan en zei, toen ik het pure goud voor hem op tafel legde: 'Mijn beste vriend, je weet dat ik nooit getrouwd ben geweest en geen kinderen heb. Jij bent mijn enige zoon, die mij dierbaar is en dus ook de erfgenaam van mijn gehele vermogen is. Beschouw deze kleinigheid als een vaderlijk voorschot en maak er verder maar geen punt meer van!'
Hoofdstuk 70: Het huwelijksverhaal van de patheticus. De hulpvaardige generaal - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Zo'n twintigtal begeeft zich met Max Olaf naar mij toe. De aanvoerder buigt diep voor Mij en zegt: 'Mijn Heer en hoogste Vriend, op Uw aanraden heb ik, wals U ziet, een kleine mij door mijn hart ingegeven werving gehouden en dit gezelschap hier bij U gebracht.
Hoofdstuk 77: Olafs voorspraak bij de Heer. Goede getuigenis van de Godheid van Jezus en volledige overgave aan de wil van de Heer. Verzadiging van de arme zielen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Na deze aanwijzingen van Jellinek wendt Helena zich heel berouwvol en buigend tot op de grond tot Mij, en kan van louter vrees bijna geen woord uitbrengen. Maar Ik pak haar bij de arm en zeg tegen haar: 'Maar Mijn liefste dochter Helena, wat trek jij nu voor een gezicht? Voor wie ben je dan zo verschrikkelijk bang? Kijk, Ik ben toch bij je! Hoe kun je aan mijn zijde nu bang zijn?'
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] Helemaal verbluft wrijft Helena zich de ogen en zegt tenslotte met een stem die trilt van liefde: 'Hm, dat zou inderdaad verrukkelijk zijn! Ik zou U natuurlijk graag oneindig liefhebben, als U maar niet zo heilig en almachtig zou zijn!'
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[20] Als Helena Mij zo minzaam voor zich ziet staan, verdwijnt eindelijk al haar angst. Ze werpt zich aan Mijn borst, kust deze en zegt na een poosje: 'God, o God, dat doet echt goed! Kon ik maar zo de hele eeuwigheid bij U blijven!' Eindelijk richt ze zich weer op en zegt: 'Maar hoe is het toch mogelijk, dat U, mijn God en Heer, zo onbegrijpelijk minzaam kunt zijn? Nee, dat had ik op aarde nooit durven denken. Zo goed, deemoedig en lief bent U! Wie niet van louter liefde voor U gewoonweg bezwijkt, is werkelijk geen mens!'
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[24] Helena zegt: '0, mijn God en mijn Heer! Als men U aanziet en zo eenvoudig hoort praten, dan kan iemand zoals ik zich helemaal niet indenken, dat U onze allerliefste Heer en God zou zijn. Maar toch bent U het, en dat zie ik nu heel duidelijk. Maar daarom word ik nu ook zo verliefd op U, dat mijn hart van louter liefde zou kunnen barsten! Maar U zult me dit toch niet kwalijk nemen, want ik kan er immers niets aan doen. Waarom bent U ook zo lief, innig goed en zo bescheiden en minzaam?'
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Bij deze woorden keert Emma zich nog eenmaal om en zegt: 'Uwe hoogheid, u had de goedheid mij daarnet te zeggen dat ik deze proef slecht doorstaan heb, maar u denkt er niet aan dat dit hele, door mij goed doordachte optreden niets anders was dan een indringende vraag aan mijn heer gemaal of hij nog wel van mij houdt. Want ik moet nu eerlijk bekennen, dat mijn heer gemaal zich nu al bijna anderhalf jaar lang onbegrijpelijk koel tegenover mij heeft gedragen, wat mij helemaal ongelukkig maakte. Ik gaf hem vaak te verstaan, dat ik niet meer datgene voor hem betekende, wat ik eerst voor hem was! Maar daarop had mijn vorstelijke heer gemaal altijd duizenderlei verontschuldigingen. Dan moet er toch iets mis zijn!
Hoofdstuk 71: Het huwelijksparadijs van de patheticus verduistert. Het ware gezicht van de echtgenote - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De generaal zei daarop tot Emma: 'Mijn lieve schoondochter, als de zaak zo ligt, krijgt ons proces toch wel een heel ander gezicht. Ik voel me daarom verplicht u allereerst om vergiffenis te vragen, en daarna mijn heer zoon de les te lezen!' Emma zegt: 'Hoogheid, ik verlang niets anders dan onze eerste liefde. Is deze er nog, dan wil ik hem alles vergeven en alles doen wat zijn hart maar verlangt!' De generaal wendde zich nu tot mij en sprak: 'Ja, hoor eens mijn zoon, als het jouw schuld is dat je vrouw tegenover jou alleen maar noodgedwongen zulke betreurenswaardige excessen beging, dan moet je nu allereerst je fout weer goed maken. Emma verlangt je eerste liefde. Onthoud haar die dus niet!'
Hoofdstuk 72: Verlangens van echtgenote Emma. Bemiddelingspogingen van de generaal. Echtelijke ruzie - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De generaal zegt: 'In welke voorstad is het en op welke verdieping?' De kamerdienaar zegt: 'De voorstad noem ik om goede redenen (daarbij op mijn vrouw wijzend) niet. Het is echter op de tweede verdieping. Want als men zich voor de vijand terugtrekt, moet men hem niet aan zijn neus hangen waarheen!' De generaal zegt: 'Bent u misschien ook al eens gevlucht voor een vijand, dat u dit zo goed weet?' De kamerdienaar zegt: 'Op twee manieren, mijnheer! Een keer als wachtmeester voor een echte vijand, die het bommen, granaten en kartetsen deed regenen, en kort daarna voor een onechte, nl. mijn vrouw. Toen heeft het wel geen bommen, granaten en kartetsen geregend, maar wel hele sprinkhanen plagen van lasterpraatjes! Vijf jaar heb ik het uitgehouden met alle geduld en liefde. Maar het was absoluut onmogelijk om het nog langer bij haar uit te houden. Ik trok me daarom van die tweede vijand terug, zocht een baan en vond er spoedig een, namelijk deze hier. Wanneer misschien, edele heer, uw gemalin voor deze zaken bij mijn beminnelijke echtgenote in de leer wil gaan, dan kan ik haar geen geschikter persoon aanbevelen!'
Hoofdstuk 73: Vervolg van het huwelijksverhaal. Emma's zenuwcrisis en ommekeer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Mijn Emma, die uit woede bij een raam wat verderop in de kamer was gaan staan, loopt daarop verbeten op mijn kamerdienaar af en steekt haar lieve handje uit om hem een stevige oorvijg te geven. Maar de kamerdienaar weert haar af en zegt: 'Hoho! Zulk voer kan ik me zelf wel buiten bij een marktvrouw halen! Mijn gezicht is niet zo nobel, dat het zich voor het scheren door zo'n hoogadellijk handje zou moeten laten inzepen! Blijf minstens drie stappen van mijn eerlijke sergeant-majoorslijf af, anders zou ik op het idee kunnen komen om met mevrouw de barones een hoogst merkwaardige dans uit te voeren, begrepen!?' Emma ploft bijna uit elkaar van woede en schreeuwt: 'Verdwijn uit mijn ogen, gemeen volk; ga uit mijn ogen, beesten! Jij gemene schoft, hoe durf je mij zulke dwaasheden naar het hoofd te slingeren; mij, een barones van de oudste adel! Scheer je ogenblikkelijk weg hier, anders laat ik je door de politie ophalen!'
Hoofdstuk 73: Vervolg van het huwelijksverhaal. Emma's zenuwcrisis en ommekeer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] De generaal zegt daarop: 'Ja, als de zaak zo ligt, dan heb ik medelijden met jou en ook met je vrouw, die inderdaad ziek schijnt te zijn. Natuurlijk kun je onder zulke omstandigheden als heer, mens en echtgenoot je Emma in geen geval verlaten. Ik moet jullie nu voor dringende zaken verlaten, maar ben over een paar uur weer bij jullie terug. Maak voor mij een kamer gereed, want ik zal enkele dagen bij jullie doorbrengen.' De generaal gaat nu weg. De bedienden beginnen weer alles terug te plaatsen, hetgeen hun enigszins noodlottig voorkomt. En mijn Emma lijkt totaal veranderd en weet zich nauwelijks meer iets te herinneren van wat er eerder tussen ons is voorgevallen. Ik was heimelijk verbaasd, Emma, daarnet nog een duivelin, was nu als een engel!'
Hoofdstuk 73: Vervolg van het huwelijksverhaal. Emma's zenuwcrisis en ommekeer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  887 - 888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912  ...