Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 900 van 1490

...  888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913  ...
[7] Voor de Heer zal het niet moeilijk zijn om deze wonderlijk edele vruchten te scheppen volgens Zijn eeuwige orde; maar is het niet enigszins tegen Zijn heilige orde om van iets slechts, iets edels en het allerbeste te maken?! Kort en goed, dit is mij te volmaakt en daarom ook te onbegrijpelijk; geef mij daarom een antwoord!'
Hoofdstuk 248: De bijeenkomst van de gasten in de troonzaal. De wonderbaarlijke vruchten op de tafels. De zetel en de oorsprong van het boze in het menselijke hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Maar ik zeg je: Niets in de wereld is slecht dan alleen de mens, wanneer hij zich in zijn hart afwendt van de Heer; en is de mens op deze manier boos en slecht geworden, dan is voor hem ook de hele wereld slecht en boos.
Hoofdstuk 248: De bijeenkomst van de gasten in de troonzaal. De wonderbaarlijke vruchten op de tafels. De zetel en de oorsprong van het boze in het menselijke hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Kijk nu eens verder: Wanneer nu de Heer je kon verbeteren en reinigen, terwijl je waarachtig boos en slecht was, dan zal het toch ook niet moeilijk voor Hem zijn om de vruchten van deze bodem te veredelen?!
Hoofdstuk 248: De bijeenkomst van de gasten in de troonzaal. De wonderbaarlijke vruchten op de tafels. De zetel en de oorsprong van het boze in het menselijke hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Deze vruchten echter tonen je de vruchten van je daden van je hart en zodoende ook werkelijk het welgevallen van de Heer daaraan; en zo heb je hier voor ogen wat ik je daarstraks in de andere zaal heb voorzegd, namelijk het welgevallen van de Heer.
Hoofdstuk 248: De bijeenkomst van de gasten in de troonzaal. De wonderbaarlijke vruchten op de tafels. De zetel en de oorsprong van het boze in het menselijke hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Zie, dat schuilt er achter deze verschijning; en laat ons nu dan ook aan de voor ons bereide tafel plaats nemen en ons sterken in de naam van de Heer. Amen.'
Hoofdstuk 248: De bijeenkomst van de gasten in de troonzaal. De wonderbaarlijke vruchten op de tafels. De zetel en de oorsprong van het boze in het menselijke hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Na deze innige, intense bede zegende Henoch de spijzen en de drank in naam van de Heer en zei daarop: 'Nu dan, lieve broeders en lieve zusters, laten wij welgemoed ons lichaam versterken en eten en drinken in naam van de Heer!'
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Door deze woorden was Lamech volkomen tevreden met wat er op zijn tafel stond, en hij liet het zich heel goed smaken.
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Maar toen Lamech die onbetamelijkheid van de kant van zijn bedienden zag, werd hij bijna boos en zei tegen de dienaren: 'O jullie vreselijk slangengebroed! Dank God de Heer, dat Hij nu mijn gerechte toorn in toom houdt! Waarlijk, anders zou voor deze daad de diepste van al mijn gevangenissen levenslang je deel geworden zijn!
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] God is nu mijn en jullie enige Heer, maar deze heeft jullie beslist niet opgedragen de armen bij mij weg te houden. Daarom hebben jullie blind en eigenmachtig gehandeld!
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Deze woorden van de arme man braken Lamechs hart geheel, zodat hij weende; hij zond ook meteen een andere dienaar om aan de harde dienaren hun vrijheid verkondigen. Lamech echter ging met zijn arme gast de zaal in en gaf hem zijn plaats.
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] 'Lamech, nu heeft het eeuwige leven jou omvat, en Ik, je God en je Heer, wil voor jou niet alleen een Vader, maar ook een ware Broeder zijn! En zo zal Ik deze aarde voor eeuwig bewonen!'
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Deze woorden van de Arme drongen als duizend bliksemschichten door de harten van alle aanwezigen. Zelfs Henoch was niet voorbereid op deze verschijning van de Heer, waarom hij ook reeds eerder aan Lamech uit het wonderbaarlijke fenomeen van de vruchten het welgevallen van de Heer had verzekerd.
Hoofdstuk 250: Henoch en de Heer als een Arme. Over het wezen van de almachtige Godheid en over de armoede van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Pas na deze uitroep begon de Vader in de gedaante van de Arme de volgende woorden tot ons gezelschap te richten en zei alsof Hij tot Henoch sprak:
Hoofdstuk 250: Henoch en de Heer als een Arme. Over het wezen van de almachtige Godheid en over de armoede van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Zoals echter deze liefde het eigenlijk oorzakelijke wezen is in God, is zodoende ook jouw ziel een fundamenteel wezen van jouw zijn en is een vat ter opname van het eeuwige leven, en alles in haar kan in het eeuwige leven worden omgezet, ook het lichaam, dat een werk of een tempel is van Gods geest door het goddelijke moeten.
Hoofdstuk 250: Henoch en de Heer als een Arme. Over het wezen van de almachtige Godheid en over de armoede van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Nu vraag je: `Waarom door een moeten?' Zie, zolang als je een steen in je hand houdt, bevindt deze zich onder jouw vrije gezag, en je kunt er mee doen watje wilt!
Hoofdstuk 250: Henoch en de Heer als een Arme. Over het wezen van de almachtige Godheid en over de armoede van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  888 - 889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913  ...