Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 91 van 91

...  66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91
[5] De Godheid is gelijk aan een rad, een wiel, dat zich met zijn velgen en spaken en zijn naaf omwentelt. Het is in elkander gevoegd alsof het zeven raderen waren, zodat het zonder het te verplaatsen naar alle kanten draaien kan. Men ziet steeds alle zeven raderen en de ene naaf in het midden daarvan in rechte lijn en kan toch niet begrijpen, hoe het wiel is gemaakt. Men verwondert er zich steeds weer over het wiel, omdat de omwenteling zeer wonderlik is, terwijl het wiel toch op zijn plaats blijft. Op een dergelijke wijze wordt de Godheid steeds weer opnieuw geboren en vergaat nooit en op de zelfde wijze ook ontstaat steeds weer het leven in Engelen en mensen.
Hoofdstuk 16: Over de zevende gestalte of verschijningsvorm van het zondebeginsel Lucifer en zijn Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[19] Ziet, wanneer de lichamelijke Oergeesten hun wil gebruiken om toverij te plegen, zo is de zielegeest, die verborgen is in de hoedanigheden van sterren en elementen, en daarin heerschappij voert, een tovenaar en heeft zich in de toverij begeven. Het dierlijke lichaam echter kan dit zo gemakkelijk niet doen, maar het moet door tekenen en bezweringen en door allerlei, daartoe dienstige instrumenten betoverd worden, zodat de zielegeest het dierlijke lichaam onzeker maakt en het kan veranderen in de gestalte, die oorspronkelijk de bedoeling was van de Oergeesten. Het dierlijke vlees kan zich zelf niet veranderen, maar het wordt in een substantie voortgebracht, die is te vergelijken met dat van een dier, of met hout of iets dergelijks. Iets, dat in de elementen een bepaalde be­doeling en een bepaald aanzicht heeft. Maar de siderische geesten kunnen een andere vorm of gestalte aannemen, maar ook slechts zolang, als de natuur het hun toelaat. Want, wanneer zij zich, de natuur nml., in haar omwentelingen en doordringen van alles, verandert, zodat een bepaalde oergeest de eerste wordt, zo ligt haar kunst daar neder, en hare goddelijkheid, die er is in de eerste oergeest, neemt een einde. Bestaat zij langer, zo moet zij opnieuw, naar het beeld van de thans regerende oergeest ge­schapen worden. De natuur laat niet elk ogenblik met zich spotten, maar alles moet plaats grijpen naar de wil van die geest, die de eerste is. Niet dezelfde geest Gods, die in de natuur de eerste is, veroorzaakt toverij, maar deze ontstaat door de boosheid van de Salniter, dewelke Lucifer heeft aangestoken. Wanneer de macht van deze zelfde geest geëindigd is, zo kan het aangestoken vuur de maker der toverij óók niet meer dienen. Want het vuur des levens in de natuur is in deze tegen­woordige tijd niet het huis van satans geweld; nademaal de liefde in het vuur des toorns verborgen is, en Lucifer met zijn Engelen gevangen is in het gericht Gods, zo is zij het vuur des toorns, ontdaan van de liefde, deelachtig geworden en zijne tovenaars zullen, zonder twijfel, hetzelfde ondervinden.
Hoofdstuk 16: Over de zevende gestalte of verschijningsvorm van het zondebeginsel Lucifer en zijn Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Ziet, toen Lucifer met zijn heirleger het vuur des toorns in de Goddelijke natuur ontstak, zodat God vertoornd werd, zo werd de natuur boos, koud, verhit, bitter, zuur en wrang. De geest, die voordien in de natuur vol liefde en zachtmoedigheid had gewerkt, werd vol van verschrikking, welke geest men thans het element “lucht” of “wind” noemt. Want toen de zeven Oergeesten ontstoken werden, zo brachten zij een dergelijke geest voort; zo ook werd het zoete water, hetwelk voor de tijden des toorns zeer dun was, dik en de wrange eigenschap werd zeer scherp, want zij trok zich tezamen als het zout. Want het zoute water, of het zout, het­welk thans nog in de aarde gevonden wordt, heeft zijn oorsprong uit het eerste ontsteken der wrange kwaliteit; zo zijn de stenen en ook de aarde ontstaan. Want de wrange kwaliteit deed de Salniter tezamen trekken en verdrogen; daardoor ontstond de bittere aarde; de stenen echter zijn ontstaan uit de Salniter, die zich openbaarde in de kracht van de toon, de klank. Want zoals de natuur heeft gewerkt en geworsteld, naar die mate is de materie genoemd en tezamen getrokken. Nu zou men kunnen vragen: hoe kan een Zoon, die men begrijpen kan, geboren worden uit een moeder, die men niet begrijpen kan. Dit is te vergelijken met het ontstaan der aarde en der stenen, die ook uit het onbegrepene voortgekomen zijn. Ziet, de ruimte tussen Hemel en aarde is ook niet te verstaan; onbegrepen; de eigenschappen der ver­schillende elementen doen menigmaal levende wezens vol verschrikking geboren worden, zoals sprinkhanen, vliegen en wormen. Dat geschiedt door de samentrekking der eigenschappen, en in deze samengetrokken Salniter openbaart zich dan zeer spoedig het leven. Want, wanneer de hitte de zuurheid, de wrangheid ontsteekt, openbaart zich het leven, terwijl de bittere hoedanigheid des levens oorsprong is. Op dezelfde wijze zijn ook de aarde en de stenen ontstaan.
Hoofdstuk 17: Over de droevige en ellendige toestand der verdorven natuur en de oorsprong der vier elementen, in de plaats van de Heilige Godsregering. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] Nu moet ge het volgende goed verstaan: Waar de geest der hitte in het zoete water, in de liefde de voornaamste, de eerste is geweest, daar heeft de geest der wrangheid de materie tezamen getrokken, tot één ge­voegd; zo is het alleredelste erts en gesteente ontstaan. Wat echter betreft de kostelijke gesteenten, als daar zijn, karbonkel, smaragd, onyx en dergelijke, die de alleredelste zijn, zij vinden hun oor­sprong daar, waar het licht in de liefde is opgegaan. Want dit licht wordt in de zachtmoedigheid geboren en het is het hart der Oergeesten; daarom zijn deze gesteenten ook zeer lieflijk om te aanschouwen. Iemand zou kunnen vragen: Waarom toch heeft deze mens in deze wereld het goud, het zilver en de edelgesteenten boven al het andere lief en waarom gebruikt hij deze tot verweer of bescherming van zijn lichaam? Het goud, het zilver en de edelgesteenten en alle lichte ertsen vinden hun oorsprong in het licht, hetwelk vóór de tijden des toorns, in de natuur, d.w.z. in de zevende natuurgeest geschenen heeft.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] De siderische geboorte brengt de ziele-geboorte teweeg, die de derde is. En de ziel leeft tussen liefde en haat op deze wereld en is aan beiden onderworpen. Dewijl ge echter uw verstand bezit en niet zijt zoals de appel aan de boom, maar geschapen zijt als een Engel naar Gods beeld op de plaats van de verstoten duivel en dewijl ge weet, dat ge, met uw siderische geboorte één zijt met het Goddelijke Woord, zo kunt ge in deze dode materie, door middel van uw ziel heerser zijn en ge moet zeggen, dat uwe ziel in de Hemel is en met God regeert. De ziel namelijk, die het Woord heeft begrepen, kan door niets teruggehouden worden, de Hemel binnen te treden; de duivel ziet haar niet, want hier vertoeft de duivel niet. Dewijl ge echter eensdeels aan de dood zijt verknocht, zo kan de duivel wel tot uw hart doordringen, wanneer ge het hem toe­staat. Dan is uw hart gelijk aan een donker dal en wanneer ge niet naarstiglijk arbeidt om het licht wederom te doen geboren worden, zo ontsteekt hij het vuur des toorns in uw hart. Dan zal uwe ziel één zijn met de toorn Gods en ge zult een duivel zijn en geen Engel en ge kunt de poorten des Hemels niet binnen gaan. Zo ge echter met de duivel strijd voert en de liefde vasthoudt in uw siderische geboorte, zo blijft uwe ziel voor de duivel verborgen en ze heerst met God tot aan de dag der wederbrenging van dit, wat verloren is. Wanneer ge echter met uw siderische geboorte in de boosheid blijft, zo zult ge nimmer de poorten des Hemels bereiken; waar ge het zaad gezaaid hebt, d.w.z. waar uw ziel is, aldaar zal ook uw lichaam uit de dode opstaan.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[39] Ziet, de mens wordt ziek; en wanneer hem geen raad gegeven wordt, zo sterft hij door een bitter en wrang kruid, dat uit de aarde opwast, of ook wel door water, dat de dood veroorzaakt of door andere gewassen, die de aarde oplevert; ook wel door vlees, dat bedorven is. Wanneer er nu echter een verstandige dokter is, die bij de zieke onderzoek doet naar de oorzaak van zijn ziekte, welke deze oorzaak dan ook is, hetzij Mees, kruid of water dat bedorven was, en hij distilleert dit of verbrandt het tot pulver, al naar de materie, die hij heeft, noodzakelijk maakt, dan blijft hierna in het water of in het pulver de siderische geboorte bestaan, waarin leven en dood met elkander strijd voeren; beide, leven en dood kunnen zich doen gelden, en het dode lichaam is er dan niet meer. Wan­neer ge nu dit water of pulver met een goede therial of iets dergelijks vermengt, waardoor de macht van het boze in de siderische geboorte wordt vastgehouden en ge geeft de kranke een warme drank, hetzij wijn of bier in, zo zal het leven omhoog willen stijgen, maar wordt daarin be­lemmerd door de boosheid, die in de siderische geboorte is. Zo veel kan echter wel geschieden, dat de ziekte de mens ontnomen wordt, want het siderische leven ontneemt de Engel des doods zijn scherpte, wanneer dat bepaalde middel zegeviert, zo wordt de mens wederom gezond. Alzo ziet ge, hoe de kracht van het woord en des eeuwigen levens in de aarde en hare kinderen in de dood verborgen ligt en voor de dood onbegrijpelijk, toch levenwekkend is. Deze kracht dringt om tot licht en leven te komen, maar kan dat niet ten volle, tenzij zij aan de dood ontheven is. Nu zou iemand kunnen vragen: Welke substantie is er aanwezig, waar­door de siderische geboorte der aarde haar werkingen een dag eerder is aangevangen dan de siderische geboorte rondom de aarde, nademaal toch het vuur rondom de aarde veel sneller aangestoken wordt dan het vuur in de aarde?
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[40] Er zijn veel en velerlei ertsen, al naarmate de Salniter in de natuurHemel in zijn opstijgen in het licht der liefde de eerste is geweest. Iedere oergeest heeft de aard en de eigenschappen van alle Oergeesten in zich; want hij wordt steeds met de anderen in verbinding gebracht, waardoor het leven en de onpeilbare geboorte Gods ontstaat, maar naar één kracht is hij de eerste, en dat is zijn eigen lichaam, waarvan hij de naam draagt. Nu heeft iedere oergeest de eigenschap van de hele natuur en zijn samen­stel is in de tijd van de aansteking des toorns mede in de dood belichaamd geworden en uit iedere geestelijke substantie zijn aarde, stenen, erts en water ontstaan. Daarom vindt gij ook in de aarde erts, steen, water en aarde in verschillende hoedanigheden, kwaliteiten, en daarom is de aarde van zo verschillende hoedanigheid, al naarmate in de tijd der wansteking, een van de kwaliteiten in iedere oergeest primair is geweest. De natuur heeft de mens wel zoveel geopenbaard, dat hij weet, hoe hij van de vreemde geboorte van iedere oergeest, de vreemde materie zo afsmelten kan, dat van iedere oergeest datgene, wat in hem primair is, ook nummer één blijft. Daarvan hebt gij aan zilver en goud een voor­beeld; gij kunt het niet eerder tot zuiver zilver en goud maken, aleer het zeven maal in het vuur gesmolten is. Wanneer dat geschiedt, dan be­houdt het in het midden van het hart der natuur, hetgeen het water is, zijn eigen kwaliteit en kleur. Eerst moet de wrange hoedanigheid, welke de Salniter in de harde dood gevangen houdt, afgesmolten worden, dat is het grove stenige puin. Hierna de zure dood van het water, daarvan wordt een giftige salpeterzuur afgescheiden, hetgeen in de opgang van de vuurstraal zich in de dood bevindt.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[43] Ten vierde moet de vuurgeest, die zich bevindt in de gruwelijke angst en droefheid des levens, ook afgesmolten worden, want hij is een gestadige vader van de toorn, en uit hens wordt de helse smart geboren. Wanneer nu deze toorn van de vier geesten gedood is, dan blijft de erts­salniter in het water als een taaie substantie, en ziet eruit als de geest, die zich in het aarde-erts bevindt; en het licht, dat in het vuur staat, kleurt hem naar zijn eigen kwaliteit, hetzij zilver of goud. De materie ziet er na de vierde afsmelting van zilver en goud eender uit; zij is nog niet taai en zuiver genoeg, het goud of zilver bestaat nog niet. De vorm is er wel maar de geest is er nog niet in.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Wanneer er een andere God is buiten deze, wie zal u dan uit deze God, waarin gij ondergegaan zijt, weer levend maken? Hoe zal u die andere God, waaruit gij niet geschapen zijt en in wien gij nooit geleefd hebt, uw lichaam en geest weer te samen vormen? Als gij nu van een andere materie zijt dan God zelf, hoe zult u dan Zijn kind zijn? Of hoe zal de mens en koning Christus Gods lichamelijke Zoon zijn, die uit Zijn hart geboren is? Als dus zijn Godheid een ander wezen is dan zijn lichaam, dan zoudt gij tweeërlei Godheid in hem zien; zijn lichaam zou dan zijn van de God dezer wereld en zijn hart zou dan zijn van een onbekende God. Och, doe uw geestesogen open, gij mensenkind, ik zal u hier de echte, waarachtige, eigenlijke poort van de Godheid laten zien, zoals maar een God haar hebben wil.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Gij moet deze hoge wijsheid echter goed begrijpen. Het licht Gods, dat zowel de Zoon Gods is als de Heilige Geest, is niet gestorven. Het licht, dat van eeuwigheid af van het hart van God is uitgegaan, en de natuur, die uit de zeven geesten geboren werd, verlicht heeft, dat licht is uit de verdorven natuur geweken. Daardoor is de natuur van deze wereld met haar bewustzijn in de dood gebleven en kan het licht Gods niet vatten, doch is een donker huis des duivels geworden. Hierna heeft God op de vierde dag der schepping het hele huis van deze wereld met de eigen­schappen opnieuw geschapen en heeft de Oergeesten in het huis der duisternis gezet, opdat Hij zich daaruit weer een nieuw lichaam zou kunnen vormen, te zijner lof en ere.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[62] Daar bevindt zij zich nu en is van de zelfde kwaliteit als de levensgeest in het hart en is een koninklijke stoel voor de geest van het hart; tot zover dringt de geest van 's harten kracht door en daar wordt zij erkend. Het brein zetelt in de strenge geboorte en is in zijn eigen lichaam de zachte kracht van het hart. Dat beduidt met recht de nieuwe wedergeboorte, die te midden van de omstrEngeling des doods en des toorns, in zijn Hemel opnieuw tot aanzijn komt en door de dood heen in het leven dringt. Daar wordt de geest of de gedachten weer een geheel scheppende persoonlijkheid door het aansteken en bewust worden van alle krachten, hetgeen ik in de mens de dierlijke geboorte (de geboorte van de ziel) noem. En wanneer de nieuwe geest in het brein algeheel verdierlijkt is, dan gaat hij weder terug naar zijn moeder, het hart en dan staat hij als een vol­maakte geest of wil, of als een wedergeboren persoonlijkheid, die in een mens wordt genoemd de ziel.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91