Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 901 van 1112

...  889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914  ...
[8] En luister, wat een verschil tussen Hem, de almachtige eeuwige Heer van de oneindigheid, en de machthebbers van onze stinkende aarde! Hij, die alles in alles is, is vol deemoed en verheft zich nooit boven zijn schepselen. Maar de machtigen van de aarde, jij kent ze wel, willen niets weten van minzaamheid en verdeemoediging. Zij alleen willen alles zijn en alles hebben; maar alle anderen hale de duivel! Werkelijk, door zulke regeringen moet de anders zo mooie aarde toch noodzakelijkerwijs binnen de kortste tijd een ware hel worden, waaruit tenslotte geen sterfelijk mens meer voor het eeuwige leven kan worden gewonnen!'
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Jellinek zegt: 'Ja, ja, je oordeelt goed en scherp. Maar bedenk ook, dat bij God vele dingen mogelijk zijn, die zelfs de meest wijze geest zich nooit zou kunnen voorstellen; je zult dan al wat komen gaat met een veel rustiger hart tegemoet kunnen zien. Want kijk, heel de oneindige grootheid van Zijn macht ligt nu juist in de onmetelijke grootheid van Zijn liefde. Als echter bij de Allerhoogste de liefde de kern is van Zijn verhevenheid, macht en grootheid, dan hoeven wij echt niet bang te zijn voor Zijn beslissingen, al zijn die nog zo groot. Want wat de machtigste liefde doet, kan toch onmogelijk anders dan alleen maar uiterst goed zijn, ook al zou het nog zo afschrikwekkend lijken.'
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Wat zou er gebeuren, als de Heer zich tenslotte verheft en spreekt zoals destijds in de tempel te Jeruzalem tot de joden die een echtbreekster bij Hem hadden gebracht... zouden wij ons dan ook niet uit de voeten maken?! Ik zeg jullie: er is niet één onder ons die zou kunnen zeggen: 'Heer, ik heb alleen maar het goede gedaan en ben me van geen zonde bewust!' Ja, wie er van ons een dwaas is, die kan het zeggen, net als de farizeeër in de tempel, die ook God prees dat Hij hem zo buitengewoon rechtschapen had gemaakt! Maar zoals we allen wel weten, heeft de Heer zijn rechtvaardiging verworpen en die van de zondige tollenaar aanvaard!
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Zie, wat er uit de mond van de mensen kwam, was nooit veel goeds! Hun tongen spraken altijd leugens. Hun voeten haastten zich altijd om bloed te vergieten! En al hun wegen waren steeds vol ongeluk, droefenis, hartenleed en kwellingen van allerlei aard. De ware weg van de vrede heeft echter nog geen sterveling in zijn volle betekenis doorgrond, want de angst voor God was voor hen nog steeds als een boze droom.
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[28] Toen de grootste en zuiverste van alle geschapen geesten op de Sinaï met satan streed om het lichaam van Mozes, hetgeen jou, broeder Mozes, bekend is, veroordeelde desondanks de machtigste geest satan niet, maar sprak tot hem: 'De Heer zal je oordelen!' Als zelfs een Michaël zich geen oordeel over satan aanmatigde, hoe zouden wij dan over onze broeders kunnen oordelen of de Heer tot een gericht willen bewegen? 0, dat zij verre van ons!
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Er zijn ook wel veel eigenzinnige mensen, die zich door bepaalde principes die zij voor de enig juiste houden, zo zeer lieten verharden, dat ze eerder de hele wereld zouden laten vergaan dan ook maar een jota van hun starre principes te laten vallen. Maar U, o Heer, hebt immers nog een heleboel vuur, dat met groot gemak de hardste rotsen als was kan doen smelten! Een vonkje daarvan in de harten van de verstarde mensen geplaatst, zal hen al gauw milder en toegeeflijker maken!
Hoofdstuk 82: Blum en Jellinek geven hun mening. Het antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Daarop verheft Isaak zich en zegt: 'O Heer, ik ben het eerste blad, dat te voorschijn kwam aan de grote levensboom van Uw belofte, die U mijn vader Abraham hebt gedaan. Al zeer oud en bijna geheel verdord stond tezelfder tijd de levensboom van Uw kinderen in de tuin van de liefde, terwijl de slang met haar gebroed alle streken van de aarde weelderig vulde! Maar gij, o Heer, aanschouwde de geheel verdorde levensboom van Uw kinderen en schonk hem weer leven van de wortel tot in de kruin en U gaf hem een nieuwe, heilige groeikracht. En zie, ik was het eerste levende blad aan de twijgen van deze heilige boom.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Maar in zijn rijke gewesten verhief het volk van Lot zich spoedig tot grote welstand, bouwde Sodom en Gomorra en begon steeds doldriester te worden. Ik stuurde afgezanten naar Lot, maar zonder resultaat. Verscheidene werden gedood en de weinigen die terugkwamen, brachten steeds slechte berichten mee. En zie, in die tijd hebt U wederom mijn hart beproefd, en het werd door U rechtvaardig bevonden. En U zond boodschappers vanuit de hoogte tot mij en deze deelden me mee wat Uw plannen zouden zijn met Sodom en Gomorra. Ik schrok daar echter van, smeekte U om verschoning en hield U de eventueel rechtvaardigen voor ogen. Maar Uw oog vond er geen, behalve Lot. En zie, o Heer, hem hebt U gered! Maar Sodom en Gomorra liet U verwoesten door vuur van boven.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Geheel instemmend met de rede van David, kan onze Helena zich niet langer inhouden, richt zich vergenoegd op en zegt tegen de spreker: 'Bravo, bravo, mijnheer David! U was werkelijk een goede koning voor de aarde. Als er zulke koningen zouden zijn, dan was het zeker een ware zaligheid om hun onderdanig te zijn! Maar onze tegenwoordige koningen, die helemaal niet meer weten wat een mens is en welke waarde hij heeft, gedragen zich ofwel als 'goden' die van al hun onderdanen, naast een vaak niet op te brengen hoge belasting, ook nog verlangen werkelijk te worden aanbeden, ofwel ze zijn in hun handel en wandel als die wilde dieren, welke zij gewoonlijk als uithangborden in hun wapenschilden voeren. Hoe het de onderdanen van zulke heersers vergaat, dat kunt U zich, mijnheer David, wel gemakkelijk voorstellen! Ik ben er van ganser harte voorstander van, dat zulke heersers die enkel zichzelf hoog achten en hun volkeren volkomen minachten, door onze lieve, goede en almachtige Heer en Vader Jezus op een echt nadrukkelijke manier wordt getoond, dat het nu de hoogste tijd is te beseffen wat zij en hun volkeren waard zijn. Heb ik gelijk, of niet?'
Hoofdstuk 80: Helena’s ongeduld wordt tot rust gebracht. Mozes en David spreken. Helena's tussenspraak en Davids narede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Daarop verheft Petrus zich en zegt namens alle apostelen: 'O Heer, mijn liefde, mijn leven! In Rome, de oude hoofdstad van de heidenen, heerst nu al zo'n duizend jaar lang een hiërarch die zijn leer heeft samengesteld uit het heidendom, het jodendom en ook uit Uw zeer beknotte leer. Hij noemt zich paus en plaatsbekleder van God op aarde! Zijn troon noemt hij mijn stoel en zichzelf mijn opvolger! Hij beweert in het bezit te zijn van de volle macht van Uw allerheiligste Geest, maar zoekt, wanneer hij in zijn wereldlijke of geestelijke heerschappij door oproer wordt bedreigd, nooit hulp in zijn vermeende kracht van de Heilige Geest, maar enkel bij de grote machthebbers op aarde. Deze paus zit nu in grote moeilijkheden en roept openlijk Maria aan als zijn enige vermeende hulp, om bescherming en spoedig herstel van zijn rijk. Omdat hij echter zelf niet gelooft in dergelijke hulp, laat hij nu ook nog andere hulp toe, waartegen hij voor de schijn wel protesteert om de wereld als het ware te tonen dat hij meer dan genoeg bescherming uit de hemelen zou hebben en dus geen andere hulp nodig heeft. Maar indien de wereldse machthebbers hem, ondanks al zijn protesten, toch willen helpen, dan moet het ook duidelijk zijn, dat deze helpers heimelijk door de machtige hemelkoningin aangespoord worden om de kerk van God op aarde te helpen, wanneer de poorten van de hel haar dreigen te overweldigen! Wat zegt U, Heer, dan wel van deze gemeente?
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[21] Er bestaan voor God geen verschil tussen mensen en mensen, want ze zijn allemaal zondaars, hoe dan ook, en hebben niets waar ze zich tegenover God op kunnen beroemen! Wanneer ze echter op grond van hun geloof door God worden aangenomen, worden ze toch gerechtvaardigd zonder eigen verdienste, maar puur door Zijn genade, welke voortkomt uit Zijn hoogst eigen verlossingswerk. Evenmin als we God geholpen hebben om de wereld en alle hemelen te scheppen, konden we Hem behulpzaam zijn bij het nog grotere werk der verlossing! Indien we echter aan deze tweede en grootste schepping en vernieuwing van alle dingen onmogelijk een verdienstelijk aandeel kunnen hebben, juist omdat we zelf de verlosten zijn, hoe zouden we dan aan het alleen God toekomende rechterschap willen deelhebben, terwijl we toch zelf als begenadigden de verlosten zijn?
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Nu rijst de grote vraag, wat Ik nu eigenlijk moet doen. Help Ik de koningen, dan zullen ze de oude duisternis weer over hun volkeren verbreiden, waarin het geen enkele geest mogelijk zal zijn zich gemakkelijk vrijer te ontwikkelen, en de haat tegen de onderdrukkers van de geest zal groeien. Help Ik echter het volk, dan zal dit flink wraak nemen op de voormalige machthebbers en zal het Mijn door Rome zeer verdacht gemaakte leer, waar zoveel kwaad uit zou zijn voorgekomen, tenslotte dikwijls helemaal overboord gooien en er de volkeren een zuiver wereldse leer voor in de plaats geven!
Hoofdstuk 82: Blum en Jellinek geven hun mening. Het antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Ja, beste broeder Jellinek, het is gemakkelijk gezegd: 'Heer, Uw wil geschiede!' Maar hoe dat in zulke omstandigheden zou moeten gebeuren, dat is een heel andere vraag! Robert meent weliswaar dat Ik vonkjes hemelse zachtmoedigheid in de harten van de vorsten zou kunnen leggen, opdat ze dan milder, beter en wijzer zouden worden. Dat is wel waar en juist. Maar zullen de uitermate verbitterde volkeren hen wel vertrouwen? Nee, dat zullen ze niet, want een kind dat zich gebrand heeft, vertrouwt het vuur nooit meer. En alles is gemakkelijker terug te winnen dan een verloren vertrouwen!
Hoofdstuk 82: Blum en Jellinek geven hun mening. Het antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Het zou iets heel anders zijn, als de koningen met hun volkeren Mij er om zouden vragen. Dan zou hun alles gegeven kunnen worden, waarom ze in Mijn naam vragen! Maar kijk, Mijn oor hoort weinig of niets van dien aard. Ik hoor wel hier en daar een geroep: 'Heer, bescherm onze tronen, scepters en kronen, en laat ons zegevieren over allen die zich tegen ons verheffen!' Anderzijds wordt er in het algemeen uit de mond van het volk bijna niets meer van een bede vernomen; de enkelingen gelden niet voor hele volkeren.
Hoofdstuk 83: Bechers radicale voorstellen. Lering van de Heer. De natuur van het menselijk geslacht is afhankelijk van die van de aarde in het geheel van de schepping - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Luister, beste broeder Jellinek, jullie allen hier in het rijk van eeuwige vreugde kunnen nu wel gemakkelijk zeggen: 'Heer, Uw wil geschiede!' Maar op aarde ziet het er nu heel anders uit dan hier in het rijk van het meest vrije leven! In de lichamen van de mensen wonen dezelfde vrije geesten en onsterfelijke zielen die jullie hier in werkelijkheid zijn. Deze willen zich toch graag eindelijk eens wat vrijer kunnen ontwikkelen en wensen daarom echte vrijheid en geen onderdrukking meer onder de ijzeren scepter van de koningen. Ze komen daarom overal in opstand en proberen de macht van de koningen te breken. Maar de koningen brengen eveneens alles wat hun slaafs onderdanig is tot een grote strijdmacht bijeen. Ze hebben gezworen iedere tegenstander te doden, en zonder genade en erbarmen slachten ze de mensen dan ook bij duizenden af. Zij, die vrij willen worden, roepen tot Mij om wraak op hun onbarmhartige koningen. En de koningen roepen Mij aan om hulp tegen hun opstandige volkeren!
Hoofdstuk 82: Blum en Jellinek geven hun mening. Het antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  889 - 890 - 891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914  ...