Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 903 van 1112

...  891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916  ...
[1] Helena spoedt zich meteen naar het bewuste raam, kijkt naar buiten en na een poosje te hebben gekeken, slaat ze haar handen ineen. Ze houdt het niet lang uit, omdat het schouwspel haar te sterk aangrijpt. Ze komt haastig naar Mij toe en zegt: 'Maar, mijn Heer, mijn God, mijn Jezus, och, dat is toch ontzettend!'
Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Eén uit het gezelschap zegt echter: 'Beste vrienden, de hut is wel goed en doelmatig gebouwd. Tegen hitte, kou en wilde dieren zal ze ons wel een tijdlang beschermen, maar als zich hier in deze streek een nog sterkere vijand zou bevinden, zou onze hut die dan ook kunnen trotseren? Als bijvoorbeeld een of andere wilde volksstam 's nachts op onze hut af zou komen, haar vernielde en ons dan zou grijpen en doden? Zou onze hut ons in een dergelijk geval kunnen beschermen?' Alle kolonisten denken daar nu over na en zeggen: 'Je hebt gelijk, in een dergelijke situatie zou deze hut niet sterk genoeg zijn. Daarom zullen we rondom de hut een flink diepe sloot graven en daaromheen nog een wal bouwen van minstens twee klafter ( Oude lengtemaat (vadem). Een Weense klafter is 1.9 m) .hoog. De weinige ramen zullen we van ijzeren tralies voorzien en zo zullen we heel wat minder te vrezen hebben van alle vijanden van buitenaf. Ook moet de toegangsdeur zo stevig mogelijk worden gemaakt, zodat deze aan iedere vijand de beste tegenstand kan bieden.' Dit voorstel wordt aanvaard en ook direct ten uitvoer gebracht.
Hoofdstuk 85: Kritiek van de Heer op Helena's voorstellen. De aarde kan onmogelijk een paradijs zijn zolang ze oord ter beproeving is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Als alles klaar is, hebben allen er echt plezier in. Een van hen, zo'n moraalridder, merkt echter op: 'Maar beste vrienden, het leven op aarde is toch wel bijna overal hetzelfde. In de geciviliseerde landen van Europa, waar trotse koningen heersen die er grote legers op na houden, hoeft men eigenlijk geen vijand meer te duchten, als men zijn tong maar weet te beteugelen. Heeft men zich uiteindelijk gewillig naar de wetten gevoegd en ze zich eigen gemaakt, dan kan men zich vrij bewegen onder bescherming van de machthebbers. Wij hebben hier geen machthebbers en wetten en kunnen goddank zeggen wat we willen, maar wat hebben we daaraan? We hoeven dan wel geen belasting meer te betalen, maar in plaats daarvan moeten we de hele dag hard werken en de vruchten die in deze streek groeien ijverig binnen halen en aan haar soort eerst gewend raken. Ook moeten we ons in dit volledig vrije land als het ware helemaal inkapselen om veilig te zijn voor eventuele vijanden. Ja, 's nachts moeten we ons sterker barricaderen dan de fanatiekste opstandelingen in Parijs! Zeg nou zelf, of we er met onze volledige vrijheid ook maar een haar beter aan toe zijn dan de minste dagloner onder de strengste regering in Europa? We zijn hier volmaakte communisten, maar de huilende wilde beesten buiten lijken ook door een zeer communistische geest bezield te zijn! We hebben geen andere staatswet meer dan de wet van onze wederkerige vriendschap. Daar staat tegenover dat we voortdurend moeten werken om de behoeften van onze magen te bevredigen, terwijl onze handen er nu al uitzien alsof ze met eikenschors zijn bedekt. We hoeven hier ook geen lastige ambtenaren te onderhouden, maar in plaats daarvan hebben we zelf des te meer nodig. Er is hier ook geen paap, die ons het vuur na aan de schenen legt, maar wel bevinden we ons hier in een situatie, die niet veel verschilt met die in de hel. Wat zullen we dan doen om dit kwellende aardse leven wat te kruiden en voortaan wat draaglijker te maken?'
Hoofdstuk 85: Kritiek van de Heer op Helena's voorstellen. De aarde kan onmogelijk een paradijs zijn zolang ze oord ter beproeving is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Zo laat U op aarde nu ook dingen gebeuren, waarvan niemand zich precies kan voorstellen waarom ze gebeuren. Alleen de mensen die blind zijn, zeggen: 'Heer, bent U blind en doof geworden, dat U ons nu laat kreperen onder allerlei tegenslagen!' Maar ik denk: U laat zeker niemand versmachten, maar helpt iedereen overeind die U aanroept en op U vertrouwt. Diegenen echter, die denken zichzelf wel te kunnen redden en alleen maar op hun wapens vertrouwen, wordt geheel en al recht gedaan als ze met hun macht binnen de kortst mogelijke tijd voor U, Heer, en voor de hele wereld met hun macht te schande worden gezet. De geringen en deemoedigen echter kunnen jubelen en juichen. Want U bent hun steun en toeverlaat en zult nooit gedogen, dat ze zich voor hun vertrouwen zouden moeten schamen tegenover de groten der aarde! Maar weldra zullen de groten voor de geringen zeer te schande staan als U, 0 Heer, hun de maskers af zult nemen. Want ze bedrijven nu een smadelijk spel met de arme volkeren.
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Mijn beste Max Olaf, ja, ja, Ik zeg het je: heden, heden en heden! Nacht willen ze en ze zullen hem krijgen en deze zal allen verslinden die hem willen. De dood willen ze; ook die zullen diegenen krijgen, die hem hebben gekozen tot hun handlanger. Pracht, roem en eer willen ze, waarvoor duizenden zich moeten laten afslachten! Ja, het zij zo! Ze zullen verschrikkelijk schitteren, hun roem zal vreselijk zijn en ontzettend hun eer. Heersen willen ze! Ja, ze zullen heersen, maar als de pest en als de draak in zijn grot en als de Leviathan in zijn slijk, diep onder de bodem van de zee! De leugen willen ze, want de waarheid is hun een gruwel van verwoesting. Daarom zullen ze het heldere licht van de waarheid nimmer bereiken! Een god willen ze ook, maar alleen zoals zij hem kunnen gebruiken! Daarom zullen zij Mijn aangezicht nimmer te zien krijgen! Ook willen ze dat zij alléén maar leven; alle anderen mogen slechts leven, wanneer ze van nut zijn voor het leven van de groten. Daarom zal het echter zo zijn, dat ze eeuwig alleen zullen leven! Wat ze willen, zullen ze krijgen zoals zij het willen! Maar spoedig zal een groot en verschrikkelijk gevoel van spijt als een molensteen uit de wolken in hun ziel vallen en zij zullen naar een middel zoeken om dit gevoel van spijt kwijt te raken. Maar hun zoeken zal tevergeefs zijn, want niemand zal deze steen van het graf van hun ziel wegnemen. O, Ik ken hen, hun begeerten en hun daden! Ik heb de koningen der aarde geteld en heb er weinig gevonden die rechtvaardig zijn in Mijn ogen. Daarom zal het lot van Nebukadnezar hun deel worden! Maar de weinige rechtvaardigen wil Ik ook wonderbaarlijk helpen, zodat ze in de toekomst zullen schitteren onder alle koningen en volkeren als de helderste sterren tussen het zwakke re geflonker aan het firmament.
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Hier voor ons op tafel zul je zo dadelijk een schaal zien, die als een plant uit de tafel omhoog zal groeien. In deze schaal zul je de maat van de menselijke gruwelen op aarde aanschouwen en daaruit kunnen opmaken in welke tijd de aarde zich nu bevindt. Kijk, hier komt hij reeds tevoorschijn. Bekijk hem en beschrijf Mij hoe hij eruit ziet en wat je erin ziet!'
Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Kijk nu daarheen, waar die eigenaardige beker staat. Let echter goed op alles wat zich zal voordoen en beschrijf het voor deze hele vergadering. Maar je moet overal heel nauwkeurig op letten.'
Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] We willen echter onze gedachten ook uit laten gaan naar de blinden en doven! Maar alleen de verharde mensen zullen in het vuur terecht komen, dat een meester is in het verdelgen van karbonkel en diamant. Want zij die zich nimmer willen laten vermurwen door de waarheid van het woord, zullen door het machtige vuur milder worden gemaakt! En onder de geweldige slagen van de hamer van Mijn wijsheid zullen zij als gloeiend erts worden omgesmolten tot een nuttig werktuig voor ons huis (hemelse kerk)! Wel zullen ze nog veel drukte en lawaai en allerlei gissingen maken en nog menig plan ontwerpen. Maar dit alles zal vergeefse moeite zijn en steeds het tegenovergestelde resultaat hebben van datgene wat zij wilden bereiken. Want Ik alleen ben de Heer en heb de macht om kronen en scepters te breken en de gebrokenen weer op te richten, wanneer zij zich tot Mij wenden! Maar wee hen, als zij niet bij Mij de ware hulp zoeken!
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Ja, zelfs de Patheticus, die zich met zijn gezelschap in een verafgelegen hoek van het vertrek bevindt, wordt door de wondermooie glans van het gewaad dichterbij gelokt en voelt zich geroepen om Robert te vragen, voor wie dit keizerlijke gewaad toch bestemd mag zijn. Robert geeft hem laconiek ten antwoord: 'Voor die Lerchenfeldse daar!' Waarop de Patheticus onaangenaam verrast opmerkt: 'Nou, die verstaat de kunst om ook de meest wijze held in de hemel het hoofd op hol te brengen! Wel, het is goed als ze dat kan; het zal haar zeker heel goed van pas komen. Maar zeg eens, vriend Blum, hoe kan die wijste onder de wijzen zich zo inlaten met dat kletswijf van een Lerchenfeldse en haar zelfs tot een ware hemelse koningin verheffen?'
Hoofdstuk 87: De hemelse maaltijd tot welzijn van de mensen op aarde. Helena' s overeenstemmende bruidskleed en kroon - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Na deze woorden geeft ze Mij een kus van de zuiverste soort. En Ik zeg daarop tot haar: 'Nu pas ben je volmaakt en heb je aan Mij voor de gehele aarde een groot verzoeningswerk volbracht. Jijzelf zult echter van nu af aan steeds aan Mijn zijde, namelijk door al Mijn liefde, eeuwig de hoogste zaligheid der zaligheden genieten, namelijk de zaligheid van Mijn hoogste en zuiverste liefdehemel, waarin enkel zulke engelen wonen die Mij liefhebben zoals jij! Maar dit zeg Ik je ook, daarvan zijn er niet zo heel veel. Wel zijn er heel veel die van Mij houden, maar alleen om datgene wat Ik van nature ben, namelijk hun God, Heer en Vader. Maar jij bent met jouw liefde, naar het voorbeeld van Magdalena, werkelijk nog dieper in Mij doorgedrongen en hebt Mijn hart gegrepen en naar het jouwe toegetrokken, waardoor zich tussen ons een volkomen hemels huwelijk heeft voltrokken. Door dit huwelijk ben je nu waarlijk een bruid van God geworden en zodoende één met Mij. Daardoor zul je in iedere allerhoogste zaligheid eenzelfde aandeel hebben als Mij toekomt. Ben je daar mee tevreden?!'
Hoofdstuk 88: Het grootste geschenk van de zuiverste liefde tot God: bruid van God te zijn - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Helena herstelt zich en zegt: 'O, mijn zoete Heer Jezus, ik geloof dat vergeleken bij zo iets verschrikkelijks de duivel maar een bengel is! Voor het eerst na mijn heengaan heb ik nu die weerzinwekkende en zo gruwelijke aarde teruggezien, maar zo, alsof ik vanaf een drijvende wolk naar beneden keek. En merkwaardig, heel Oostenrijk en Hongarije met zijn buurlanden lagen beneden mij uitgestrekt, als een reusachtige landkaart waarop alle voorwerpen van groot tot klein te zien waren. Maar O, verschrikkelijk, wat een ontzettende aanblik! De steden zijn vol van vuur en vol van vuil en afschuwelijk uitziend kruipend gedierte. Rivieren en meren en de zee, zijn vol bloed! Angstaanjagende legers staan tegenover elkaar en men ziet daar niets dan moord, verraad en nog eens moord! De mensen verscheuren elkaar, erger dan wilde beesten. Aan de kant van de keizer en de Russen zag ik hier en daar verraad en moord. Onder het Hongaarse leger, dat verschrikkelijk sterk is, zag ik ook een groot aantal Russen en Polen en bovendien ook mensen uit heel Europa. Allen roepen echter: 'Dood en verderf aan alle despoten! Geen genade of mededogen meer! Vervloekt degene die nog aan een vreedzame oplossing zou denken!' De arme keizersgezinden kunnen ondanks de grootste inspanningen niets uitrichten, want ze staan steeds tien tegen honderd te vechten en kunnen daardoor geen voordeel behalen. O Heer, maak toch een eind aan deze moordpartij en laat de zwakken niet ten onder gaan! Blaas in de harten van de Hongaren een geest van verzoening en in die van de Oostenrijkers niet minder, waar dat nodig is; want waarlijk, ik heb medelijden met mijn in het nauw gedreven landgenoten!'
Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Een brandend huis blussen is een goed werk. Zo moet men eveneens het water indammen en zware voorwerpen stevig steunen, en na een flinke storm de aarde opnieuw bebouwen, dan komt alles weer in het rechte spoor. Alles echter met één veeg willen oplossen, zou betekenen alles vernietigen!
Hoofdstuk 91: De reden voor de schaduwzijde van het leven. Tegenstellingen noodzakelijk voor de geestelijke vrijheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na een poosje spreekt Helena verder: 'Hmm, het is toch vreemd. Deze eigenaardige wezens vermeerderen zich als het zand van de zee rond de troon. De eerste dienaren van de koning kunnen zich nauwelijks door de dichte massa's heen werken. Ik zie, dat ze door de wolfsmensen zelfs eerst nog worden opgestookt om hen te helpen de koning behoorlijk te bewerken. Het wordt nu ook heel donker rond de troon, zodat men nog maar met moeite iets kan onderscheiden. Deze duisternis lijkt alleen van de wolfsmensen uit te gaan; maar toch schitteren hun ogen heel sterk en waarheen ze hun blik richten, worden de voorwerpen verlicht.
Hoofdstuk 92: De strijd van de zes dieren. Uitwerking op de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Maar nu zie ik een alligator uit de rivier opduiken, die zich naar het vette kluwen haast. De slang keert hem haar wijd geopende bek toe en de alligator bijt zich vast in haar onderkaak. De arend wil wegvliegen met zijn buit, maar de alligator houdt hem tegen. Nu laat de arend zijn hele buit los, gaat op de rug van de alligator zitten en pikt met zijn snavel in diens ogen, die hij echter toch niet kan beschadigen. Daardoor worden de eerste drie dieren uit hun benauwde gevangenschap bevrijd en rennen nu ver in verschillende richtingen weg.
Hoofdstuk 92: De strijd van de zes dieren. Uitwerking op de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Helena bekijkt verbaasd de wonderbaarlijke, fabelachtig gevormde schaal, die op de tafel voor haar opdoemt en zich steeds meer ontvouwt. Als de schaal er na enkele ogenblikken volkomen ontvouwd staat, roept Helena: 'Maar Heer, ik smeek U omwille van Uw heilige Naam! Wat is dat nu voor een zonderlinge verschijning? In het begin zag het er uit als een heel natuurlijke plant, zoals op aarde een waterlelie. Toen groeide er vanuit het midden van haar langwerpige bladeren een ronde, sterke stengel, waarop aan het einde een knop zichtbaar werd. De bladeren verdorden al spoedig en de knop sprong open en vormde, in plaats van de te verwachten bloem, de onmiskenbare pauselijke driekroon, de tiara, maar omgekeerd, d.w.z. met het kruis, dat op de gouden appel staat, naar beneden en met de eigenlijk onderste hoofdband naar boven. Deze tiara staat nu voor me als een echte drinkbeker, en merkwaardig genoeg op een driepoot, die zich vanzelf uit de stengel heeft gevormd. Deze eigenaardige beker is van binnen zo zwart als de nacht. En daar, waar aan de buitenkant kostbare edelstenen zitten, vloeit inwendig bloed en nog eens bloed, doorwoeld door allerlei afschuwelijk kruipend gedierte. De koppen van deze wormen zien eruit als gloeiend erts en hun lijven als die van draken. Deze beesten drinken gulzig het bloed, zodat de beker ondanks de rijke toevoer nooit vol raakt en kan overlopen, opdat allen zien wat een afschuwelijke inhoud deze beker heeft. O, hoe gulzig slurpen deze beesten toch het bloed op! En kijk, tussen de wormen zie ik nu een beest dat veel groter is dan alle andere. Dit beest heeft zeven koppen en op iedere kop tien punten, als van een zwaard, en op iedere punt staat een gloeiende kroon. Wanneer het onderduikt, schuimt het bloed en het dampt aan de oppervlakte. De toevloed wordt nu sterker en sterker, maar nog wil de beker niet vol worden. De beesten verteren enorme hoeveelheden en wat ze niet kunnen verteren, lost op in damp en rook! 0 Heer, bind de beesten toch hun muilen dicht en neem van die punten van dat ene beest de gloeiende kronen weg, zodat de beker toch eens vol mag worden. Oh, wat is dat afschuwelijk om aan te zien!'
Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  891 - 892 - 893 - 894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916  ...