Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 906 van 1112

...  894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919  ...
[14] Ja, jullie domme kerels van een hemelse wijzen! Wie heeft er dan de natuur geschapen en wie heeft met almachtige hand de ijzeren wetten in haar gelegd? Kijk, de echte, alleen eeuwig waarachtige Godheid! Hoe kan een worm echter zondigen, wanneer hij datgene doet waartoe de wetten der natuur hem instinctmatig aanzetten? Volgens mij is alleen diegene wijs, die de wetten in de grote natuur in zijn voordeel gebruikt en daarnaar leeft. Een ezel is echter diegene, die zich boven de wetten der natuur verheft en enkel een bovenzinnelijke vreugde nastreeft, die nergens anders bestaat dan in zijn domme hersenen. Wanneer ik echter volgens zulke wetten heb geleefd, zeg eens, waar is dan die God die me daarvoor zou kunnen oordelen?'
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Mijn eigen hart was ook mijn rechter en had in zijn onreinheid rust noch hoop, maar slechts het mij zeker lijkende vooruitzicht op de eeuwige dood. Maar toen hielp de Heer mij uit mijn grootste nood, die mijn eeuwige dood zou zijn geworden. Mijn hart werd daarop gezuiverd door mijn sterke liefde tot Hem en kreeg ruimte om Zijn genade in zich op te nemen. Ik werd daardoor echter steeds zaliger! Dat zal zich ook allemaal aan jou voltrekken! En als je net als ik deze beproevingen ongetwijfeld goed zult doorstaan, zul je je ook al spoedig in de zaligste toestand bevinden. Verman je nu echter en spoed je samen met mij naar Hem, de enige die allen kan helpen!'
Hoofdstuk 99: Robert bemoedigt de patheticus. De angstige zondaar aarzelt. Patheticus Dismas vermant zich eindelijk en volgt de bode van God - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Je hebt toch vrienden in overvloed. Zouden die dan niet in staat zijn om je te helpen? Bedenk dat je meer dan zestig jaar lang op aarde leefde zonder Mijn hulp, alleen met je vrienden die je met raad terzijde stonden. En je was niet ongelukkig, behalve bij de aanblik van je eigen vrouw, wanneer zij je soms betrapte terwijl jij vertier zocht bij een andere. Wanneer iemand je iets over Mij vertelde en je aantoonde hoe jouw leven Mij zou moeten mishagen, lachte je hem gewoonweg uit. Nu lig je voor Mij en wilt de dood en het leven van Mij. Wat moet Ik je geven? De dood kan Ik je niet geven en het leven wil je niet volledig, daar je woord niet overeenstemt met je hart en al je aardse handelingen niets in zich dragen dat op een zaadkorrel voor het leven lijkt! Ga dit eens bij jezelf na en zeg dan wat je wilt!'
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] En juist in een dergelijke positie bevind ik mij nu tegenover U, 0 Heer; U, die de almacht zelf bent en ikzelf, de volslagen onmacht! Ik kan nu zeggen wat ik wil, maar het is desondanks aan U om te doen wat U wilt, omdat U de enige Machtige bent. Ik wil en kan dus om die wijze en verstandige redenen niets anders zeggen dan: 'Heer, Uw wil geschiede!' Ik zou me duizend dingen kunnen wensen, ik wil me echter helemaal niets meer wensen, maar me volledig onderwerpen aan Uw almachtige wil, of deze nu ten goede of ten kwade over mij beschikt. Zal hij mij kennelijk gelukkiger willen maken, dan is het goed; wil hij mij echter tot de hel verdoemen, dan zal ik ook naar de hel moeten gaan! Want de overduidelijke onmacht kan zich nooit verzetten tegen de almacht! Doe nu, 0 Heer, met mij wat U wilt; ik zal alles goed en rechtvaardig moeten vinden! Ik geloof hiermee mijn onmacht tegenover Uw almachtige en dus ook rechtvaardige eis voldoende te hebben aangetoond. U, 0 Heer, zult met mij doen wat in Uw vermogen ligt!'
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Dismas buigt nu diep voor Mij en al Mijn andere vrienden, en begeeft zich vlug naar het bovengenoemde gezelschap.
Hoofdstuk 103: Emma en Olaf vergeven hun schuldenaar Dismas. Over de sterke paulinische geest van Dismas. Een hemelse opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Bovendien verricht Hij daden enkel door Zijn wil! Wat Hij wil, is er op hetzelfde moment en alles gebeurt volgens Zijn woorden. Onze raad heeft Hij niet nodig. En wanneer Hij zich door de mensen iets laat aanraden, doet Hij dat alleen maar om de mensen te tonen dat alle menselijke wijsheid voor Hem, de oneindig wijze, weinig nut heeft, en hoe goed het zou zijn om eeuwig slechts van Zijn wijsheid afhankelijk te zijn!
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Hieruit kun je gemakkelijk opmaken, dat bij de mens alom een sterke behoefte aanwezig moet zijn, wil hij zich actief voor iets interesseren.
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[21] O, de hoogste vreugde vervult nu mijn hart, dat zich nu sterk genoeg voelt om zich voor zijn hoogmoedige en zelfzuchtige verachters te verdeemoedigen. Zwakjes vermoed ik nu, wat Uw heilige Vaderhart destijds bij het zien van Uw ergste vijanden moet hebben gevoeld, toen U in Uzelf tot de Vader riep: 'Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen!' O heilige, eindeloze grootheid, waartoe alleen een Godshart in staat is!
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Wanneer Bruno het vertrek van zijn vijanden wil binnengaan, stellen verscheidene zich meteen voor de deur op en zeggen met opgewonden stem: 'Terug, ellendeling! Wat hebben wij met jou te maken? Je was voor ons altijd al weerzinwekkender dan de dood en een voorwerp van onze haat en diepste verachting! Wat moeten we nu hier in de hel met jou beginnen? Naar de duivel met je, jij ellendig beestmens!'
Hoofdstuk 108: De liefdesheld door vijanden omringd. Christus' liefde overwint alles - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Kijk, Ik behandel Mijn kinderen niet zoals domme ouders dat doen. Deze willen hun kinderen vaak met gespeelde ernst flink afschrikken; zij merken dat echter al heel gauw en lachen in hun vuistje als hun ouders loze dreigementen beginnen te uiten. Ze worden daarop wantrouwig en slaan niet veel acht meer op de woorden van hun ouders. Maar dat is absoluut niet Mijn manier van doen! Bij Mij heerst overal de meest diepe, onwankelbare ernst, en het leven van een mijt moet in eenzelfde ernstige ordening behouden en geleid worden als dat van een engel. Ik ben als een steen van de grootste hardheid en zwaarte. Wie zich daaraan stoot, zal te pletter slaan. Degene, op wie deze steen valt, zal worden vermorzeld.
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Hier wendt Dismas zich tot Robert Blum en zegt: 'Beste, dierbare vriend, het is precies zoals ik al dacht! Met deze Jezus valt niet te praten en niets te beginnen. Hoe meer men zich voor Hem buigt en verdeemoedigt, des te barser en ontoegankelijker Hij wordt. Het gevolg daarvan is, dat men zich van Hem moet verwijderen en op alle mogelijke manieren gaat proberen van dit ellendige leven, waar men een God nooit om heeft gevraagd, af te komen; want bij zulk een getreiter heb ik lak aan zo'n vervloekt leven, dat alleen maar zou moeten dienen tot vermaak van zo'n goddelijke steekvlieg! Wel zie ik in dat mijn onmacht nooit iets zal kunnen uitrichten tegen de goddelijke almacht, maar danken zal ik de goddelijke tirannie nooit en te nimmer voor zulk een snertleven!
Hoofdstuk 101: Dwaze trots van de verblinde Dismas. Scherp oordeel van zijn ware vrienden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] De brave Max Olaf slaat met tranen in de ogen zijn handen ineen en zegt: 'O God, o God, hoe is het toch mogelijk dat een mens die toch in de Heilige Schrift heel goed thuis was, door pure zinnelijkheid zo'n brutale duivel kan worden! Wie had dat ooit kunnen denken? Nee, God voor zich te hebben, zijn eigen nietigheid in te zien en dan zo'n taal te bezigen! O Jezus, heilige, liefdevolle, waarachtige, beste Vader! Mij breekt het hart van verdriet, dat U door zo'n ellendige aardse worm zo schandelijk wordt miskend en beledigd, en dat nog wel hier voor ons, Uw begenadigde kinderen! 0 Heer, Vader Jezus, wreekt U zich toch op deze ellendeling, want hij vertrapt Uw zichtbare genade, die U hem wilt schenken, met echte satansvoeten en waagt het hier om U voor Uw aangezicht te trotseren!'
Hoofdstuk 101: Dwaze trots van de verblinde Dismas. Scherp oordeel van zijn ware vrienden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Dismas, die nu hoort hoe er over hem wordt geoordeeld, richt zich op en zegt tegen Mij: 'Heer, ik zie nu in dat U de enige, waarachtige God en Schepper van alle dingen bent. Ieder inzicht, al het willen en alle daden van al Uw schepselen zijn van oorsprong Uw werk en dus op zichzelf genomen goed. Want een eeuwig volmaakte geest kan toch onmogelijk iets onvolmaakts en dus iets slechts hebben geschapen. Ten overstaan van U alleen kunnen er dus ook geen zondaars of zonden bestaan! U hebt de mens echter zo geschapen, dat het willen, dat U hem oorspronkelijk hebt ingegeven, voor eeuwig een vrij willen zou worden, geheel van U gescheiden, zelfstandig en zichzelf bepalend volgens de in hem wonende inzichten van velerlei aard. Maar natuurlijk alleen volgens de ordening, die door U wijselijk is bestemd voor het behoud van het oneindige geheel. Zo kan dan ook de mens, die van zoveel soorten kennis, bekwaamheden en neigingen is voorzien, als hij volkomen van U gescheiden is, ondanks Uw geopenbaarde heilige wil maar al te gemakkelijk heel wat handelingen verrichten die lijnrecht tegen Uw goddelijke orde ingaan en dus ook tot zonde worden, ofschoon al die afdwalingen in Uw alles omvattende orde als volkomen onbeduidend kunnen worden beschouwd.
Hoofdstuk 102: Dismas staat versteld. Hij wendt zich oprecht tot de Heer om genade en erbarmen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Wanneer jullie dit alles samenvatten en Jezus in dat licht nauwkeuriger in jullie harten beschouwen, dan ligt het toch voor de hand dat Hij niet alleen een heel wijze leraar is, zoals geen ander, maar ook datgene moet zijn, wat Hij over zichzelf aan ons heeft geopenbaard! Want men kan toch onmogelijk aannemen dat een overigens niet te evenaren wijze leraar naast zijn onbegrensde wijsheid ook nog de allerverwaandste portie domheid zou bezitten om zichzelf aan Zijn leerlingen voor te stellen als de God van eeuwigheid, en zich als zodanig te laten prijzen en van satan gehoorzaamheid, dienstvaardigheid en aanbidding te verlangen wat volgens mijn beoordeling zoveel wil zeggen als: de hele geschapen natuurwereld heeft zich aan Zijn almachtige Godswil in alles volledig te onderwerpen, wil ze niet door de macht en kracht van Zijn woord worden geoordeeld!
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De mopperaars staan nu met de mond vol tanden en weten niet wat ze moeten doen. Er schiet hun niets zinnigs meer te binnen. Zo is het ook met hun woede en gramschap gesteld. Ze zouden nog graag verder onverzoenlijk willen blijven, maar ze hebben bij nader inzien daartoe alle redenen verloren. Daar staan ze nu voor Bruno zonder enige aanleiding tot toorn en ergeren zich aan zichzelf, omdat ze nu geen haat of wrok meer tegen hem kunnen hebben.
Hoofdstuk 108: De liefdesheld door vijanden omringd. Christus' liefde overwint alles - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  894 - 895 - 896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919  ...