Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 908 van 1112

...  896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921  ...
[5] Hoe de wereld en deze Weners geaard zijn en welke geest hen bezielt, weet Ik het allerbeste. Zij hebben zich ingebed zonder Mij, daarom rusten ze nu ook zoals ze zich voor tijd en eeuwigheid hebben ingebed. Ze bedreven allerlei vormen van bloedschande en daarom rusten ze nu ook op bebloede rustplaatsen. Wel roept dit bloed veelvuldig om wraak tot Mij. Toch wil Ik het niet wreken, maar laat eenvoudigweg toe, dat die bloedschenders van allerlei aard elkaar als tijgers verscheuren en elkaar het loon geven dat ze wederzijds hebben verdiend. En dat is de hel ten voeten uit! Een andere hel bestaat nergens, alleen deze, die vanzelf in de harten der mensen uit zelfzucht ontstaat.
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Daarom heeft de wijze Schepper alleen daar een onveranderlijke, vaste orde aangebracht, waar ze noodzakelijk is en tot heil van de mensen dient. Die dingen echter, waarmee de vrije menselijke geest zich moet bezighouden, zijn door God kriskras door elkaar geschud, met de bedoeling dat de geest de beste gelegenheid moge vinden om zich voor het bereiken van bepaalde voordelen te oefenen, waardoor hij zich die vaardigheid en kracht eigen maakt, die hier, in deze zuivere geestenwereld, vereist is voor het eigenlijke, van daadwerkelijke liefde vervulde, eeuwige bestaan.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] De goddelijke leer is zo gegeven, dat iedere geest daaruit dat voedsel kan halen, dat het beste bij hem past, zich daarmee kan voeden, daardoor kan groeien en tot volmaaktheid kan komen.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Zeg eens, als Christus bestaat, ziet Hij dat dan niet of wil Hij het niet zien? Of is het misschien toch Zijn wil, dat de rooms-katholieke kerk zo verder blijft gaan als ze zich tot nu toe, schandelijk genoeg heeft gehandhaafd? Schept Christus in alle ernst welbehagen in zo'n handelwijze? Kent Hij werkelijk alleen maar Latijn en houdt Hij bovenal van de lege, nietszeggende ceremonie? Hij, die toch tijdens Zijn aardse leven toch tegen niets zozeer heeft gewaarschuwd als tegen die schandelijke ogendiensten! Dus vriend, los dit raadsel nog voor ons op en we geven ons dan helemaal gewonnen aan jouw God!'
Hoofdstuk 115: Kritiek op Rome. Deze wordt door Bruno belicht. Over het nut van de nacht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Wie zichzelf niet verdoemt, die verdoemen ook wij niet. Wie zichzelf echter vanuit de slechte liefde van zijn hart verdoemt, zal ook verdoemd zijn! Kort en goed, iedereen zal krijgen wat hij zelf wil. Wanneer hij dat dan krijgt, is dat toch het hoogste en het meest volmaakte recht, dat iemand ten deel kan vallen. Wij van onze kant zullen nooit nalaten allen naar hun bevattingsvermogen de juiste weg te tonen en hen door een juist onderricht naar het goede te leiden. Willen zij deze weg bewandelen, dat zal het hun goed gaan. Willen zij dat beslist niet, dan wordt hun daarom door ons geen straf toebedeeld, maar enkel dat, wat ze zelf willen. Ze hebben daardoor oordeel en straf in overvloed. Willen zij zich echter mettertijd, door hun lijden genoodzaakt, weer op de goede weg begeven, dan zullen hun nimmer belemmeringen in de weg worden gelegd.
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Een ander, die naast de vorige spreker staat, zegt sarcastisch en met ogen vol spot: 'Nou, nou, beste vriend, op deze manier ben je zelfs een hemelse vroedvrouw geworden! Jammer, dat de heilige paters redemptoristen op aarde zoiets nog niet hebben gehoord! Die zouden je misschien reeds als beschermheilige, onder de naam 'hemelse vroedvrouw', uit hout gesneden en verguld op een hoofdaltaar hebben geplaatst, en zouden zich, voor het lezen van enige goede missen ter ere van jou, een paar honderd zilverlingen hebben laten betalen voor het verkrijgen van een voorspoedige bevalling. Nee zeg, wat ben jij een pientere kerel! Je weet je uit iedere moeilijke situatie te redden!
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Zeg me eens, ervaren beschermheilige inzake geboorte-aangelegenheden, hoe vaak moet een mensenziel dan eigenlijk geboren worden voordat ze eindelijk eens kan zeggen: nu ben ik goddank voorgoed uit het laatste moederlichaam in een blijvend daglicht gekropen? Ik geloof dat bij jouw voorstelling van de hemel geen enkele ziel het ooit zo ver zal brengen. Geen wonder dat een Nicodemus, toen Christus hem iets onthulde over de wedergeboorte van de geest, zich genoodzaakt zag om te vragen of hij dan weer in een moederlichaam zou moeten kruipen. Het lijkt me dat jullie hele hemelse wijsheid uit niets anders dan uit geboorte en dood en dan weer uit wedergeboorte en dus ook uit herhaald sterven is samengesteld! Zeg ons toch eens oprecht hoe vaak je je hemelse vroedvrouwenwerk nog voor ons zult verrichten, voordat we het werkelijke gezichtsvermogen terugkrijgen? Licht, licht, vriend de vroedvrouw! Dan zal alles zonder veel verloskundig werk beter gaan, want zonder licht is al het gezwets oudewijvenkoek! Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Maar nu in alle ernst! Zeg eens eerlijk, ben je werkelijk zo dom, of houd je ons alleen maar voor je eigen plezier voor de gek? Kijk, een mens zonder wil zou toch niets anders zijn dan een organisch-mechanisch uurwerk zonder veer of gewicht. Ik bedoel: een mens kan wel zijn wil een tijdlang ten dienste van een ander stellen en datgene willen en doen wat die ander wil, of het nu iets verstandigs of iets onverstandigs is. Zijn eigen wil echter geheel uitdrijven, zoals een zwangere vrouw haar vrucht, en zich vervolgens een andere wil bij wijze van spreken laten inplanten, dat gaat zelfs boven de horizon van de laatste vaste ster! Hak jij maar eens heel evangelisch en goedbedoeld je handen en tevens ook beide voeten af en laat er dan een paar vreemde aan vastmaken; dan zullen we wel eens zien welke bokkensprongen je daarmee zult maken! Dus nu verstandig vriend, verstandig! Heb je een kracht, handel dan tot ons welzijn, maar bespaar ons voorgoed je lege woorden, heer Brunissimus!'
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Bruno doet al het mogelijke om zijn wat opgewonden gemoed tot bedaren te brengen, maar de lomperd wil niet geheel uit zijn hart wijken. Nadat hij zijn innerlijk geleidelijk aan tot rust heeft gebracht, zegt Bruno tot de lomperd: 'Vriend, uit jouw opzettelijk beledigende tegenwerping heb ik duidelijk opgemaakt, dat je mijn woorden niet in het minst hebt begrepen. Ik heb jullie om te beginnen tot oprecht geduld gemaand, want zonder dat kan geen mens ooit iets waardevols bereiken. Daarna heb ik jullie laten zien hoe een mens slechts vooruit komt en zijn gewenste doel bereikt, wanneer hij zijn eigen, onbeduidende wil zo beteugelt, dat hij daarmee de wil van een wijze in zich kan opnemen en dan niet meer de verkeerde eigen, maar uitsluitend de betere, vreemde wil daadkrachtig in zich laat werken.
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Bardo schrikt geweldig, als hij Mij voor zich ziet staan en meteen herkent. Hij probeert te spreken, maar zijn tong laat het afweten. Zo stamelt hij maar wat als iemand die, gebukt onder grote zorgen, door slaap wordt overmand. In zijn bevende hart denkt hij niet anders dan dat Ik hem het volgende ogenblik naar de hel zal verdoemen.
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Na deze scène begeeft Niklas zich met Bardo naar Mij toe en zegt: 'Heer, wij staan hier beiden één van hart voor U. Wilt ook U ons vergeven, zoals wij elkaar alles hebben vergeven, zodat wij U dan als met één hart boven alles lief kunnen hebben!'
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Dismas komt wat dichterbij en zegt: 'Beste vrienden, sta me toe ook een woordje te zeggen. Wat het begrip voor onze domheid betreft, ben ik van mening dat we met zo'n verwachting op het verkeerde spoor zitten. Want wanneer het er om gaat, dat de menselijke geest dan pas volmaakt is, wanneer hij op eigen gezag door middel van de hem door God verleende innerlijke levenskracht in de erkende goddelijke orde treedt en zich daarin als in zijn hoogst eigen levenselement daadkrachtig voortbeweegt, dan zou het met de barmhartige inschikkelijkheid wel eens heel anders kunnen liggen.
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Maar geestelijk in jouw huis met jou wonen, is heel goed mogelijk, want reeds op aarde laat een edel mens menige vriend in zijn hart meer dan zichzelf gelden. Dat doet hij hier nog gemakkelijker, omdat de Heer al datgene wat op aarde slechts een verborgen wens blijft, hier in een aanschouwelijke vorm laat verschijnen. Hier wordt alles tot tastbare werkelijkheid, maar blijft in zich toch wat het op aarde was, namelijk het hart en zijn liefdevolle instelling.
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Ik denk dat dit toch duidelijk moet zijn? Maar jij vindt deze belangrijke waarheid slechts dom, omdat je de zaak opvat, alsof men zich eerst totaal willoos zou moeten maken, om pas dan een vreemde wil als de eigen werkende wil in zich op te nemen. Wie heeft je eigenlijk ooit zo'n leer gegeven? Ik weet even goed als jij, en misschien nog wel beter, dat men zonder wil helemaal niet kan willen wat een ander wil, want een mens zonder wil zou of een domme automaat, of eenvoudigweg een standbeeld zijn. Het is toch vanzelfsprekend, dat een mens zijn wil alleen zo kan laten overgaan in die van een ander, wanneer hij juist met zijn eigen wil die van een ander vastbesloten aanvaarden wil en zijn handelingen daarop instelt.
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] De lomperd zegt: 'Zou je eerder zo verstandig met ons hebben gesproken, dan zou ik je ook anders tegemoet zijn getreden. Je hebt echter voordien alleen maar zeer geleerd en orthodox tegen ons geredeneerd, zodat we je zelfs met de beste wil van de wereld niet anders hadden kunnen begrijpen. Het voor jou onaangename gevolg daarvan was, dat ik je daarom namens mijn talrijke broeders enkele 'complimenten' heb moeten maken. Ik neem ze echter weer terug, omdat ik uit jouw laatste corrigerende woorden heb begrepen, dat je toch niet zo simpel bent als ik dacht. Na jouw laatste toelichting staan de effecten er heel wat beter voor en we zien nu allemaal de noodzakelijkheid in van wat je hebt verteld over het geduld en het vervangen van de menselijke wil. Ja, ja, op deze manier zou het ook kunnen, al is het ook met veel moeite, want een oud paard laat zich niet zo goed dresseren als een jong paard, maar dat doet niets ter zake wanneer juffrouw geduld maar op de juiste plek zit!'
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  896 - 897 - 898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921  ...