Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 910 van 1110

...  898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923  ...
[13] Ik denk dat jullie aan de hand van dit voorbeeld de door mij aangevoerde verhouding volkomen kunnen begrijpen; het komt er altijd op aan: hoe meer vuur en daaruit voortkomende warmte of liefde voor God en alle naaste broeders en zusters men heeft, des te minder materie of des te minder dood en dus des te meer leven men behoudt. In het omgekeerde geval volgt daaruit: hoe meer materie, des te minder vuur en dus ook des te minder waarachtig leven er voorhanden is. Om die reden ontbreekt er dan ook op zo'n centrale zon, die bijna uit puur vuur bestaat, het materieel dierlijk leven, op enkele onbeduidend kleine diertjes na.
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Men zou zich gemakkelijk kunnen afvragen waarom hier nu juist een rijke jongeman en niet liever een of andere oude gierigaard in het evangelie als voorbeeld werd genomen of toegelaten. Kijk, alles moet zijn veelzijdige overeenstemmende reden hebben. Zo is immers ook elke maan een jongeling van de wereld en bovendien komt het wezen van het egoïsme in een jongeling ook altijd levendiger tot uitdrukking dan in een grijsaard. Want onder duizend grijsaards treffen jullie er nauwelijks tien aan die gierig en zelfzuchtig van aard zijn. Zij kunnen worden vergeleken met de planeten die veraf staan. Maar onder duizend jongemannen zullen jullie er eveneens nauwelijks tien vinden die zich niet door eigenbelang laten leiden en meeslepen.
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Jullie vragen: in dit land wordt men weliswaar overweldigd door grandioze heerlijkheden, maar hoe komt het dat we daar, behalve de vissen in de gracht rondom de berg waarop het paleis staat, geen ander, groter viervoetig dier ontdekt hebben? Geliefde vrienden en broeders, afgezien van de visjes en enkele vogeltjes zullen jullie op deze centrale zon helemaal geen ander dier ontdekken. Dergelijke dieren zijn alleen aanwezig op planetaire zonnen en op hun planeten en manen, omdat juist deze, in zekere zin trapsgewijs dalend, geleidelijk aan zijn gevormd uit de uitscheidingsproducten van zulke centrale zonnen, waardoor, zoals jullie naar mijn weten al vaak hebben ondervonden, in het leven een hardere strijd om het bestaan moet worden gevoerd om tot de benodigde degelijkheid en reinheid te komen. Jullie mogen de volgende verhouding in je opnemen:
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] De een of ander zou misschien kunnen zeggen: ja, wat zou het eigenlijk uitmaken als in een woongebied mensen van verschillende gebieden bij elkaar zouden komen? Daarop kan ik niets anders zeggen dan: de wijsheid en de ordening van de Heer gaan overal beslist dieper dan een mens met zijn geringe hoeveelheid verstand kan begrijpen. Men zou zich op jullie aarde zelf ook kunnen afvragen waarom op dit kleine hemellichaam de naties die erop leven, zich niet ook zo bont door elkaar willen mengen als het gras en het kruid op een weiland. Jullie zullen me antwoorden:
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Er zijn hier en daar wel echte liefhebbers van hoge bergen, die zij graag zouden beklimmen als het maar enigszins mogelijk zou zijn. Maar wat deze enorm hoge grensgebergten betreft, vergaat ook de grootste bergvrienden de lust daartoe. Ten eerste zijn ze voor hen toch wat al te hoog en hier en daar ook te steil en de hoogste toppen liggen vaak al te dicht bij de etherische lichtstof, waartegen zelfs hun vuurlichamen nog minder bestand zouden zijn dan jullie lichamen van vlees en bloed tegen de etherische atmosfeer, die op de hoogste bergtoppen van jullie aarde eveneens al enigszins aanwezig is.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Waar mondt zo'n rivier dan in uit? Zo'n rivier ontspringt gewoonlijk uit de vele van grote vurige kraters voorziene bergen, verzamelt zich tot een niet zelden duizenden mijlen brede rivier en doorstroomt dan een gebied dat vaak heel wat langer is dan de afstand van jullie aarde tot aan jullie zon en mondt dan soms uit in een of andere grote zee, maar meestal in her en der liggende grote uitgedoofde kraters, vult deze geleidelijk op en maakt op den duur uit de grote en enorm diepe ravijnen vlak land, dat een voor jullie onbeschrijfelijke glans verspreidt. Maar mettertijd stolt het ook helemaal en kan als vruchtbaar land gebruikt worden.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Deze lichtwaterstroom kan echter met niets gelijksoortigs op jullie aarde vergeleken worden, omdat zij slechts eigen is aan zulke zonnenwerelden. De bewoners verzamelen dit lichtwater in bepaalde vormen, waarin het dan weldra stolt en overgaat in de zogenaamde lichtgevende witte stenen. In dit opzicht is het met dit water bijna hetzelfde als met jullie water op aarde, dat ook al gauw tot zoutkristallen stolt als het van de totale massa wordt afgezonderd. Maar op zich stolt dit lichtwater niet in zijn bedding, omdat het daaruit de steeds weekmakende voeding opneemt.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Dat de voeten van zulke bergen een zeer aanzienlijke omtrek en doorsnee moeten hebben, kunnen jullie je gemakkelijk zelf voorstellen. Nog een derde soort begrenzing van zulke woongebieden wordt hier en daar gevormd door grote en brede stromen of ook buitengewoon grote wereldzeeën, die zo'n geweldige hoeveelheid water bevatten dat jullie aarde, als ze erin zou vallen, hetzelfde effect in zo'n zee teweeg zou brengen als wanneer jullie een parel in een zee van jullie aarde zouden werpen. Het is dan ook noodzakelijk dat er op een hemellichaam, waar het plaatselijk zo buitengewoon vurig te keer gaat, ook grote blusapparaten aanwezig zijn.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Dat zijn dus de begrenzingen van onze districtsgebieden. Kunnen deze grenzen of afbakeningen van de districtsgebieden dan niet overschreden worden? Dat kan hier niet zo gemakkelijk, want in de eerste plaats is zo'n districtsgebied al zo oneindig groot, dat daarin miljoenen maal miljoenen mensen buitengewoon goed verzorgd kunnen worden en wat ruimte betreft hoogst geriefelijk kunnen leven. Ten tweede bevinden zich op zijn oppervlak talloze heerlijkheden en veelsoortige, wonderbaarlijke dingen zodat de bewoners van zo'n districtsgebied hun hele leven lang voldoende hebben om te bekijken, te bestuderen en er geestelijk van te genieten. Zij bekommeren zich dan nog minder om een ander gebied dan jullie dat op jullie aarde doen om de omstandigheden op een vreemde planeet, vooral wanneer jullie op je eigen planeet echt goed van alles voorzien zijn.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Zijn deze enorm grote woongebieden, waarvan er dus een zeer groot aantal is, onderling afgebakend of niet? Ze zijn onderling heel streng afgebakend. Waardoor dan? Meestal door eindeloos uitgestrekte rijen van vurige kraters, hier en daar ook door buitengewoon hoge gebergten, waarvan de toppen, als ze vanaf jullie aarde zouden oprijzen, heel gemakkelijk de baan van jullie maan zouden kunnen verstoren. Het oppervlak van deze bergtoppen is soms nog groter dan de helft van het oppervlak van jullie aarde.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Jullie vragen je af hoe deze mensen overal zo vlug gekomen kunnen zijn. Ik zeg jullie dat zoiets hier heel gemakkelijk kan. Ten eerste zijn hun lichamen veel lichter dan die van jullie op aarde; bovendien bezitten alle zonnebewoners meestal een aanzienlijke wilskracht waarmee ze allerhande dingen kunnen volbrengen die voor aardbewoners echt onmogelijk zijn. Zij kunnen zich dan ook met een aanzienlijk grotere snelheid over hun aardoppervlak voortbewegen dan jullie kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Daar zijn we alweer op het ons welbekende, prachtige plateau; kijk het is nog niets veranderd. Jullie zouden graag willen zien waar de bewoners van dit paleis die vóór ons naar buiten zijn gegaan, zich nu ophouden. Ga maar naar de rand van het plateau, dan zullen jullie weldra zien hoe de mooie bewoners zich vermaken, sommigen in de jullie bekende galerijen rondom, sommigen op de triomfbogen boven de ons bekende trap en kijk daar, beneden bij het kanaal zwermt al een heel legioen rond.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Uit de vlam klinken nu de volgende woorden: aldus geschiede naar jullie wil! Toch moet er altijd hout op het altaar liggen, want Ik wil de wegen waarop Mijn grote liefde en erbarming wandelen, in stand houden.
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Weet echter dat voor Mij gemakkelijk is wat jullie zwaar lijkt, en zwaar wat jullie gemakkelijk lijkt. Jullie heersende vrijheid is jullie weliswaar liever, maar Ik heb toch alleen maar welgevallen aan de eenvoud en de nuttige ondergeschikte dienstbaarheid van Mijn kinderen. Want er bestaat geen heer die liever een andere heer zou zien dan zijn eigen knecht, die voor hem altijd een getrouwe dienaar is. Daarom geeft de ene heer de andere slechts het overeengekomen verplichte deel, maar de knecht wordt door zijn meester beloond. Maar Mijn kinderen zijn ook Mijn knechten en daarom krijgen ze als knechten ook Mijn loon en als kinderen Mijn erfdeel! Houd dit altijd in gedachten: als eens het nieuwe hout op jullie altaar weer begint te branden, weet dan dat een vader beter is dan een heer! - Ga nu echter in vrede dan zal de vlam van Mijn wil doven, opdat die van jullie mag heersen op jullie wereld. Evenwel slechts tot aan die gebieden waar de vlammen van Mijn wil vanuit de eindeloze diepten opstijgen; laat niemand zich daarheen wagen. Alleen de vruchtbare bodem blijft jullie onderdanig maar het vuur is van Mij. Amen!
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Wat willen jullie nu? Willen jullie blijven of willen jullie werkelijk Mijn kinderen worden? Kijk, nog brandt de kleine vonk van Mijn wil op het altaar. Willen jullie blijven, blijf dan, maar willen jullie het kindschap bereiken, leg jullie handen dan op het altaar!
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923  ...