Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 910 van 1490

...  898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923  ...
[14] Hier viel de vroegere spreekster weer in en merkte op: 'Ja, ja, je hebt gelijk; zo was het! Maar wat wilde ik ook weer zeggen? - Ja, ja, nu weet ik het al! Toen stuurde de wijze heer Henoch de sterke Sehel er heen! Maar toen deze de tovenaar met geweld van de heuvel wilde trekken, toverde de tovenaar hem ogenblikkelijk - God weet waarheen - en nu zijn ze allemaal perplex en weten niet wat zij nu, eerlijk gezegd, ondanks hun wijsheid moeten beginnen!'
Hoofdstuk 3: De verblufte mannen. Het gepraat van de nieuwsgierige vrouwen. De goede mening van de zuster van Aora. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Een andere naarstige toehoorster van deze verheffende opmerkingen voegde er onder hoongelach aan toe: 'Nee, maar ik zou toch wel uit volle borst moeten lachen als deze hoogstwaarschijnlijke tovenaar deze vier ochtendparels, deze door het eeuwige morgenrood bedauwde voorjaarsrozen - en God weet wat allemaal voor andere schoonheden nog meer -, aan de wijze heren zo geheel en al zou ontfutselen! Ik geloof dat de heren dan nog heel grote ogen zouden opzetten!'
Hoofdstuk 3: De verblufte mannen. Het gepraat van de nieuwsgierige vrouwen. De goede mening van de zuster van Aora. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Maar de jonge spreekster, die Mira heette, merkte al gauw wat voor een schrik haar weinige woorden bij de vrouwen teweeg hadden gebracht, en zij dacht bij zichzelf: 'Wat zal nu het gevolg zijn van deze gebeurtenis? De moeders en de zusters zijn nu opeens geheel verstomd en uit ieders gelaat staart grote angst en een nameloze schrik!
Hoofdstuk 4: De bekommerde Mira in gesprek met Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Toen Mira dat van Henoch had vernomen, antwoordde zij hem zonder wees: 'Vader Henoch, je bent wel een wijze, en bovendien nog de enige en door de Heer Zelf vast aangestelde hogepriester, - maar ik meen nu juist niet verkeerd gehandeld te hebben, want men moet toch de rechten van God hoger achten dan de rechten van de mensen, als deze niet met de goddelijke overeenstemmen!
Hoofdstuk 4: De bekommerde Mira in gesprek met Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Toch zeg ik je, lieve vader Henoch, nu ook zeer beslist: als die Man mij nog een keer zou wenken om bij hem te komen, dan zou ik niet alleen alle moeders en zusters ogenblikkelijk laten zitten, maar de hele wereld, en zou regelrecht naar Hem toe snellen; want achter deze Man schuilt meer dan alleen maar een man! - Dat weet ik heel zeker!'
Hoofdstuk 4: De bekommerde Mira in gesprek met Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Deze aanspreking en de scherp vragende toon ontmoedigde onze Mira enigszins; toch kwam zij al spoedig weer tot zichzelf omdat zij dacht: 'Is het de Heer, dan zal Hij het immers niet zo heel erg ernstig menen en zal Zich zeker door mijn vurig smekende hart laten vermurwen; en is hij slechts zo'n starre wijze, dan ga ik in het ergste geval weer net zo weg als ik ben gekomen!'
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Pas na deze overweging deed zij haar mond open en zei enigszins schuchter, maar toch dapper: 'Het is waar dat ik over het geheel genomen verkeerd heb gehandeld; maar als ik dan weer bedenk dat de nood van mijn hart mij daartoe noopte, en dat Henoch mij niets heeft gezegd van het gebod, hier niet binnen te mogen treden, dan heb ik toch weer niet verkeerd gehandeld!
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Maar Ik zeg je, de hulp zal wel komen en eerder dan je zou hebben verwacht; maar ga jij intussen naar buiten en overdenk je misstap en kom dan pas, in jezelf gelouterd, bij Me, en Ik zal je dan opnemen en je zegenen zoals deze vier!'
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Hierop werd Mira rood van schaamte en zei: 'Ware U niet de Heer, dan zou Mijn hart niet zo open zijn voor U; U bent echter de Heer en daarom is er ook niets verborgen voor U, en ik ga nu wel uit deze hut, die ik niet waard ben, nu ik U gezien en helemaal herkend heb!
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Deze woorden hadden Mira bijna het leven gekost als zij zich niet in het bijzijn van de Heer van het leven had bevonden. Want haar lang verborgen liefde kwam nu volledig tot uitbarsting en dit uitbreken was nog te weinig voorbereid; daarom zonk onze Mira dan ook als het ware ontzield ineen op de vloer van de hut.
Hoofdstuk 6: Mira sterft van liefde en wordt weer tot leven gewekt door de Heer. De vuurstorm van liefde en het plotselinge verdwijnen van de Heer. De terugkeer van de Heer en het toebereiden van de maaltijd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Dus in zo'n liefde stond Mira op en keek Mij, haar heilige, meest liefdevolle Vader, met zulke ogen aan, welke op hun beurt buiten Mij niemand zou hebben verdragen; want zelfs Mijn hart werd door deze aanblik gedwongen zich iets terug te trekken en dat om reden van de meest wijze liefde.
Hoofdstuk 6: Mira sterft van liefde en wordt weer tot leven gewekt door de Heer. De vuurstorm van liefde en het plotselinge verdwijnen van de Heer. De terugkeer van de Heer en het toebereiden van de maaltijd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Deze opdracht maakte onze Mira buitengewoon blij, en zij ging dan ook met een opgewekt gemoed naar buiten en kondigde de vaderen aan dat zij zich, aangezien de maaltijd bereid was, volgens de wil van de Heer in de hut moesten begeven.
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Met deze woorden snelde zij de hut binnen en wilde zich tegenover de Heer over de vaderen beklagen.
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Want nu is er weer een verbond gevormd tussen Mij, Mijn engelen en de aarde; daarom heb Ik dit vreugdemaal van gekookte vruchten laten bereiden, om daardoor een gedenkteken te geven voor de hele aarde, dat Ik, de eeuwige Vader van de kinderen van deze aarde nu een God, een Heer en een ware Vader voor hen ben geworden en nu een verbond met hen heb gesloten, opdat zij zodoende allen volgens dat verbond Mijn waarachtige kinderen zullen zijn, zoals Ik altijd en eeuwig hun meest liefdevolle en heilige Vader wil zijn.
Hoofdstuk 8: De maaltijd in de hut van Purista. De woorden van de Heer over zijn liefdesverbond met de kinderen van de aarde en de zichtbare gemeenschap tussen hemel en aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Maar als jullie dit verbond verlaten en deze heilige band verbreken, dan zal de aarde weer in haar eerste diepte verzinken, en de dichtste wolken zullen haar omhullen, waardoor niemand meer in staat zal zijn Mij noch Mijn hemelen te aanschouwen.
Hoofdstuk 8: De maaltijd in de hut van Purista. De woorden van de Heer over zijn liefdesverbond met de kinderen van de aarde en de zichtbare gemeenschap tussen hemel en aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  898 - 899 - 900 - 901 - 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923  ...