15542 resultaten - Pagina 92 van 1037
... 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 ...
[11] Als jullie, Farizeeën en schriftgeleerden, soms door de tempel teruggeroepen worden om inlichtingen over Mij te geven aan hen die Mij naar het leven staan, zeg dan niets over al Mijn daden, maar spreek des te meer en vrijmoediger over Mijn leer! Wees ook niet bang voor hen, die in het uiterste geval wel jullie lichaam kunnen doden, maar de eeuwig voortlevende ziel niet verder kunnen schaden! Zij zullen jullie echter niet aanvallen. Als ze jullie verstoten, ga dan naar de Essenen, die zullen jullie met open armen ontvangen!"Hoofdstuk 167: Vertrek uit Genezareth. Naar Tyrus en Sidon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Na deze woorden scheepte Ik Mij met Mijn groep van twintig leerlingen in, en met goede wind voer het schip met grote snelheid naar de andere oever van de zee in de richting van Sidon en Tyrus (Matth. 15:21), welke steden natuurlijk wel behoorlijk ver van de Galilese zee aan de Middellandse zee lagen.
Hoofdstuk 167: Vertrek uit Genezareth. Naar Tyrus en Sidon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar terwijl de leerlingen onder elkaar zo hun meningen uitwisselen, komt de VROUW naar Mij toe, valt voor Mij op haar knieën en zegt: "Heer, help mij!" (Matth. 15:25)
Hoofdstuk 168: Genezing van de dochter van de Kananese vrouw. Op de berg aan de Galilese zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Toen stond de vrouw op, bedankte en snelde weg naar haar huis en vond haar dochter gezond (Matth. 15:28) - De mensen, die thuis bij het meisje waren, vertelden de moeder hoe zij zagen dat de duivel onder geweldig razen en vloeken een halfuur eerder was verdwenen. Toen begreep de vrouw dat dit op hetzelfde moment gebeurde waarop Ik op de grens van het gebied van Tyrus tegen haar zei: "O vrouw, je geloof is groot; jou geschiede zoals jij het wilt!"
Hoofdstuk 168: Genezing van de dochter van de Kananese vrouw. Op de berg aan de Galilese zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] De avond was echter gevallen en de leerlingen vroegen Mij of Ik wel door wilde gaan naar Tyrus, of dat zij hier aan de grens van het gebied uit zouden zien naar een herberg, omdat het van daaruit nog drie uur gaans was naar de stad Tyrus.
Hoofdstuk 168: Genezing van de dochter van de Kananese vrouw. Op de berg aan de Galilese zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zei toen tegen de leerlingen: "Weten jullie wat? Laten wij hiervandaan in plaats van naar het westen waar Tyrus ligt, naar het zuidoosten gaan! Daar komen wij weer aan de Galilese zee. Vlak aan de oever ligt een mooie berg, waarvan wij de boomloze top hiervandaan gemakkelijk binnen twee uur bereiken, daar zullen wij overnachten."
Hoofdstuk 168: Genezing van de dochter van de Kananese vrouw. Op de berg aan de Galilese zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Dat zijn zaken, die jullie verstand nu nog niet tot op de bodem kan begrijpen! Maar omdat wij hier zo ongestoord bij elkaar zijn, wil Ik jullie toch wel enige aanwijzingen daarover geven, luister dus naar Mij:
Hoofdstuk 169: Over de bezetenheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Maar de vrouw heeft ons gezien en ontdekt dat wij hier uitrusten en dat is voldoende voor duizenden om morgen naar deze heuvel te komen!"
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De aarde is de draagster van tweeërlei soort mensen. De ene en betere soort stamt van oorsprong reeds van boven, de kinderen van God moeten daaronder gerangschikt worden. De andere en oorspronkelijk kwade soort stamt zuiver van deze aarde af. Hun ziel is in zekere zin een combinatie van afzonderlijke levensdeeltjes, die,terwijl ze van satan afgenomen zijn, in de massa van het aardelichaam als materie gevangen worden gehouden. Daaruit evolueren ze door de plantenwereld naar de dierenwereld, en werken zich door de vele niveaus van de dierenwereld tenslotte als een potentiële kracht, bestaande uit talloze oerzieldeeltjes, op tot een ziel van een werelds mens. Speciaal bij ongezegende verwekkingen verenigen zij zich in het lichaam van de vrouw, waarbij zij daarna net als de kinderen van het licht uit de geestelijke sfeer van de hemelen, op deze wereld geboren worden.
Hoofdstuk 169: Over de bezetenheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Toen kwamen PETRUS en Mijn JOHANNES naar Mij toe en zeiden beiden: "Heer, U bent méér dan Mozes! Als U tegen dit mooie witte rotsblok zou zeggen, dat het water moest geven, dan zou beslist meteen het zuiverste water opwellen!"
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Daarop zocht ieder voor zich een plaatsje, dat hem het makkelijkst leek om te rusten en zo werd het weldra stil op de berg. Alle leerlingen sliepen snel in, alleen Ik bleef wakker en sliep pas tegen de ochtend wat in. Toen Ik bij zonsopgang ontwaakte, was Petrus al ter plaatse met een hoeveelheid brood. Hij ging drie uur voor zonsopgang al de berg af en vond beneden aan de oever van de zee een met brood beladen schip, dat uit Magdala afkomstig was en naar Jesaïra koers wilde zetten. Petrus kocht bijna een kwart van de lading van het schip, en Matthéus, de jonge tollenaar, betaalde alles. Tevens vervoerde het schip goede vers gebakken vissen, waarvan de brave Petrus een hele kist vol kocht, die Matthéus ook betaalde. De bergtop was nu met dit alles voorzien, maar er mankeerde één ding en dat was een goede bron. Op de hele berg, die tamelijk uitgestrekt was, was geen druppel water te vinden en de geringe wijnvoorraad was nauwelijks voldoende voor een halve dag.
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Wij aten toen ons ochtendbrood, en nadat we er nog wat vissen bij gegeten hadden, legden de leerlingen de nog behoorlijk grote voorraad op de grote witte steen, waarna wij naar de mooie omgeving keken, die zich voor ons naar alle kanten wijd uitstrekte. Men kon vanaf deze berg bij helder weer heel goed hier en daar de oever van de grote Middellandse zee zien, en de torens van Sidon en Tyrus en nog een heleboel andere plaatsen. Kortom, het uitzicht vanaf deze berg was prachtig en wedijverde met verscheidene veel hogere bergen, waarvoor men vaak een volle dag nodig had om die te beklimmen. De totale hoogte boven het oppervlak van de zee bedroeg volgens de maten van deze tijd ongeveer vierduizend voet. Het plateau was zo groot en ruim, dat men er een behoorlijk grote stad had kunnen bouwen, alleen de toegangen waren aan alle zijden tamelijk steil en men moest er op verscheidene plaatsen vrij veel moeite voor over hebben om omhoog te komen. Op een aantal plaatsen was deze berg zelfs onbeklimbaar, maar van de kant waar wij hem beklommen hadden, was hij tamelijk goed te beklimmen. En uit die richting hoorde,n wij dan ook, nadat wij ongeveer een uur genoten hadden van het mooie uitzicht, veel mensenstemmen, met daar tussendoor veel kreten van pijn van jong en oud en van mannen en vrouwen.
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Waar maak jij je nu druk over? Naar jou zal beslist geen mens toekomen en de zieken zul je niet beter behoeven te maken. Als je vindt dat het bij Mij te onrustig en te rommelig toegaat, ga dan naar je woonplaats terug en loop met je potten weer de markten af! Zolang je bij Mij wilt blijven, moet je je richten naar Mijn voorschriften, want op Mijn wegen en paden ben Ik alleen Heer! Maar als Ik ooit naar jou toekom en met jou mee zal gaan op jouw wegen en paden, dan zal Ik mij houden aan jouw voorschriften en jou als heer van wat je doet aanvaarden! Ik meen echter dat hier het omgekeerde toch wel het geval is..
Hoofdstuk 171: Het wonder van de genezing op de berg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Ja, Heer en Meester, Uw leer bevat de zuiver goddelijke waarheid, ja ik zou zelfs zeggen: Zij is zelf al puur leven. Maar jammer genoeg zal zij door de niets gelovende bovenlaag van de wereld zeker niet aangenomen worden, omdat deze zich op heidense wijze op aarde al zo'n plaats veroverd heeft, dat zij daardoor naar aardse begrippen heel goed kan leven. Adam zou ondanks zijn geroemde Eden een arme stakker geweest zijn vergeleken bij een Caesar Augustus of een Lucullus en nog honderden zoals zij. 'Dat kan men zich door Zeus, Apollo, Mercurius enz. verschaffen, men kan naast deze fantasiegoden oneindig goed leven! Waarvoor dan waarheid, waarvoor liefde, zachtmoedigheid, geduld en wijsheid?' Zo zullen de groten en machtigen der aarde filosoferen en Uw echte heilige leer van de vriendschap bij iedereen achtervolgen, zoals de hongerige wolven een lam achtervolgen. .
Hoofdstuk 172: Het leven kan slechts door strijd behouden blijven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Omdat Ik dat heel goed merkte, riep IK de leerlingen bij Mij en zei tegen hen: "Luister! Ik heb met het volk te doen, want het is al drie dagen bij mij gebleven en heeft nu niets meer te eten. Ik wil het niet hongerig wegsturen, want dan zou het op weg naar huis kunnen omkomen (Matth. 15:32), want er zijn er uit dit volk die van ver gekomen zijn. Geven jullie hen te eten!"
Hoofdstuk 173: Wonderbare spijziging van de vierduizend. In de omgeving van Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)