Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 914 van 1110

...  902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927  ...
[13] Jullie vragen nu waarom hier dan altijd het aansteken van het hout op het altaar nodig is om de mensen te kunnen zien die zo'n paleis bewonen?
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Willen jullie het levende zien, dan moeten jullie dat tweederde doorbreken en weer op het centrum van de liefde teruggrijpen, waar het leven thuis is. Dan zal het hout op dit altaar gaan branden en we zullen ons er meteen van kunnen overtuigen dat de hallen en vertrekken van dit grote paleis niet zo zonder leven zijn als het jullie bij de eerste natuurlijke aanblik toescheen.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Kijk, dat komt doordat jullie als natuurlijke mensen voor ruim tweederde meer gehecht zijn aan de materie dan aan het inwendig geestelijke. Maar deze materie is dood omdat ze een gericht is, en bedoeld om verder te worden ontwikkeld. Daarom zien jullie vanuit je natuurlijke sfeer dan ook datgene wat met haar verwant is.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Maar nu zie ik iets in jullie en dat is het volgende: onuitsprekelijk verkwistend is de eindeloos rijke pracht van dit paleis. Waarlijk, als er op aarde zoiets verwezenlijkt zou kunnen worden, dan zouden zelfs de grootste keizers en koningen zich al te gering voelen om heer te zijn van zo'n eindeloze pracht. Zij zouden zo'n paleis vol eerbied tot een algemene tempel van de Heer wijden. Ja, deze eindeloze pracht is werkelijk zelfs voor de stoutmoedigste geest volkomen onverdraaglijk om te aanschouwen.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Maar richten jullie je blik nu nog hoger naar het plafond van deze hal! Kijk, het is niets anders dan de wondermooie grote koepel die we al van buitenaf als een geweldige keizerskroon aanschouwd hebben en die met de prachtigste lichtgevende edelstenen van deze centraalzon is bezet. Deze edelstenen verspreiden binnen in de ronde hal een fantastisch licht.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Achter de zuilenrijen zien jullie een vlakke wand, die is uitgevoerd in een lichtgevende zacht rozenrode steen. In de muur bevinden zich naar verhouding grote ramen en deuren die uitkomen op de prachtige galerijen.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Wel, wat zeggen jullie van deze onmetelijke pracht? Is dat niet meer dan een menselijke geest in één keer kan verdragen?
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] We gaan gewoon weer verder; daar is al de zevende rustplaats. Bekijk deze vloer eens; hij is donkerrood als het fluweel van een keizersmantel, en donkeroranjegele sterren glinsteren bijna onverdraaglijk fel vanaf het oppervlak en geven de rode doorzichtige vloer een heel eigenaardige en geheimzinnige belichting. - Nee, ik moet zeggen, ik had alles eerder verwacht dan zo'n pracht in jullie. Er zijn nog heel veel van dergelijke rustplaatsen boven ons; het zouden er nog wel zo'n drieëntwintig kunnen zijn.
Hoofdstuk 19: Een nieuwe plaats. Prachtig gebouw op een heuvel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Laten we maar weer verder gaan; daar zien jullie de derde rustplaats. De vloer is rood als karmijn, maar glanzend als robijn, en op zijn oppervlak glinsteren weer heel mooi anders gerangschikte lichtgroene sterren. We gaan nog verder; daar is al de vierde rustplaats. Kijk deze vloer eens; hij is violet als amethist en in zijn oppervlak schitteren allermooist geordende lichtblauwe sterren.
Hoofdstuk 19: Een nieuwe plaats. Prachtig gebouw op een heuvel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Dit zou enerzijds wel goed zijn, maar anderzijds zie ik nog een ander probleem en dat betreft het nog zeer gebrekkig geestelijk schouwen in jezelf, waardoor jullie nog niet in staat zijn om op mijn vraag een zinnig antwoord te geven. Wat is daaraan te doen? We zullen weldra een middenweg vinden waarop we het eens zullen worden, en dat betekent dat we de vraag helemaal weglaten en dadelijk tot een beschouwelijke uiteenzetting overgaan.
Hoofdstuk 19: Een nieuwe plaats. Prachtig gebouw op een heuvel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Ik zou jullie eigenlijk moeten vragen hoe deze nieuwe plaats jullie bevalt. Maar omdat ik nu met jullie op je eigen grond wandel, kan ik dat in feite niet goed doen, want wanneer een vreemdeling bij een huiseigenaar komt, kan hij hem toch ook niet vragen hoe zijn eigendom hem bevalt. Maar de huiseigenaar kan die vraag wel aan de vreemdeling stellen. Toch kunnen jullie mij deze vraag nog niet stellen omdat jullie zelf nog grotendeels vreemdelingen in jullie eigendom zijn. Daarom moet ik dan toch maar de volgorde omkeren en jullie de vraag voorleggen die jullie eigenlijk aan mij zouden moeten stellen.
Hoofdstuk 19: Een nieuwe plaats. Prachtig gebouw op een heuvel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Maar laten we nu de centrale ruimte van dit gebouw binnengaan vanwaar ons reeds stromen van licht tegemoetkomen. Kijk, het is een heel grote ronde hal. De vloer is azuurblauw en is helemaal ingelegd met de jullie welbekende sterrenbeelden van jullie zichtbare hemel. De sterren stralen echter veel sterker dan die welke je 's nachts vanaf jullie aarde ziet. De wanden van deze ronde hal bestaan eveneens uit drie boven elkaar geplaatste machtige zuilenrijen. De onderste rij bestaat uit louter robijnen, de middelste uit louter smaragd en de bovenste uit de meest zuivere hyacint. De zuilen van elke rij zijn onderling verbonden door witte bogen waarboven prachtige galerijen van doorzichtig goud zijn aangebracht.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Dat is alleen nog maar de poort. Daarna komen we in het wondermooie voorportaal, dat aan beide kanten met drievoudige galerijen van louter witte zuilen is versierd. De gangen van de galerijen hebben balustrades die uit robijnen en diamanten bestaan. Kijk eens naar de vloer van de onderste gelijkvloerse galerij. Het is een echte mozaïekvloer, waarin jullie de mooiste guirlandes van helder stralende bloemen ingelegd zien. De kleuren van de bloemen in de guirlandes wisselen bij elke wending en glinsteren als in een kunstig vervaardigde regenboog, dat wil zeggen als het de mens mogelijk zou zijn om de regenboog te vervangen door een veelkleurige bloemenboog waarin de bloemen steeds zo van kleur zouden veranderen als een goed geslepen briljant in de stralen van de zon.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Daar staan we al bij de toegangspoort, maar naar het mij voorkomt en jullie zeker ook, komen we rechtstreeks van de regen in de drup. Kijk maar eens naar de nauwelijks onder woorden te brengen pracht van de toegangspoort zelf? Ze heeft de volle hoogte van de eerste verdieping, dus een hoogte van ongeveer dertig klafter en een breedte van twaalf klafter. De zijpilaren van de poort zijn massieve diamanten palen, precies vierkant en de vlakken van beide pilaren zijn nog versierd met drie naast elkaar gelegen stroken van rode, blauwe en groene helder glanzende sterren. De boog van dit portaal is vervaardigd uit kostbaar witte zonnesteen en is eveneens versierd met mooi gerangschikte rode, blauwe en groene sterren. Boven het portaal, dat wil zeggen boven de boog daarvan, bevindt zich nog een massieve roodgouden balustrade en bovenop de leuning van de balustrade zijn op gelijke afstand ronde bollen van allerfijnste en kostbaarste witte zonnesteen geplaatst die een buitengewoon mooi wit licht uitstralen. De poortdeuren zijn vervaardigd van kunstig opengewerkt, fijn goud en zijn met kruisbanden van wit goud overtrokken, waarin alle mogelijke soorten allerzuiverste en mooi geslepen edelstenen bijzonder sierlijk zijn ingelegd.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[27] En verder toen Hij zei: 'Wat jullie de Vader ook maar in Mijn naam zullen vragen, dat zal Hij jullie geven.' Hier heeft de Heer in de vraag geen uitzondering gemaakt, want Hij zegt: 'wat het ook moge zijn.'
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927  ...