Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 914 van 1112

...  902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927  ...
[18] De graaf zegt: 'Heel goed, beste vriend! Weet u echter ook heel zeker, dat ons daar hulp werd aangeboden? Zouden zich niet nog andere groepen in onze nabijheid kunnen ophouden, die zich in een soortgelijke miserabele positie bevinden? Allah is groot en de leer van Mohammed, zijn profeet, is veelomvattend! Dus kunnen ook wij zeggen: 'God, als Hij al bestaat, is groot en Jezus, Zijn profeet, was nog grootser in zijn leer dan de Saraceense Mohammed. God weet waar diegenen zijn, voor wie deze aansporing bestemd is!'
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De graaf schrikt behoorlijk van deze roep en de franciscaan zegt: 'Nu weten we precies voor wie het bedoeld is! Heeft mijnheer de graaf er nu ook nog bezwaar tegen om zich tot Jezus, de Gekruisigde, te wenden?'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] De graaf zegt: 'Wie de schade heeft, krijgt gewoonlijk ook nog de schande! Als u dan zo' n buitengewoon schrandere kerel bent, waarom hebt u zich dan ook laten ophangen? Ik denk, wanneer volgens uw definitie sterkte met wijsheid gelijke tred houdt, dan moet u toch ook niet een van de allersterksten zijn!'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] De graaf zegt: 'Ja, kijk, nu heb ik echt spijt, dat ik die man iets te hard heb aangepakt. Als hij vroeger als monnik zoveel wijzer was dan zijn orde-collega's, wier verstand zo bekrompen was dat hij hen heeft afgeranseld, behoort hij klaarblijkelijk tot de betere mensen. Ah, met hem moet ik direct weer vriendschap sluiten!' De graaf wendt zich daarop weer tot de meedogenloze en zegt: 'Geachte vriend, u moet mij maar niet kwalijk nemen, dat ik daarnet wat al te onhoffelijk tegen u ben geweest, maar ik wist immers niet wie u eigenlijk was. Omdat ik nu echter van deze vriend heb vernomen wie u op aarde was, ziet alles er nu inderdaad totaal anders uit. U bent dus de reus Goliath, die zijn orde uit innerlijke overtuiging de rug toekeerde en daarop met sterke hand het zwaard heeft opgenomen om het vaderland zo mogelijk te redden?'
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De graaf zegt: 'Daarover kan men werkelijk beter zwijgen dan spreken! Deze inrichting is zelfs voor het toeval te slecht, laat staan voor een of ander wijs, hoogstaand wezen! De Godheid, als zij al bestaat, schijnt niet de minste notitie van haar werken te nemen. Zij stelt zich er waarschijnlijk tevreden mee om bij wijze van spel alleen maar wezens en mensen te scheppen. Zijn zij er eenmaal dan zorgt de lieve Godheid er weer voor, dat ze zo vlug mogelijk worden terechtgesteld. Opdat dit des te gemakkelijker verloopt, laat zij toe dat de anders argeloze mensheid door de schandelijkste zelfzucht en heerszucht wordt bezield. Door deze helse begeerten gedreven, wordt de ene broeder voor de andere een hyena en wordt hij van een niet te lessen bloeddorst vervuld. O, het is schandalig; wat een afschuwelijk spel met het leven van een van zichzelf bewuste mensenpop! Welke schadeloosstelling kan de Godheid dan wel bieden aan een mens, die zoals ik op zo'n schandelijke manier is gedood, dat iets dergelijks in de wereldgeschiedenis nauwelijks is aan te wijzen.
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] De meedogenloze zegt: 'Wat dat betreft ben ik weer een andere mening toegedaan. Waarheen zullen wij vluchten in deze eeuwige nacht, waarin wij zo' n zwak lichtschijnsel rondom ons bespeuren, dat wij elkaar maar amper herkennen? Wie van ons is er dan bekend in deze troosteloze omgeving? Wij rennen misschien enkele passen en een tot in het oneindige reikende afgrond heeft ons al genadig opgenomen, want hier lijkt alles oneindig en eeuwig te zijn. Of wij zouden onze vijanden rechtstreeks in de armen kunnen rennen. De grote massa kan zich juist daar ophouden, vanwaar wij helemaal geen stemmen vernemen en wij zouden daar het eerst gepakt kunnen worden. Laten wij ons daarom hier heel rustig houden. Komt er dan zo'n kleine patrouille in onze buurt of een paar sluipende verkenners, dan pakken wij hen meteen beet, nemen hen gevangen en brengen hen tot zwijgen!'
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Een derde zegt: 'Nou, zwart-geel en geestenwereld, dat past mooi bij elkaar! Men moet maar eens bedenken, waarom de onderdanen van het eigenlijke Oostenrijk zwart-geel zijn. Zij zijn zwart-geel ten eerste: uit angst voor de vele bajonetten, kanonnen en galgen. Ten tweede zijn de rijken, de militairen en de beambten het uit eigenbelang! Niet het welzijn van de volkeren, maar puur het eigenbelang gaat hun het meest ter harte. Ten derde zijn ook velen uit godsdienstige domheid zwart-geel, omdat er een heilige keizer Leopold zou zijn geweest en een vrome Ferdinand, die alle protestanten vervolgde. De laatste soort zou zich hier misschien kunnen handhaven, maar wat de eerste twee betreft, ben ik ervan overtuigd dat er hier van hen geen spoor meer valt te bekennen!'
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Daarop zegt de franciscaan tegen de graaf: 'Wel, heer graaf, dat is toch duidelijke taal. Het komt mij voor, alsof dit treffende antwoord voor u alleen bestemd is, omdat u in deze geestenwereld nog graaf of vorst wilt zijn. Hoe kan men echter als geest nog voorliefde hebben voor het uniform, waarin men op aarde smadelijk werd terechtgesteld? Nee, ik geef werkelijk niets voor deze redenering. Wat hebt u er nu aan, dat u op aarde een van de meest vooraanstaande magnaten van Hongarije was? Zou u een gewone varkenshoeder geweest zijn, dan zou u nu misschien nog achter een goed glas wijn en een goede schotel goelasj zitten, maar nu zet u hier hetzelfde droevige gezicht als ik en bent u met uw graventitel zo arm als een luis. Hebt u nooit gehoord, dat de bliksem de impertinente eigenschap heeft om het eerst in de hoogste voorwerpen in te slaan en dat hij de lagere pas aanraakt, als deze zich te dicht onder de hogere bevinden, zoals ossen onder een boom?'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De graaf zegt: 'Domme kletsmajoor! Had mij toch eens laten uitspreken! Ik ben u toch ook niet in de rede gevallen, toen u mij daarnet de oren van het hoofd hebt gekletst.' De franciscaan zegt: 'Geneert u zich niet en ga maar verder met uw manier van praten, anders komen we nooit tot een eind.'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] De graaf zegt: 'Ja, u hebt alweer gelijk! Ik ben wel wat dom, maar een kind dat zich gebrand heeft, is bang voor vuur. Er zullen hier wel heel andere levensomstandigheden zijn dan op aarde gebruikelijk waren, maar droevige ervaringen blijven de ziel van een ongelukkige zo sterk bij, dat hij ze niet van vandaag op morgen van zich afkan zetten. Het is mij toch zeker niet kwalijk te nemen, dat ik wat geaarzeld heb met het aannemen van de geboden hulp.
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Robert zegt: 'Beste vriend en broeder, de Heer is hier de levende maatstaf voor ons allen. Kijk maar door deze deur de zaal in en zie hoe Hij zich met de Zijnen onderhoudt en er juist over spreekt hoe men verder met deze dertig te werk moet gaan. Bespeuren wij allen hier ook maar het geringste ongeduld op Zijn heilige aangezicht?' De generaal zegt: 'Nee, waarachtig! Goddelijke rust en eeuwig dezelfde hoogste gratie stralen van Zijn hele wezen.'
Hoofdstuk 137: De trots van de graaf komt nog eens boven. Aardse politiek vanuit het perspectief van het hiernamaals. De generaal en Robert over de twist van deze geesten. Het grote geduld van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] De franciscaan zegt: 'Pak me dan maar meteen aan en u zult er zich daardoor van overtuigen, dat een graaf Bathianyi hier totaal niets vermag! Wat voor kracht heeft zo'n geest dan wel? Wanneer is de domheid ooit sterk en machtig geweest? Ik zeg u, zolang de wereld bestaat nog nooit! U bent echter erg dom en daardoor ook in elk opzicht heel zwak, omdat u beledigd bent door wat ik zuiver voor uw bestwil heb gezegd. Op aarde hebt u eveneens laten zien, dat u bijzonder dom was, want als u verstandiger zou zijn geweest, dan zou u gehandeld hebben als Kossuth en consorten, die op het juiste moment nog hebben kunnen vluchten. U hebt zich echter als een onnozele hals laten vangen en heel heldhaftig laten doodschieten. Zegt u mij eens, of u dat slim kunt noemen?'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De franciscaan zegt: 'Ja, dezelfde Jezus van wie de evangelische traditie zegt, dat Hij Gods Zoon is en blijft; voor eeuwig een Heer van hemel en aarde! Tijdens mijn leven op aarde geloofde ik weliswaar niet in deze traditie, omdat ze door Rome te zeer misbruikt werd. Daaruit moest ik de volgende conclusie trekken: als dit niet louter het werk van de vroegere heerszuchtige hiërarchen was, dan zou het toch onmogelijk zijn om van zo'n Godsleer zo schandelijk misbruik te maken. Want er zijn in de roomse hiërarchie in nauwelijks 1200 jaar tijd dingen gebeurd, waarvoor de hele hel diep respect moet hebben! Zou de zich vaag op de achtergrond houdende stichter van zo' n leer een Zoon van de Allerhoogste zijn? Werkelijk, heer graaf, het zou voor mijn geest geen geringe opgave zijn geweest zoiets te geloven.
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] De franciscaan zegt: 'Wat voor onzin haalt u zich toch allemaal in het hoofd! Veronderstel dat u op aarde in handen van rovers zou vallen en een sterk iemand zou u willen helpen, maar u stelt hem voorwaarden, waaronder u zijn hulp wilt aannemen... zouden dan zelfs de ijsberen u niet uitlachen? Heeft men ooit gehoord, dat een bedelaar zijn weldoener voorwaarden stelt? Ach, heer graaf, daar valt niet meer over te praten! Onze aardse overgave was toch iets heel anders. Daar bood niemand ons hulp aan, maar daar luidde het: 'Genade en ongenade onder beloofde voorspraak'. Hier echter wordt ons toch uitdrukkelijk volledige hulp aangeboden. Dat kan men toch in de verste verte niet vergelijken met de aardse situatie, die ons de lichamelijke dood bracht. Ik vraag u, heer graaf, wees toch niet zo traag van begrip!'
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De franciscaan zegt: 'Nu, heer graaf, u bent wel bijzonder goed thuis in de bijbel! Dat doet mij des te meer plezier, omdat u juist een tekst aanhaalt, die ook mij in hoge mate onrechtvaardig is voorgekomen. Er zijn nog enkele andere teksten, waardoor de anders zo goede Heer Jezus waarlijk een onverbiddelijk en volgens aardse begrippen onrechtvaardig iemand lijkt te zijn. Daar staat tegenover dat er ook weer een heleboel teksten zijn, die heel troostvol zijn. Vanuit dit standpunt bezien zijn uw bedenkingen wel te billijken, want de macht heeft steeds het voordeel, dat zij eeuwig kan doen wat ze wil. Het goede daaraan is echter, dat men zich geen werkelijke macht kan indenken zonder volmaakte wijsheid; bovendien kan men het met een heel wijs iemand altijd beter vinden dan met iemand die dom is. Daarom denk ik, dat wij het toch kunnen wagen om de aangeboden hulp aan te nemen.
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927  ...