15542 resultaten - Pagina 914 van 1037
... 902 - 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 ...
[14] Bij deze laatste trede wordt Robert zo sterk aangegrepen door zijn liefde tot Mij, dat hij luid begint te schreien. Nu eens kijkt hij naar dit bovenste opschrift, dan weer naar Mij en soms ook naar zijn nieuwe vrouwen zegt na een poos vol verbazing: 'O heilig opschrift! Je bent zo eenvoudig, zonder fraaie woorden hier op zuiver goud geschreven en daarbij zo eeuwig waar als Degene Zelf, wiens almachtige vinger je hier in dit goud heeft gegraveerd! O God! Nu, nu pas begint een enorme liefde, geheel tot U alleen, mij te doordringen en daarbij merk ik pas, dat ik U nog nooit volkomen waarachtig heb liefgehad! Maar nu is het anders geworden! U geheel alleen bent nu de Heer van mijn hart, van mijn leven! Eeuwige, onoverwinnelijke liefde; voor U alleen niets dan liefde, liefde en nog eens liefde, U, mijn God en Vader Jezus!Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] En nog verder leest hij op de tiende trede: 'Pas op, pas op, pas op, dat je jezelf niet overschat als je vorderingen maakt! Kijk naar de deemoed, zachtmoedigheid en goedheid van de Heer! Hij is de Heer in alle eeuwigheid. Alles wat de oneindigheid omvat, is Zijn eigen werk. Zijn kracht is zo groot, dat alle werken van de onmetelijkheid voor het zachtste ademtocht je van Zijn mond in een eeuwig niets zouden moeten verzinken. Toch staat Hij eenvoudig en zonder enige pretentie bij Zijn kinderen, als was Hij nagenoeg de allergeringste onder hen. Hij houdt van hen en onderhoudt zich met hen, als had Hij hen alleen in de hele oneindigheid, die toch een overvloed heeft aan talloze myriaden van prachtige, uiterst lieve, wijze en reine wezens. Dus probeer, probeer, probeer om voor eeuwig de geringste te worden en te blijven!'
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Verder leest hij op de zesde trede: 'Christus is de enige Middelaar tussen God en de menselijke natuur. Door de dood van Zijn vlees en door Zijn vergoten bloed heeft Hij voor al het vlees, dat de oude zonde van satan is, de weg gebaand naar de opstanding en de terugkeer naar God! Christus is de oorspronkelijke liefde in God, het hoofdwoord van alle woorden, dat vlees geworden is en daardoor tot vlees van al het vlees en tot bloed van al het bloed is geworden. Dit vlees nam vrijwillig alle zonden van de wereld op zich en reinigde deze voor God door Zijn heilige bloed. Maak dat je deel mag hebben aan Gods grote verlossingswerk door het vlees en doo'r het bloed van Christus, dan zul je rein zijn voor God, want geen wezen en geen ding kan uit zichzelf rein worden, maar alleen door de verdiensten van Christus, die de grootste genade en erbarming van God zijn. Jij alleen bent tot niets in staat. Christus is echter tot alles in staat.'
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Mijn beste vriend Robert! Geen werk is zo groot, dat het niet met geschikte middelen tot een goed einde kan worden gebracht, maar daarvoor zijn een juist inzicht en geduld nodig. Kijk eens naar de onmetelijke schepping vanaf haar begin tot aan haar eens noodzakelijke einde, en vanaf haar kleinste organische en anorganische deeltjes tot aan haar voor jou onmetelijk groot, geordend geheel, en je zult daarin zeker de naar jouw huidige bevattingsvermogen bijna onmogelijke ordening, instandhouding en leiding naar het juiste einddoel ontdekken. En toch staat dit grote scheppingsgebouw er volmaakt bij en geen atoom kan aan zijn bestemming ontkomen! Daarom is het des te gemakkelijker om jouw aardse Augiasstal te reinigen, maar dat vereist het juiste inzicht, geduld en een vaste, door niets van zijn stuk te brengen wil!
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] De franciscaan zegt: 'Gaat er dan toch eigenlijk niemand, zo te zeggen, linea recta naar de hemel?' Ik zeg: 'Niet zondermeer, mijn beste, want als Ikzelf al naar de onderwereld moest gaan, Ik, die toch de Heer zelf ben, dan zal toch ook elk van Mijn kinderen dat moeten doen! Want elke vrucht moet volkomen rijp zijn, voordat men haar kan eten. Onnozele en onwetende kinderen menen weliswaar, dat een kers al rijp is als ze maar een beetje rood is, maar de kundige tuinman weet precies hoe rood de kers eruit moet zien om volkomen rijp te zijn. Daarom valt er absoluut niets te beginnen met dat 'linea recta naar de hemel gaan'! Wel echter naar het geestelijke paradijs, waar jullie je nu aan Mijn zijde bevinden. Het is voldoende, als Ik tegen een zondaar zeg: 'Heden nog zult gij met Mij in het paradijs zijn!' Maar rustig nu, want Robert zal spoedig weer terug zijn.'
Hoofdstuk 6: Opheldering over het piramidemonument. Wandeling in de onderwereld. Vagevuur, hemel en paradijs. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Miklosch zegt: 'Vriend, laat mij ook eens naar binnen kijken!' De franciscaan zegt: 'Kom maar hier en kijk.' Miklosch kijkt door de opening naar binnen en zegt: 'Wel verdraaid! Dat is werkelijk heel erg! O Heer, die beiden moeten wel een verschrikkelijke pijn voelen. Misschien zou hier toch wat verlichting op z'n plaats zijn?'
Hoofdstuk 4: Grafgeheimen en geneesmethoden aan gene zijde. De grote verzamelplaats van goddelijke genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Daar achter het grafmonument zul je een opening ontdekken. Ga erheen, kijk naar binnen en vertel Me wat je ziet. Dan pas zullen wij deze zaak verder met elkaar bespreken.'
Hoofdstuk 3: Belangrijke wenken voor het leven. Satan, stamvader van de materie en van alle mensenzielen. Gods verlossingsplan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] De franciscaan gaat daarop direct op weg om de genoemde opening op te zoeken. Als hij haar vindt, kijkt hij aandachtig naar binnen. In het begin is alles pikdonker, maar na een poosje wordt het dan toch zover licht, dat hij met moeite kan onderscheiden wat zich binnenin de groeve bevindt en welke verschijnselen daar zijn waar te nemen.
Hoofdstuk 4: Grafgeheimen en geneesmethoden aan gene zijde. De grote verzamelplaats van goddelijke genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Jouw ziel kwam eveneens uit zo'n graf te voorschijn en werd in een ander graf gelegd, gemaakt uit vlees en bloed. Daar spon zij zich als een zijderups weer in in een lichtere materie, die gelegenheid bood tot verdere ontwikkeling van het natuurleven; een materie die zich naar haar eigen vorm ontplooide. Toen dit haar gelukte, beleefde zij meer vreugde aan de vorm dan aan zichzelf en hechtte ze zich geheel aan de dode vorm van het vlees.
Hoofdstuk 2: Gevangenen van de materie. Hoe moeten zij verlost worden? Voorstel van de franciscaan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] De franciscaan zegt: 'Ja, Heer en Vader, dat is mij nu helemaal duidelijk, maar wie zijn dan degenen die daar beneden rusten en waarom hebben zij behoefte aan dit opschrift, dat wij nu aan een beschouwing onderwerpen? Wie zijn zij, die hier naar verlossing smachten?'
Hoofdstuk 2: Gevangenen van de materie. Hoe moeten zij verlost worden? Voorstel van de franciscaan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Ik ben niet alleen naar ziel en geest opgestaan, maar hoofdzakelijk naar het lichaam, want Mijn ziel en Mijn oereeuwige Godsgeest hadden geen opstanding nodig, omdat het toch een volstrekte onmogelijkheid zou zijn geweest als God te worden gedood. Zoals Ikzelf lichamelijk ben opgestaan als eeuwige overwinnaar over iedere dood, zo moeten ook jullie allen naar jullie lichamen ('lichaam' en 'vlees' moeten hier natuurlijk niet letterlijk, maar in figuurlijke betekenis worden gezien. Daaronder moet (volgens vers 14) het grofzinnelijke deel, de van satan afstammende vleselijke kracht in het vlees van ons 'natuurwezen' (hoofdstuk 156: 1) worden verstaan. (De uitgever) opstaan, want pas in je verrezen, gelouterde en verheerlijkte vlees kunnen jullie Mij als volmaakte God aanschouwen. Het vlees is echter gevangen in het gericht en dat moet van het vlees worden weggenomen, anders kan het nooit dienen! tot stabiliteit van de ziel.
Hoofdstuk 5: Het grote piramidemonument. Woorden van licht en leven van de Heer over geest, ziel en lichaam. De ware verrijzenis van het vlees. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Op de top van de piramide is een grote gouden bol aangebracht. Elke trede van de piramide is met een brede gouden band bekleed, waarin allerlei inschriften zijn gegraveerd. In de piramide bevindt zich alleen aan de noordzijde een deur, waardoor men naar binnen kan komen. Een paar meter achter de ingang zijn naar links en rechts twee zijgangen, en nog wat verderop bevindt zich één trap die naar beneden, en één die naar boven leidt. Hoewel de piramide uiterlijk van louter ondoorzichtige, zware stenen lijkt te zijn gebouwd, waardoor geen licht in het inwendige van dit reusachtige monument kan doordringen, zijn de vele ruimten binnen echter toch zo helder verlicht, dat men alles wat zich daarin bevindt goed kan onderscheiden.
Hoofdstuk 5: Het grote piramidemonument. Woorden van licht en leven van de Heer over geest, ziel en lichaam. De ware verrijzenis van het vlees. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] Malla zegt: 'Liefste Mallwit, dat is nu niet raadzaam, want er sluipen buiten allerlei wilde dieren rond, alsof de hele hel is losgebroken; als die wat te pakken krijgen, wel, God zij hem genadig! Daarom denk ik, dat we beter thuis kunnen blijven. Als de hel op jacht gaat, dan is het niet goed om naar buiten te gaan!' Mallwit zegt: 'O wee, o wee, goede wereld; verheug je maar als dat zo is! Jouw gezicht zal er spoedig weer heel bloederig uitzien! Maar ik merk, dat daar uit het luchtgat een onaangenaam luchtje naar binnen waait. Ga toch eens kijken waardoor dat komt!' Malla zegt: 'Och, wat zou het zijn? Er waait een beetje een helse wind! We kunnen de luchtkoker maar beter dichtstoppen, dan is het meteen gedaan met die tocht.' Malla haalt uit een hoek een hoop vuile vodden en probeert het gat dicht te stoppen, maar het lukt haar niet.
Hoofdstuk 4: Grafgeheimen en geneesmethoden aan gene zijde. De grote verzamelplaats van goddelijke genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] De graaf herneemt: 'Nu loopt de wijfjesaap Malla de deur uit. Ik ben toch benieuwd naar dat gerecht. Aha, daar komt ze al terug met een grote mand vol, maar wat dat voor eten is, mag een ander uitmaken! Het ziet er werkelijk uit, alsof het louter halfgare vrouwelijke en hier en daar ook mannelijke lichaamsdelen zijn. Hij stort zich begerig op de inhoud van de mand en graait er meteen de grootste stukken uit. De kleine en magere laat hij in de mand liggen. Malla en haar dochters beginnen aan de stukken die er mannelijk uitzien. Och, dat is toch om gek van te worden, en met wat voor een felle begeerte wordt dit allemaal verslonden! 'Goddank, ik heb mijn buikje weer vol! Dat waren voortreffelijke oesters! Gemarineerde slakken zouden ook lekker zijn geweest, maar mijn maag verdraagt ze niet. Nu kunnen jullie weer naar buiten gaan, als jullie je daar wat willen amuseren!'
Hoofdstuk 4: Grafgeheimen en geneesmethoden aan gene zijde. De grote verzamelplaats van goddelijke genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik zeg: 'Beste Ludwig, dat genoegen kan Ik je heel gemakkelijk verschaffen. Ga naar de achterkant van dit grafmonument, waar je een ronde opening zult vinden; kijk daar naar binnen en het zal je direct duidelijk zijn.' Graaf Ludwig Bathianyi begeeft zich direct achter het grafmonument en ontdekt de opening. Hij buigt zich voorover en richt zijn blik ferm door de opening op het binnenste van het graf. Na een poosje zegt hij helemaal verbaasd over zijn bevindingen: '0, dat is toch in hoge mate frappant! Een uiterst vieze aap van het grootste soort, helemaal behangen met gehavende pauwenveren, wandelt in een zaal op en neer, legt af en toe een vinger op de neus en dan weer op zijn heel lage voorhoofd, terwijl hij er een beetje filosofisch overheen wrijft. Daar op een rustbed hurken zo' n zeven of acht wat kleinere, hoogstwaarschijnlijk vrouwelijke apen en fluisteren elkaar iets in het oor. Nu zegt de grote aap met krijsende stem: 'Ja, ja, Russen en Turken deugen niet voor elkaar! De Bohemer heeft hen al te pakken. Dan komen de Engelsen en Fransen en zullen de Russen laten zien hoe ver het van Europa naar Siberië is, en het lieve Oostenrijk wordt tot voetveeg gemaakt en zal tenslotte naar de pijpen van de anderen moeten dansen. Hahaha, het gaat nu precies zoals ik het me heb gewenst! 0, jullie arme Duitsers, jullie domme Slaven, jullie Romaanse ezels en jullie Hongaarse ossen! Jullie krijgen je verdiende loon, als jullie allen samen Engels, Frans en Turks worden! Want jullie hebben ernaar gehandeld en hebben het zo gewild! 0, jullie grote sufferds! In het parlement konden jullie het niet eens worden, maar aan de galg van de algemene armoede en wanhoop hebben jullie elkaar dan gevonden. Nu krijgen jullie wat jullie verdienen, jullie Romaanse, Duitse, Hongaarse en Slavische ezels! Hahaha! Mij gaat het weliswaar niets meer aan, want ik ben onder de pannen, maar ik heb er ontzettend veel plezier in, dat het nu zo gaat als ik op aarde vaak bij mezelf heb gedacht!' .
Hoofdstuk 4: Grafgeheimen en geneesmethoden aan gene zijde. De grote verzamelplaats van goddelijke genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)