17481 resultaten - Pagina 915 van 1166
... 903 - 904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 ...
[6] Wie kan jou mijn gedachten blootleggen? Kan ik niet zodanig spreken en gefingeerd handelen dat je mijn woord en handeling als verdacht aan moet zien, terwijl ik in mijn gedachten een geheel ander plan koester, enkel voor jouw welzijn?!Hoofdstuk 268: Fungar-Hellans verwonderde vragen aan Drohuit. Drohuits slimme antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Of ik kan in jouw ogen heel juist spreken en handelen; maar kan jij in mijn geheime gedachtekamertje zien of daar geen geraffineerd, weldoordacht verraad en jouw ondergang loert op je hardnekkig groot vertrouwen op je alwetendheid?
Hoofdstuk 268: Fungar-Hellans verwonderde vragen aan Drohuit. Drohuits slimme antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Toen greep Agla de hand van Fungar-Hellan en riep luid: 'Mijn zeer geliefde vriend, ik vraag je om alles in de hele wereld wat je waard en dierbaar is, laat toch dit doorzichtige huis van de dood niet alleen niet openen door het open te breken, maar laat het helemaal niet openen en ook niet aanraken; want dit gewas werkt zo heftig dat wanneer het vrijkomt niet alleen wij samen met de arbeiders, maar alles in een omtrek van minstens drie uur, wat levend is, gedood zal worden!
Hoofdstuk 269: Fungar-Hellan in de tempeltuin van de schoonheidsgodinnen. Het controleren van de verklaringen van Agla en Drohuit. De verdenking van Fungar-Hellan ten aanzien van Agla. De schoonheid van Agla overwint Fungar-Hellan. Agla als vrouw van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Ik geef je daarom nog een korte tijd; probeer daarin mijn zeer gegronde verdenking van je af te wentelen, anders zal het niet goed met je aflopen! Ontkleed je daarom, opdat je mij naakt de naakte waarheid bekent! Want voortaan zul je mij niet meer misleiden; mijn verdenking tegen jou is maar al te gegrond! Daarom zal het niet gemakkelijk zijn een Fungar-Hellan om de tuin te leiden!'
Hoofdstuk 269: Fungar-Hellan in de tempeltuin van de schoonheidsgodinnen. Het controleren van de verklaringen van Agla en Drohuit. De verdenking van Fungar-Hellan ten aanzien van Agla. De schoonheid van Agla overwint Fungar-Hellan. Agla als vrouw van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen beiden, namelijk Gurat en Drohuit, thuisgekomen waren in het koninklijk paleis, kwamen hun andere concubines hen tegemoet en vroegen hun hoe de zaak met de vreselijke Agla was afgelopen.
Hoofdstuk 270: Drohuits en Gurats verslag aan hun concubines. De verijdelde vlucht. Drohuits en Gurats succesvolle toevlucht tot list en huichelarij. De verzoening. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar ik was een enorme ezel dat ik bijna mijn leven voor dit helse beest heb gewaagd! Had ik haar bij Fungar-Hellan goed zwart gemaakt, dan leefde zij beslist niet meer; maar ik was dom genoeg haar te vergoelijken en zo onschuldig en rechtvaardig mogelijk te maken ten overstaan van de generaal!
Hoofdstuk 270: Drohuits en Gurats verslag aan hun concubines. De verijdelde vlucht. Drohuits en Gurats succesvolle toevlucht tot list en huichelarij. De verzoening. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En mijn loon en dat van de koning is nu dat zij ons de rug heeft toegekeerd, en dat wij allen hoogstwaarschijnlijk binnenkort de eer zullen hebben door een geheel onschuldig puntje van een giftige naald ook heel eenvoudig en onschuldig in het gras te zullen bijten; of wij worden met zachte woorden gedwongen de stad Hanoch voor goed te verlaten om dan ergens temidden van tijgers, hyena's en beren onderdak te zoeken! - Wat denk je, Gurat, - heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 270: Drohuits en Gurats verslag aan hun concubines. De verijdelde vlucht. Drohuits en Gurats succesvolle toevlucht tot list en huichelarij. De verzoening. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] En Gurat zei: 'Mijn vriend, als het aan mij lag dan zou ik van mening zijn dat wij vandaag nog onze schatten mooi bijeen moeten brengen en ons bij nacht en ontij uit de voeten maken; want morgen, daar houd ik het tenminste op, zou het al te laat kunnen zijn!
Hoofdstuk 270: Drohuits en Gurats verslag aan hun concubines. De verijdelde vlucht. Drohuits en Gurats succesvolle toevlucht tot list en huichelarij. De verzoening. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Ontbied daarom meteen al mijn bedienden en geef hun onder het zegel van strikte geheimhouding ter wille van ons en hun eigen welzijn deze instructie! Honderd kamelen moeten onze schatten dragen, honderd onze mondvoorraad en honderd onszelf met ons hele gevolg naar een verafgelegen streek van de aarde; want van nu af aan zullen wij ons in dit grote wereldrijk niet meer staande kunnen houden!
Hoofdstuk 270: Drohuits en Gurats verslag aan hun concubines. De verijdelde vlucht. Drohuits en Gurats succesvolle toevlucht tot list en huichelarij. De verzoening. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] En deze, zich enigszins vermannend, riep uit: 'O Agla, Agla, jij hemelse! Ik mis je; deze smart verteert mij! Ik moest je uiterlijk wel laten gaan; maar ach, mijn hart, mijn hart, dat kan niet meer van je scheiden!'
Hoofdstuk 270: Drohuits en Gurats verslag aan hun concubines. De verijdelde vlucht. Drohuits en Gurats succesvolle toevlucht tot list en huichelarij. De verzoening. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Ik heb immers tegen Gurat, die in volledige vertwijfeling wilde verzinken, als geruststellende troost gezegd: `Vriend, laat je troosten; vertrouw op de goden, en vertrouw in hoge mate je meest oprechte en edelste vriend, en bouw als op een marmeren grond op de liefde van de hemelse Agla, en spoedig zul je jezelf ervan overtuigen dat deze zaak een heel ander gezicht heeft dan je je nu in je immense verdriet voorstelt!' Maar deze woorden hielpen niet, en hij ging te keer als tevoren.
Hoofdstuk 271: Drohuits gehuichelde woorden tot Agla. De satanische Agla in Drohuits net. De twee zusters van Agla als loon voor Fungar en Drohuit. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Toen ik dat tegen Gurat gezegd had, werd hij iets rustiger, maar bleef desondanks nog zeer lijden en verviel al gauw weer in zijn grenzeloze treurigheid en riep luid: `Agla is mijn hart - en Fungar-Hellan mijn hoofd! Geen van beiden kan ik verliezen zonder mijn leven te verliezen, en toch ben ik een van beiden kwijt, Agla of Fungar-Hellan!'
Hoofdstuk 271: Drohuits gehuichelde woorden tot Agla. De satanische Agla in Drohuits net. De twee zusters van Agla als loon voor Fungar en Drohuit. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Toen ik dat van hem hoorde en inzag dat al mijn gegronde troost bij hem geheel vruchteloos bleef, overviel mijzelf een diepe zwaarmoedigheid, en raakte ik eveneens in een grote treurigheid!'
Hoofdstuk 271: Drohuits gehuichelde woorden tot Agla. De satanische Agla in Drohuits net. De twee zusters van Agla als loon voor Fungar en Drohuit. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] 'Je hebt je nog altijd als mijn vriend bewezen en stond daarom ook altijd bij mij in grote genade; maar zo zeer als deze keer heb je je nog nooit als mijn vriend en die van de koning en Fungar-Hellan betoond! Daarom wil ik je ook zodanig belonen als tot nu toe niemand in deze stad beloond werd!
Hoofdstuk 271: Drohuits gehuichelde woorden tot Agla. De satanische Agla in Drohuits net. De twee zusters van Agla als loon voor Fungar en Drohuit. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En de herder zei: 'Waar komen jullie vandaan dat je naar de mooie dochters van mijn heer vraagt? Mijn heer had drie dochters en twee zonen; maar één zoon moest hij naar de laagte sturen om boete te prediken ter vergeving van de zonden voor God en over het naderende gericht, als de laagte zich niet zou bekeren. En zo ging deze zoon en hij is tot nu toe niet meer teruggekomen.
Hoofdstuk 272: De karavaan van Agla ontmoet de herders van Mahal, de vader van Agla. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)