Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 916 van 1112

...  904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929  ...
[6] De graaf zegt: 'Wacht toch nog even! Misschien krijgen we nog enkele wenken uit de onzichtbare mond, zodat we weten hoe we deze zaak moeten aanpakken. Men kan bij de allerhoogste Heer toch niet zomaar met de deur in huis vallen. U hebt werkelijk een helder verstand, ondanks de duisternis die ons omgeeft, maar u maakt de fout, dat u de hoogst mystieke levensverhoudingen van deze wereld met al te natuurlijke ogen bekijkt en hier net zo wilt handelen als op aarde in het huis van uw ouders. Weet u dan, wat zich hier boven en onder ons bevindt? Dat wil zeggen dat men zich hier nauwkeurig moet laten informeren, voordat men ook maar de eerste stap waagt.
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Allen zeggen: 'Jazeker, wij zien het, maar het moet nog heel ver van hier verwijderd zijn; men kan dat opmaken uit de grijsblauwe kleur. Bijna moet men zijn nek uitrekken om die hoogste top te zien. Dat moet toch wel een hoogte zijn! God zij honderd keer geprezen, dat wij toch eens iets te zien krijgen! 0, dat is heerlijk, men zou zich bijna de ogen uitkijken. Toch is het merkwaardig, dat naar het zuiden en vooral naar het oosten toe alles nog in nevel gehuld is. Toch komt een zekere helderheid alleen vanuit het oosten. De zon, als er hier al een is, moet nog diep onder de horizon staan, omdat er zelfs op de hoogste toppen geen stralen vallen.'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Allen wenden hun gezicht naar het oosten, ontdekken tegelijkertijd wat Miklosch al ontdekt had en verbazen zich daar geweldig over. De graaf zegt: 'Kijk, ik had zonet toch gelijk. Waren wij enkele honderden passen verder gegaan, dan zouden wij met de neus tegen dit gebouw zijn opgelopen en hadden daar kunnen vragen om binnengelaten te worden. Nu zijn we echter nog steeds hier.' De franciscaan zegt: 'Dat doet er niet toe! Vergeleken bij de eeuwigheid is een paar minuten eerder of later om het even! Maar stil nu, de goede man, die waarschijnlijk in dat paleis woont, is al heel dichtbij. De hoffelijkheid gebiedt dat wij hem tegemoet gaan, daar hij heel zeker voor ons de moeite neemt om hierheen te komen.'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[21] De vreemdeling zegt: 'Ja, ja, zo ongeveer, maar toch nog iets anders, want er bestaat hier maar één recht en dat is het recht van de vrije, zuivere liefde. Zoals de liefde is, zo is het recht vanuit en door de liefde. Wat jullie willen dat men voor jullie doet, doe dat ook voor de anderen; dat is hier het levensprincipe! Omdat een ieder dus dit hoogste rechtsprincipe tot het belangrijkste grondbeginsel van zijn leven maakt, verleent hij daardoor ook aan iedereen het vrije recht om alles wat hij heeft, volledig mee te gebruiken, omdat hij in het tegenovergestelde geval zich ook hetzelfde recht geheel onbekommerd mag veroorloven. Jullie zien nu dat huis al wat duidelijker en Ik zeg jullie, dat jullie het volste recht hebben dit huis mede te gebruiken, omdat ook de eigenaar van zijn kant hetzelfde recht heeft op een bezit, dat jullie hier ergens ten deel kan vallen. Zijn jullie het eens met deze rechtsprincipes?'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Broeder Miklosch heeft zich zo tegenover jullie gedragen en zijn woorden hebben dadelijk toegang gevonden tot jullie harten. Hadden Cyprianus en Bathianyi ook zo gesproken, dan zou dit hele gezelschap al heel wat schreden verder zijn. Maar deze twee wilden elkaar heel evangelisch bewijzen dat ieder van hen de voortreffelijkste was, en zodoende rustte er geen zegen op hun woorden.
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Jullie kennen toch het gebed van de Heer? Kijk, daarin wordt onder andere gezegd: 'Vergeef ons onze zonden, zoals ook wij onze broeders vergeven die zich aan ons bezondigd hebben!' Wanneer jullie echter allerlei moeilijke verzoeningsvoorwaarden stellen, die door de tegenpartij vaak nauwelijks op te brengen zijn, waarop baseren jullie dan die bewuste bede tot God?
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Bathianyi sluit zich rechts bij de vreemdeling aan en de franciscaan links. Miklosch volgt als aanvoerder van het overige gezelschap de vreemdeling.
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Miklosch, die zich achter hen bevindt, zegt nu: 'Vrienden, zoals ik merk, zijn wij nog een beetje blind. Ik zeg jullie, ik heb een eigenaardig vermoeden!' De franciscaan zegt: 'Wel, wat voor vermoeden dan?' Miklosch zegt: 'Ik zeg jullie verder niets; weldra zullen jullie het ook voelen en zeggen: 'Hoe konden wij zulke blinde ossen zijn!' Hebben jullie mij begrepen? Volslagen blinde ossen!'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[23] De vreemdeling zegt: 'Vriend, je vergist je. Een luiaard en een vlijtig iemand komen hier niet samen voor, omdat een luiaard onmogelijk kan willen wat een vlijtig iemand wil. Hier geldt werkelijk: 'Soort zoekt soort', en wat niet bij elkaar past, gaat vanzelf uiteen. Als namelijk het hoogste rechtsprincipe inhoudt, dat eenieder voor zijn broeder hetzelfde moet doen wat hij voor zichzelf ook van zijn broeder kan verlangen, dan is het daardoor al uitgesloten, dat een luilak alles wat voor hem aangenaam is van zijn ijverige broeder verlangt, zonder evenwel van plan te zijn voor die broeder hetzelfde te doen. Dat gaat hier helemaal niet op, omdat hier juist iedere geest er alleen maar naar streeft zijn broeders op alle mogelijke manieren te helpen. Wie echter lui is en niet door deze geest bezield, krijgt spoedig een hekel aan zo'n communisme en zoekt zich een gezelschap, dat volledig met zijn instelling overeenkomt. Hoe het zo'n geïsoleerd gezelschap van luiaards binnen de kortste tijd zal vergaan, zal ieder van jullie zonder veel uitleg wel duidelijk zijn.
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] De vreemdeling zegt: 'Ja, mijn beste Bathianyi, kijk, zo is het hier nu eenmaal. Hier hoeft het iemand niet allemaal in één keer duidelijk te zijn. Zie je dan niet hoe deze omgeving niet in één keer vrij van nevel wil worden? Zo gaat het ook met menig antwoord. Een volledig antwoord maakt de geest traag, omdat hij verder niets meer te vragen heeft. Is echter het antwoord wat duister, dan wordt de geest uitermate ijverig om zich daarin weer meer duidelijkheid te verschaffen. Kijk, over het uiterlijk van Jezus heb je geen verdere bezwaren geopperd. Jouw geest viel na dit duidelijke antwoord meteen weer terug in zijn trage rust en vroeg niet verder, maar de vaagheid van het tweede antwoord wekte hem weer en dwong je toen verder te vragen. En dat is goed! Heb daarom in het vervolg maar geen scrupules over eventueel opkomende twijfels, want op het juiste moment zal alles je duidelijk worden.'
Hoofdstuk 140: Verdere vragen aan de vreemdeling over Jezus. Raadselachtig antwoord - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] De franciscaan zegt: 'Ik heb uit uw met allerlei twijfelachtige bewijzen doorspekte redevoering duidelijk opgemaakt, dat niets een mens zo zwaar valt als zich te verdeemoedigen en zijn op aarde bereikte soevereiniteitsvoorrechten op te geven. Ook heb ik uit uw geniale rede opgemaakt, dat het voor de op aarde hooggeplaatsten heel moeilijk wordt zo klein te worden als de kinderen, die zich nog van geen aardse voortreffelijkheid bewust zijn en die volgens Gods woord alleen in staat zijn het rijk van God binnen te gaan. Maar ook kwam bij me op, wat onze Heer en God Jezus eens tot de rijke jongeling zei: dat namelijk een kameel eerder door het oog van een naald kan gaan dan dat een rijke of hooggeplaatste (wat een en hetzelfde is) in het hemelrijk komt.
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Ik zeg jullie: wij zullen en kunnen elkaar niet beteren, omdat wij ieder voor zich slecht zijn van a tot z. Wat baat het ons dan, als wij elkaar nog zo wijs beleren, maar niet met wijze en goede daden voor de dag kunnen komen en de leerling tegen de leraar kan zeggen: 'Hoe kun je mij leren de goede weg te betreden, terwijl je zelf de verkeerde bewandelt? Schep eerst orde in jezelf, indien jouw woorden mij welgevallig moeten zijn! Wacht tot ik zelf bij je kom en zeg: broeder, jouw ordening bevalt mij. Wijd mij in in al haar voordelen en grondbeginselen!' Ook ontbreekt ons elke ervaring in deze nieuwe wereld en in wezen weten we geen van allen iets over de verhoudingen in deze wereld. Hoe zouden wij elkaar daar dan iets over kunnen leren?
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] De vreemdeling zegt: 'Aha, daar heb ik je al waar ik je hebben wilde! Wanneer jou een tweede pijn, tengevolge van het voor straf afhakken van je handen niet zint, waarom zou het dan de Godheid behagen haar eigen ledematen af te hakken, wanneer deze zich onvoorzichtig hebben gedragen tegenover andere? Hoe kun je van God verlangen dat Hij Zichzelf aandoet, wat jij jezelf nooit zou aandoen? Zoals jij met alle ledematen van je lichaam als een compleet wezen bestaat, zo is ook de Godheid met al Haar geschapen wezens een concreet geheel en probeert steeds alle zieke delen zo goed mogelijk te helen en geschikt te maken voor hun eeuwige bestemming. Wanneer God de Heer jouw wonden op een andere en veel betere manier weet te genezen, zul je dan toch nog zinnen op wraak op je aardse vijanden?'
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] De graaf zegt: 'Beste vrienden, wij staan nu op de drempel van de ingang van een huis, dat op zon, aarde en maan zijn weerga niet kent. Daarmee zal zeker ook de intrede in geheel nieuwe, nog nooit vermoede levensomstandigheden heel nauw verband houden. Omdat echter de intrede in dit wonderbaarlijke huis verstrekkende gevolgen zal hebben, ben ik van mening dat broeder Miklosch zich eerst duidelijk zal moeten uitspreken, want zijn vermoeden kan voor ons van groot belang zijn. Wees daarom zo goed, broeder Miklosch, om ons jouw vermoeden nader te verklaren!'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] De Vreemdeling zegt: 'Wel, zijn jullie klaar met jullie beraadslaging?' De graaf zegt: 'Vriend, wij zijn het al weer helemaal met elkaar eens! Het zou wel interessant zijn om ook van jou op dit punt opheldering te krijgen, maar je pakt de deurklink al vast. Misschien zal zich in het huis nog wel een gelegenheid voordoen om ons daarover wat opheldering te geven.'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  904 - 905 - 906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929  ...