Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 918 van 1490

...  906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931  ...
[1] Na een tijdje stond een van de critici dan toch op en richtte zich met de volgende woorden tot de Spreker: 'Luister, lieve vriend en broeder! Dat je kennelijk wijzer bent dan wij allen aan deze tafel, dat heb ik, en zeker wij allen, nu uit je woorden opgemaakt. En daarom ben ik er bij voorbaat al van overtuigd dat je de volgende belangrijke vraag voor ons allen zult oplossen; daarom vraag ik je mij te willen aanhoren!'
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Hierop werd de criticus zeer verlegen en wist niet wat hij moest doen, want hij maakte uit de woorden van de voornaamste Spreker heel goed op, dat deze gemerkt moest hebben dat hij voor hem in de vraag die hij wilde stellen een kleine valstrik had willen zetten.
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar aangezien hij ook spoedig merkte dat deze Spreker zich niet zo gemakkelijk zou laten afschepen, begon hij langzamerhand in zijn hart een heel andere toon aan te slaan.
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] En Lamech uit de laagte begon zich geweldig achter de oren te krabben, en zou graag weer een opmerking hebben gemaakt, maar de Spreker was nog niet klaar; daarom wachtte hij dan ook geduldig op de afloop van deze zaak.
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Over tien generaties na jou zal men jouw verminkt overgeleverde overtuiging nauwelijks de moeite waard vinden om aandacht aan te schenken, en het heidendom zal de vrucht van jouw geloof met de mond zijn, en op deze vrucht zal de volkomen godloochening volgen en daarop toch geheel zeker het gericht, omdat de mens, als hij niet met God verbonden is, reeds gericht is in zijn eigen doodsnacht.
Hoofdstuk 47: Het opgelegde, onvrije geloof en het vrije, door de liefde tot God levend geworden geloof. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] En pas in dit levende schouwen zul je God waarlijk herkennen en in de geest en de waarheid levend belijden; en je zult proberen deze belijdenis ook in je nakomelingen te behouden, en die zullen doen zoals jij, en het heidendom, de godloochening, het gericht en de dood zullen ver blijven van al je nakomelingen.
Hoofdstuk 47: Het opgelegde, onvrije geloof en het vrije, door de liefde tot God levend geworden geloof. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] 'Luister, mijn hogelijk gewaardeerde vriend en broeder, ik ben volkomen doordrongen, vervuld en duidelijk overtuigd van de diepe waarheid van jouw woorden, waarom ik je dan ook heel graag met duizenden en nog eens duizenden vragen lastig zou vallen! Maar zie, Lamech is van plan om vandaag nog de nieuwe tempel op de berg in te wijden en maakt aanstalten om op te staan en daarom zal er vóór deze hoogst heilige handeling nu niet veel meer gesproken kunnen worden; maar na deze handeling wil ik je geheel en al in beslag nemen!'
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Omdat je mij erom vraagt, noem ik deze omstandigheden, daar ze mij de voortzetting van ons gesprek hier enigszins overbodig lijken te maken. Overigens wil ik daarmee in het geheel geen vaste bewering plaatsen met het oog op jouw grote wijsheid; want jij zult de zaak beslist dieper doorgronden dan ik, omdat jij immers onmetelijk veel wijzer bent dan ik. Bepaal jij daarom dan ook wat hier het beste is, dan wil ik me naar jouw wijsheid voegen!'
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Zeg Me, is deze reden niet juister en werkzamer dan jouw tegenwerpingen? - Wat vind je daar nu van?'
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] En de criticus wist niet wat hij op deze vraag moest antwoorden en begon daarover zeer ernstig na te denken; want hij was erg kijklustig en er was hem veel aan gelegen de inwijding mee gade te slaan.
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Deze woorden kwamen voor onze criticus als een geweldige schok en hij begon zich zo vreselijk te schamen dat hij wilde vluchten; maar de voornaamste Spreker weerhield hem daarvan.
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Luister, broeder in de Heer, die man is voor een gewoon mens toch een beetje te wijs, dat wil zeggen, voor een mens in deze vlakte en dit laagland.
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Bij de wijding van de tempel moet deze Wijze immers aanwezig zijn; want de tempel op de berg betekent toch de wijsheid van de Heer, die Hij ons vanuit Zijn grote liefde en erbarming heeft gegeven, en daarom moet deze tempel immers ook met de goddelijke wijsheid in ons midden alsook in ons innerlijk worden ingewijd!
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] En Lamech was na deze woorden van Henoch als het ware in één sprong bij de wijze Man en nodigde Hem uit voor de komende wijding van de tempel op de berg.
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Want Ik ga voort op voor jou ondoorgrondelijke wegen van eeuwige wijsheid in God; daarom is ook een ieder die door deze wijsheid wordt gegrepen een dienaar van de wijsheid uit God, en je zult eeuwig zijn broeder zijn!
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  906 - 907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931  ...