Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 919 van 1166

...  907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932  ...
[3] Ten gevolge van zulke meningen waren er dan ook een heleboel nieuwsgierige onderzoekers naar de werkelijke oorzaak van dit verschrikkelijke feit; maar de ondervraagde wachters moesten zwijgen, en zo kreeg niemand die verder niet in de zaak was ingewijd, iets te horen.
Hoofdstuk 293: De verschillende meningen van het volk over de paleisbrand. De beteugeling van de dreigende volksopstand door de woorden van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Maar Fungar-Hellan verscheen aan het hoofd van een sterke macht en zei tegen een zeer vooraanstaande burger: 'Wat willen jullie dan afdwingen door je wanordelijk gedrag? Keer terug tot de goede orde, anders laat ik jullie allemaal over de gloeiende kling jagen! Ben ik niet de heer over mijn huis en kan ik daar niet mee doen wat ik wil?! Wat interesseert het jullie dan nu hoe en waarom ik het in brand heb laten steken? - Trek je daarom onmiddellijk terug opdat je niet ook in zulke vlammen je dood vindt!'
Hoofdstuk 293: De verschillende meningen van het volk over de paleisbrand. De beteugeling van de dreigende volksopstand door de woorden van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Zie, toen je in het heerlijkste leven van de wereld vrij was, dacht je aan niets anders dan aan het verdelgen van mensen die je niet aanstonden! Omdat ik je ook niet aanstond, heb je al het mogelijke geprobeerd mij uit de wereld te helpen; maar de ware God moet toch niet hebben gewild, mooi vogeltje, dat jouw boze list ten aanzien van mij zou lukken! En zie, ik ben nog wat ik was; maar jij bent nu niet meer wat je was, maar intussen alleen maar mijn lieve, mooie vogeltje!
Hoofdstuk 294: De plagende woorden van Fungar-Hellan tot Agla, die zich in de kooi bevindt en om vrijlating smeekt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Al je gouden en zilveren voorwerpen zullen wel in gesmolten toestand aangetroffen worden, maar dat doet niet ter zake! Ook als gesmolten erts moet het zo zorgvuldig mogelijk worden verzameld, niet zo zeer vanwege de waarde, maar veeleer om een andere reden die je nu niet inziet, en die ik je voorlopig ook niet kan meedelen; maar volg mijn raad op, dan zal alles goed gaan!'
Hoofdstuk 295: Het verzamelen van de gesmolten schatten op de plaats van de brand. Het bevel om het paleis weer op te bouwen. De waarschuwende mysterieuze roep van boven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Als Hij mijn bestuur niet goed vindt, laat Hem dan komen en mij tonen hoe Hij het wil hebben, - dan zal ik dat vormgeven naar Zijn wens! Maar Hij zegt een eeuw lang niets en gedraagt Zich alsof Hij niet bestaat, of alsof Hij slaapt, of over alles en iedereen volledig tevreden is! Daardoor gaat in de lange loop der tijden wel veel van Zijn eens geopenbaarde wil en de vervulling daarvan teloor! Maar wiens schuld is dat anders dan van de Schepper Zelf omdat Hij niet te allen tijde hetzelfde is?!
Hoofdstuk 296: Mahals opheldering over de wonderbaarlijke stem. Fungar-Hellans ergernis en aanklacht tegen God. Mahals verlegenheid om een antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Ik zeg je: wees beducht en beef vanwege je vergrijp aan de onaantastbare heiligheid Gods. Want de aarde is nu geen vaste grond meer onder je voeten en Gods lucht zal vertoornd op je zijn omdat je Gods heiligheid voor mijn ogen hebt geschonden!
Hoofdstuk 297: Mahals verhoorde gebed om hulp. Mahals hartige woorden tot de generaal en de verkondiging van het komende gericht. Fungar-Hellans angst. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Nu moeten deze domkoppen aan mijn zijde het staatsroer overnemen! O vriend, werkelijk, dat zou spoedig een regering zijn waar de Satan zelf van zou walgen!
Hoofdstuk 299: De mobilisatie van het leger. Gurat verzoekt Fungar om ambtenaren. Voorschrift met betrekking tot de twee kooi-bewoners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Daar aangekomen, richtte Agla meteen de volgende woorden tot hen: 'O eerste machthebbers van het rijk, en ook jij, mijn vader Mahal! Ten overstaan van God en jullie allemaal ben ik een grote zondares, want ik heb Gods rechten en al jullie rechten geschonden en heb daarom niets anders verdiend dan de dood! Ik zie nu in dat deze straf in de kooi voor mij veel te licht is; een gloeiende kooi zou passend zijn voor mijn zonden!
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar waar leeft een gevangen zondaar die niet naar zijn vrijheid verlangt, of die hem al baatte of niet?! Dat is ook bij mij het geval! Ik besef nu ongetwijfeld de volle omvang van mijn misdaad tegenover jullie en tegenover God zoals misschien wel geen tweede zondaar die beseft; maar toch bespeur en voel ik ook de machtige drang naar vrijheid die deze kerker tot een ondraaglijke kwelling voor me maakt!
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] O neem een dolk, stoot die in mijn hart, daarmee zullen jullie mij gelukkig maken! Maar laat mij niet langer in deze hoogst belachelijk makende gevangenschap, want dat kan mij tot vertwijfeling en waanzin drijven! Doe met me wat je wilt; maar laat mij niet langer daar waar ik voortdurend door de wachters wordt geplaagd en gehoond!
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] O vader Mahal, en jij, mijn broer Kisarell, en jullie, mijn lieve zusters, heb erbarmen met mij, die zo veelvoudig ongelukkig is! Beschouw me als een door de hel gevangen genomen, verblind, verlokt en verleid wezen, dan zullen jullie vast wel zoveel deernis met me hebben dat je me op zijn minst de vurig verlangde dood zult geven!
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] O grote, almachtige God, als mijn zonde niet zo groot was, dan zou ik U graag om mijn verlossing smeken! Maar ik besef mijn te grote onwaardigheid ten aanzien van U; daarom durf ik niet, U, o heilige, rechtvaardige Vader, aan te roepen om mededogen! Verzacht echter toch de harten van Uw machthebbers hier, opdat zij mij doden zodat ik niet langer blootgesteld blijf aan het allersmadelijkste gespot van de wachters!'
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Bij deze woorden ontblootte Agla meteen haar borst en zei met een enigszins bevende stem: 'Zie, hier klopt mijn hart, dat vele malen bedrogen en gevangen werd; o verlos het met het staal in je krachtige hand!'
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar Fungar-Hellan zei zeer resoluut: 'Neen, Drohuit blijft in ieder geval zolang in zijn kooi totdat ik, of als ik tijdens de veldtocht de dood mocht vinden, mijn opvolger weer terug zal komen!
Hoofdstuk 301: Fungar-Hellans voorschriften voor Drohuit. Agla's goede woorden tot haar vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Maar Agla zei: 'O vader, waarom beproef je je boven alles verzochte, ongelukkige, arme dochter nog verder? Ben ik dan nog niet ongelukkig genoeg, zowel in de wereld alsook in mijn ziel? In de wereld ben ik de meest verachte en meer dan alle slangen gevreesde - en in mijn ziel ten overstaan van God de meest verworpene, omdat het bloed van mijn broeder voor God voortdurend om wraak aan mijn ziel roept!
Hoofdstuk 301: Fungar-Hellans voorschriften voor Drohuit. Agla's goede woorden tot haar vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932  ...