Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 919 van 1490

...  907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932  ...
[1] Toen nu Lamech deze woorden had gehoord, groette hij vol eerbied de Spreker en ging onmiddellijk naar Henoch.
Hoofdstuk 50: De woorden van de Wijze over het doel van de tempelwijding. Het hele volk wordt uitgenodigd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Deze woorden verblijden alle gasten aan de hoofdtafel, en Henoch zei daarop vriendelijk tegen Lamech:
Hoofdstuk 50: De woorden van de Wijze over het doel van de tempelwijding. Het hele volk wordt uitgenodigd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] God zorgt alleen voor het volk, en niet voor de tempel, en Hij liet vanwege het volk de tempel door jou bouwen, en het is niet zo dat Hij het volk ooit heeft geschapen vanwege deze tempel, die eerst nog ingewijd moet worden!
Hoofdstuk 50: De woorden van de Wijze over het doel van de tempelwijding. Het hele volk wordt uitgenodigd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[18] Deze woorden brachten Lamech geheel van zijn stuk; want aan zijn verbazing over de hoge wijsheid van deze mens kwam maar geen einde.
Hoofdstuk 50: De woorden van de Wijze over het doel van de tempelwijding. Het hele volk wordt uitgenodigd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] De tempel in de gereinigde laagte is aan de liefde en erbarming van de Heer gewijd en is net zo toebereid als het hart in de mens, dat voordien een poel van al het vuil en ongedierte was. In deze beerput moest de vleselijke liefde worden gedood (zie de geschiedenis van de hofdames met de bode Kisehel!), dan pas moesten door sterke, hete winden alle moerasgebieden worden uitgedroogd, vervolgens de grond worden geëffend en de aarde moest door een hevig vuur zoals de voormalige zinnelijke hofdames tot zuiver goud worden omgevormd, en er moesten fijn bewerkte stenen worden aangevoerd voor de bouw van de tempel, dus een geheel nieuw materiaal, dat stevig is en duurzaam, niet zoals vermolmd hout en vuil als het stinkende slijk uit de poelen.
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Hoe zou het zijn als wij deze tempels voor het leven uit God zouden inwijden, omdat zij waarachtige tempels zijn, met de gedachte: de dode tempel zal op die manier het beste en ook vast en zeker op de meest geldige wijze voor God worden gewijd door deze vele broeders en zusters! Hoe denk jij daarover?'
Hoofdstuk 52: Het gedrang van het volk op de berg. Lamechs verlegenheid wegens de op handen zijnde zonsondergang. De raadgevende woorden van de wijze Man over de ware inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Lamech was enigszins verbaasd en zei toen tegen Henoch: 'Ja, geliefde broeder, je hebt natuurlijk gelijk en ik begrijp je grote wijsheid op dit punt! Maar kijk eens naar de stand van de zon! Als haar aanwezigheid een voorwaarde van deze hoe dan ook geaarde tempelwijding is, dan zullen wij die vandaag wel niet kunnen verrichten en deze verheven handeling naar morgen moeten verschuiven! Zal het zo niet moeten gaan?'
Hoofdstuk 52: Het gedrang van het volk op de berg. Lamechs verlegenheid wegens de op handen zijnde zonsondergang. De raadgevende woorden van de wijze Man over de ware inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Want er is nog een andere, veel krachtiger zon, die door Mij en door Henoch werd bedoeld, dan deze natuurlijke, en die staat bij jou nu precies in het zenit en is voor nu nog ver verwijderd van de volledige ondergang.
Hoofdstuk 52: Het gedrang van het volk op de berg. Lamechs verlegenheid wegens de op handen zijnde zonsondergang. De raadgevende woorden van de wijze Man over de ware inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En als deze zon aan de middaghemel van je geest vol leven straalt, zoals zij reeds sinds eeuwigheid gestraald heeft, dan is het toch altijd volledig geldig in de ogen van God en van al het volk, juist dóór dat volk dat jij de tempel inwijdt volgens de raad van Henoch, ook al zou het volgens de uiterlijke tijd om middernacht zijn.
Hoofdstuk 52: Het gedrang van het volk op de berg. Lamechs verlegenheid wegens de op handen zijnde zonsondergang. De raadgevende woorden van de wijze Man over de ware inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Wijd daarom ook zo deze tempel in de harten van dit volk, dan zal je inwijding juist zijn in Gods ogen!
Hoofdstuk 52: Het gedrang van het volk op de berg. Lamechs verlegenheid wegens de op handen zijnde zonsondergang. De raadgevende woorden van de wijze Man over de ware inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Lamech werd door de grote wijsheid van de Man geheel verpletterd en loofde en prees God dat Hij de mens zo'n grote wijsheid had gegeven. Na deze uitstorting van zijn hart wendde Lamech zich meteen weer tot de wijze Man en vroeg hem:
Hoofdstuk 53: De levende inwijding van de tempel door koning Lamechs brandende liefde voor zijn broeders en zusters. Het stralende hart boven de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En de wijze Man gaf Lamech ten antwoord: 'Luister, Mijn lieve vriend en broeder, wat zegt je hart je dan als je deze levende menigte broeders en zusters aanziet, hoe zij ons allen met ogen vol van liefde en vreugde aankijken?'
Hoofdstuk 53: De levende inwijding van de tempel door koning Lamechs brandende liefde voor zijn broeders en zusters. Het stralende hart boven de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Wijze vriend en broeder na God en Zijn hogepriester Henoch! Omdat je hebt gezegd dat ik de tempel in de harten van het volk moet wijden en dat mijn wijding dan gerechtvaardigd zal zijn in Gods ogen, - ja ik moet alle hier aanwezigen als broeders en zusters wijden en zegenen, en God zou dan Zelf voor mijn aangezicht de tempel die door de handen van de mensen is gebouwd, wijden en zegenen, - en aangezien Henoch mij ook al eerder een zeer duidelijke wenk gaf toen hij zei: `Hoe zou het dan zijn als wij deze tempel in de harten van het volk voor het eeuwige geestelijke leven uit God inwijdden, omdat zij waarachtige levende tempels zijn, en wij daarbij ook het volgende moesten bedenken: de dode tempel zal op die wijze het beste en in Gods ogen het meest geldig ingewijd worden, als wij de vele broeders en zusters hier zegenen, en voor het leven uit God inwijden!' Aangezien jij mij ook hebt verzekerd dat ik niet op de reeds ondergegane zon hoef te letten, maar alleen op de levende zon van de geest, die de liefde tot God in onze harten is, - zie ik nu heel goed in, dat jij en Henoch in de volheid van alle waarheid uit God volkomen gelijk hebben!
Hoofdstuk 53: De levende inwijding van de tempel door koning Lamechs brandende liefde voor zijn broeders en zusters. Het stralende hart boven de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Deze aanblik maakte onze Lamech geheel sprakeloos, zodat hij niet in staat was ook maar één woord over zijn lippen te brengen.
Hoofdstuk 53: De levende inwijding van de tempel door koning Lamechs brandende liefde voor zijn broeders en zusters. Het stralende hart boven de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Jij hebt uit liefde alle wapens om laten vormen tot nuttige werktuigen, en er is je beloofd door deze tempelwijding het welgevallen van de Heer te ervaren.
Hoofdstuk 53: De levende inwijding van de tempel door koning Lamechs brandende liefde voor zijn broeders en zusters. Het stralende hart boven de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  907 - 908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932  ...