Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 920 van 1166

...  908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933  ...
[12] O beproef mij niet meer, want ongelukkiger dan ik is nog nooit een mens op deze aarde geweest! Al hebben jullie mij ook alles vergeven, mijn broeder die ik heb laten doden zal mij echter nooit vergeven; en God zal mij zo'n daad ook niet vergeven! Daarom ben ik zo eindeloos ongelukkig! O vader, beproef mij, de meest ellendige, daarom niet meer!'
Hoofdstuk 301: Fungar-Hellans voorschriften voor Drohuit. Agla's goede woorden tot haar vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Nu had Agla nog haar koninklijke kleren aan en daarom ging zij naar Fungar-Hellan toe en zei: 'O, jij door mij zo zeer miskende, edele man! Zie, ik als een allergrootste zondares ten overstaan van God, van jou, van de koning, van mijn vader en van alle mensen, draag nog koninklijke kleren over mijn onwaardige lichaam! Ik verzoek je daarom ze van me af te nemen en mij het meest gewone harige kleed te geven dat past bij een zondares die boete doet, want deze prachtige kleren branden als een machtig vuur mijn ziel!'
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En Agla zei: 'O vader, jij weet het best welke van al mijn zonden voor God en de mensen de grootste is, want ik weet niet hoe ik dat moet beoordelen! Maar ik weet wel dat iedere door mij begane zonde mij ten overstaan van God in mijn geest heeft gedood!
Hoofdstuk 303: Mahals vraag aan Agla naar de zwaarste van haar zonden. Agla's goede antwoord, berouw en weeklagen. Mahals dank aan God. Agla aan de borst van haar vader Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] O, had ik er maar niet één ooit begaan! O, was ik toch maar niet naar de laagte gegaan, dan was ik tegenover God nog zo rein en onschuldig geweest als ik op de hoogte steeds was! Maar nu is het gebeurd en ik kan het gebeurde niet meer ongedaan maken! Daarom denk ik dat het na dat alles nu een grote dwaasheid van mij zou zijn om uit te zoeken welke van mijn zonden volgens het inzicht van mijn geweten de grootste zou zijn!
Hoofdstuk 303: Mahals vraag aan Agla naar de zwaarste van haar zonden. Agla's goede antwoord, berouw en weeklagen. Mahals dank aan God. Agla aan de borst van haar vader Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Ik denk dat voor God iedere zonde tegen Zijn heilige orde even zwaar weegt en het gevolg ervan gelijk is, namelijk dat die de eeuwige dood veroorzaakt van de geest van de mens! En is de mens in zijn geestelijk deel volkomen dood, zoals ik dat nu zeker ben, dan weet ik toch werkelijk niet welke zonde mij het meest heeft gedood; want ik denk dat het er nauwelijks toe doet of men iets meer of iets minder dood is, omdat iemand die volledig dood is naar mijn mening toch niet nog meer dood kan worden!
Hoofdstuk 303: Mahals vraag aan Agla naar de zwaarste van haar zonden. Agla's goede antwoord, berouw en weeklagen. Mahals dank aan God. Agla aan de borst van haar vader Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Zie, ik heb opdracht gegeven mijn broeder te doden, en dat heeft mijn geest volkomen gedood! Daarna leefde Agla niet meer; alleen haar lichaamskrachten heersten nu vanuit de dood van haar geest, en zo moest dan immers ook iedere handeling van haar een gruweldaad zijn in de ogen van God alsook in de ogen van alle geestelijk levende mensen! Hoe konden zij ook anders zijn? Want uit de dood kan immers alleen nog maar de dood voortkomen!
Hoofdstuk 303: Mahals vraag aan Agla naar de zwaarste van haar zonden. Agla's goede antwoord, berouw en weeklagen. Mahals dank aan God. Agla aan de borst van haar vader Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Daarom zijn mijn daarop volgende handelingen voor mijn geweten minder belastend, omdat zij het gevolg zijn van de eerste handeling! O, had ik die allereerste handeling tegen de goddelijke orde nooit begaan, dan waren alle andere achterwege gebleven.
Hoofdstuk 303: Mahals vraag aan Agla naar de zwaarste van haar zonden. Agla's goede antwoord, berouw en weeklagen. Mahals dank aan God. Agla aan de borst van haar vader Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Bij de eerste schrede naar de laagte had ik meteen moeten omkeren, - dan zou ik nog zijn zoals ik vanaf mijn geboorte was en allen die ik heb gedood zouden nog leven! Maar nu is het te laat en er blijft voor mij niets anders over dan het berouw over mijn eerste stap naar deze laagte hier!'
Hoofdstuk 303: Mahals vraag aan Agla naar de zwaarste van haar zonden. Agla's goede antwoord, berouw en weeklagen. Mahals dank aan God. Agla aan de borst van haar vader Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar Mahal zei: 'O grote God, ik dank U uit al mijn macht dat U mij deze dochter, die verloren was, nu weer hebt laten terugvinden!
Hoofdstuk 303: Mahals vraag aan Agla naar de zwaarste van haar zonden. Agla's goede antwoord, berouw en weeklagen. Mahals dank aan God. Agla aan de borst van haar vader Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Agla, kom nu weer aan de borst van je vader, want nu heb ik in jou weer mijn dochter herkend! Wend je in je hart tot God, dan zul je weer genade vinden bij Hem, de goede, heilige Vader!'
Hoofdstuk 303: Mahals vraag aan Agla naar de zwaarste van haar zonden. Agla's goede antwoord, berouw en weeklagen. Mahals dank aan God. Agla aan de borst van haar vader Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Nu Agla aan de borst van haar oude vader weende, kwam ook Fungar-Hellan erbij en hij zei tegen haar: 'Agla, - werkelijk zo beval je me beter dan in de koninklijke kleren die van jou al spoedig een volmaakte dienares van de hel zouden hebben gemaakt! Blijf voortaan zo, dan zul je God en ook mij beter bevallen dan je mij in al je koninklijke pracht bent bevallen; want ook ik beken hier openlijk dat ik niet alleen met betrekking tot jou, maar ook tot mijzelf en voor iedereen een gezworen vijand van alle pracht zal zijnen mijn leven lang zal blijven!
Hoofdstuk 304: Fungar-Hellans spreekt over de dwaasheid van uiterlijke pracht en de wijsheid van eenvoud. Mahals lof aan de generaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Wie van nu af aan mijn vriend wil zijn, moet alles wat schittert van zich afwerpen en eenvoudige kleding dragen; dan zal ik hem aanzien als een mens wie zoals mijzelf het ware welzijn van de volkeren ter harte gaat!
Hoofdstuk 304: Fungar-Hellans spreekt over de dwaasheid van uiterlijke pracht en de wijsheid van eenvoud. Mahals lof aan de generaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Maar laten de priesters en de mijnwerkers de tempel en het hele afgodendom zonder weerstand verwoesten, dan moeten zij meteen in mijn tent worden gebracht om van mij aanwijzingen te ontvangen over wat zij verder moeten doen en leren, en waaruit hun levensonderhoud zal bestaan.
Hoofdstuk 305: De generaal beveelt het leger om de tempel van de god van de ertsen en smeden aan te vallen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar Fungar-Hellan sprak: 'Goed; ik zweer jullie echter bij mijn leven - als ik overdag mijn intrede zal doen -, dat jullie allemaal tezamen met de opperpriesters en onderpriesters door het zwaard zullen worden gedood! Want jullie belemmeren mij datgene te doen wat de oude God van Adam, Seth en Henoch mij heeft opgedragen; daarom zal dat jullie allen de zekere dood brengen!'
Hoofdstuk 307: De afwijzing van Fungar-Hellan door de poortwachters. Het opblazen van de ringmuur om de tempel door middel van mijnen. Het neersabelen van de vijfduizend tempeldienaren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En aangezien ik onweerlegbaar dat recht heb, vraag ik aan jullie: waarom en op grond van welk aantoonbaar recht hebben jullie je verzet tegen mijn aan jullie verkondigde verordening, en mijn afgevaardigden met stenen gegooid en daardoor tien mensen gedood en sommigen meer of minder zwaar verwond?'
Hoofdstuk 310: Het gesprek van de generaal met de gevangenen en hun vrijlating. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933  ...