Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 920 van 1112

...  908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933  ...
[2] Ik zeg: 'Het doet Mij bijzonder plezier dat jullie dit allemaal zo positief opvatten, maar de genade bij het geven van de eeuwige dood aan een verongelukt wezen van de wereld is niet helemaal zo groot als jullie menen. Want voor menigeen zou de hel tienmaal honderdduizend aardjaren met behoud van de eerste verwekking beter zijn dan de eigenlijke eeuwige dood. Is echter met de hel van de derde graad ook de eerste verwekking voor eeuwig verloren gegaan, dan is ze zeker nog erger dan de pure eeuwige dood op zich.
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Als er op aarde voortdurend maar één wind zou waaien, zou er nooit regen komen. Maar komt deze ene wind een andere tegen, dan zullen daardoor meteen verdichtingen in de lucht ontstaan, die eerst als neveltjes en tenslotte als zware regenwolken zichtbaar worden. De wolken laten de wind echter niet zien zolang de wind puur wind blijft, maar heeft de wind eenmaal wolken uit zichzelf geschapen en heeft hij zich met hen bekleed, dan maken de wolken de wind zichtbaar en tonen door hun beweging zijn richting aan. Ik denk nu, vrienden en broeders, dat deze zaak jullie wel duidelijk is geworden.'
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] De vele miljoenen planetaire zonnen, waaromheen planeten zoals jullie aarde zich bewegen, vormen met hun gemeenschappelijke middenzon een zonnengebied. Hun middenzon is altijd zo groot dat haar inhoud die van de om haar cirkelende zonnen met hun planeten vaak honderdvoudig of zelfs duizendvoudig, ja soms ook miljoenvoudig overtreft; want er zijn grotere en kleinere gebieden. Hoe groter namelijk een zonnengebied is, des te groter moet ook in ieder opzicht zijn middenzon zijn ten opzichte van de gezamenlijke inhoud van haar nevenzonnen, om deze ondanks de grotere afstanden in de juiste banen te houden. Hoe groter het aantal en de afstand van de nevenzonnen wordt, des te groter moet ook het volume van zo'n middenzon zijn om meester van al de haar omcirkelende planetaire zonnen te zijn.
Hoofdstuk 148: De derde deur laat een al-middenzon zien. Ordening van de zonnensystemen. Grootte en lichtsterkte van de zonnen. Vuurgeesten van de al-middenzon bij hun werkzaamheden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Op aarde bestaat iets dergelijks evenwel niet. Alleen de zogenaamde fata morgana komt er als luchtspiegeling enigszins voor in aanmerking. Maar ze haalt het toch lang niet bij de spiegelbeelden hier, want zij neemt elk object op dat zich voor haar plaatst. Deze spiegelbeelden in Mijn huis nemen slechts op, wat met hen overeenstemt. Iets wat er meer op lijkt zouden wel de verschillende kleurschakeringen door een prisma kunnen zijn, :waarbij een bepaald vlak bij eenzelfde wending slechts één bepaalde kleur terugkaatst. Wat zo'n prisma echter met de vormloze kleuren doet, dat bewerkstelligt de spiegel hier met de vormen die uit de harten van de voor hem staande engelgeesten op zijn oppervlak stralen en in overeenstemming met de aard van zijn eigen oppervlak worden teruggekaatst.
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Kijk, elk van deze deuren is in zekere zin een geestelijke, holle spiegel. Wordt de deur geopend, dan zie je datgene, wat volgens een eeuwige ordening in je eigen hart in kleinste, maar nochtans meest volmaakte vorm woont. Sta je nu voor één van deze holle spiegels, dan zie je het meest vergrote spiegelbeeld van wat zich volgens een overeenkomstige ordening uit jouw voorraad in zekere zin op de zuivere oppervlakte afspiegelt. De spiegel is hier echter niet van glas, maar bestaat uit de zuiverste hemellucht. Zij is zo gepolijst, dat ze, als het nodig is, een volkomen heldere wand vormt, waarop datgene wordt weerkaatst, wat naar de ordening van haar eigen samenstelling door haar kan worden opgenomen.
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Keizer Rudolf zegt: 'Ja Heer en Vader, maar ik ben niet erg gesteld op deze waardigheid. Want zo'n engel heeft dan toch nooit even tijd om hierheen te komen en van zijn grote inspanningen wat uit te rusten.' Ik zeg: 'Ach, maak je daar maar geen zorgen over. Elk van dit soort engelen heeft miljoenen andere onder zich, die zijn wil uitvoeren. Hij kan zo vaak hij wil hierheen komen en van Mijzelf verdere gedragsregels ontvangen en de nodige versterkingen tot zich nemen. Bij de voorheen gehouden grote maaltijd heb je er velen gezien, die nu al weer op de plaats van hun bezigheid verblijven.
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Robert zegt: 'Ja, Heer en Vader, nu is ons dat helemaal duidelijk, maar daar is wat voor nodig geweest! - Maar nu verlaten de gasten deze zaal weer. Waarheen zullen zij zich nu begeven en wat gaan ze doen?'
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Robert zegt: 'Heer en Vader, dat het zo is, zien wij nu duidelijk in, maar de kern ervan nog lang niet. Want van de nodige tegenstellingen of objecten, die voor het zichtbaar maken van iets, dat 'het eerste' is, noodzakelijk zijn, kan ik mij nog niet zo goed een voorstelling maken. Een eerste moet toch beslist iets heel gedegens zijn, anders zou daaruit nooit een tweede kunnen voortkomen. Nu kan men zich afvragen, waarom dit eerste uit het uit haar ontstane tweede, voor zijn eigen openbaring een object moet vormen om voor die tegenover hem staande tweede zichtbaar te worden.'
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Zo zal het ook zijn, als jullie in een van de twee onderste hemelen zullen komen. Zolang jullie niet het element van deze hemelen aannemen, zullen jullie steeds onzichtbaar blijven. Daarentegen zullen jullie alles wat zich daar bevindt wel zien, omdat jullie als bewoners van de bovenste hemelen ten opzichte van een tweede en derde hemel een 'eerste' zijn. Zeg Mij nu, of jullie dat allemaal goed hebben begrepen.'
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] Ik zou echter graag nog iets van U willen vernemen: waar bevinden zich de musici, die voor en tijdens mijn tijd op aarde op het gebied van de muziek werkelijk het mooiste hebben gepresteerd, zoals b.v. Händel, Bach, Gluck, Mozart, Haydn en nog enkele anderen wier namen minder beken_ zijn?' Ik zeg: 'Als je bij gelegenheid in de eerste en tweede hemel komt, waar je eveneens de meest fantastische pracht zult aantreffen, zul je daar die geesten vinden. Maar let nu op! Er komt nu een ander gedeelte van het concert.'
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Allen gaan nu vlug terug en keizer Rudolf vraagt Mij: 'Heer en Vader! Om de door broeder Robert aangevoerde wetenswaardigheden heb ik mij niet wezenlijk bekommerd, want ik dacht bij mezelf onbegrijpelijk is het wel en de situaties die zich voordoen contrasteren hier op wonderbaarlijke wijze. Daarmee houd ik mij echter niet bezig. Want zolang ik iets niet volledig begrijp, blijft het voor mij steeds hoogst interessant. Zie ik echter eenmaal iets in, dan is de grootste interesse ook al weg, want alleen het onbegrijpelijk wonderbaarlijke neemt al onze aandacht volledig in beslag. Het natuurlijke wordt heel gewoon, omdat we begrijpen hoe het is en hoe het werkt. Alleen het onbegrijpelijke is en blijft steeds interessant.
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Robert bekijkt de diepte onder zich, wijkt vlug van de balustrade terug en zegt: 'Heer, dat zal ik wel achterwege laten, want beneden ons is een grote diepte! Hoe komt dat nu? Wij zijn toch vanaf de begane grond naar buiten op het _balkon gelopen en men zou toch denken dat we ons nog op de begane grond bevinden. Maar bij deze oneindige diepte beneden ons, die talloze vaste-sterren-afstanden groot is, kan van een begane grond onmogelijk sprake zijn. Op welke grond is Uw huis dan gebouwd, o Heer en Vader? Onder het balkon houdt de wand op en men ziet niets anders dan de eindeloos uitgestrekte diepte van Uw schepping. Hier begrijp ik helemaal niets van!
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Maar als een mens door een voor Mij onverdraaglijke lauwheid noch koud, noch warm is, zich nergens om bekommert, noch om iets goeds, noch om iets kwaads – of het ene is hem evengoed als het andere, zodat hij de ene keer koelbloedig de ergste gruwelen maar soms ook iets goeds kan uitvoeren - voor wie dus alles eender is, God of duivel, dag of nacht, leven of dood, waarheid of leugen: die is ten prooi gevallen aan de eigenlijke eeuwige dood. Hij bevindt zich daardoor in de alleronderste hel, waaruit in een en hetzelfde oerbestaan geen uitweg meer denkbaar is.
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik zeg: 'Ja, jullie hebben volkomen gelijk. Zo is het ook! De reden dat Ik aangekondigde oordelen vaak niet laat plaatsvinden, is, dat straffen die werkelijk plaatsvinden, de mensen zelden beter, maar meestal alleen maar slechter maken. Daarom laat Ik, als zich ook maar enkele meer rechtvaardiger mensen gelovig tot Mij wenden, de dreigementen graag in zegeningen veranderen. Daarom laat Ik ook alleen voorwaardelijk met straffen en oordelen dreigen. Vinden zij harten die ook maar enigszins aan de voorwaarden voldoen, dan is alles weer in orde. En Ik zegen dan voor weinig goeden ook veel slechten mee, opdat ze niet in de gelegenheid komen nog slechter te worden, zoals dat gewoonlijk bij oorlogen het geval is. Want oorlogen zijn steeds de beste voeding voor de onverzadigbare woekergeest en de beste school voor de wreedheid van duivelse hoogmoed.
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Hoe vaak hebt U door de mond van Uw profeten en knechten aan de kinderen van de wereld alle mogelijke oordelen als ernstige gevolgen van hun slechte handelingen laten voorzeggen. Als zich dan echter slechts enkele, betere mensen in hun hart tot U keerden, trok U Uw scherpe tuchtroede weer terug. U zegende de aarde weer en sloeg dan voor de verbetering van de kwaden een heel andere weg in dan die, welke U door Uw profeten had laten aankondigen. Jona en Jeremia geven daarover een onmiskenbare getuigenis. Bij alle goede beloften hebt U nog altijd woord gehouden. Maar bij het dreigen met straffen alleen dan, als de mensen U helemaal uit het oog hadden verloren.'
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  908 - 909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933  ...