Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 93 van 278

...  81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106  ...
[19] Toen voeren DE TWINTIG verder, maar onder elkaar zeiden zij: 'Het is toch een vreemde zaak met onze Heer! Nu neemt Hij al heidenen en tollenaren en dieven en rovers als leerling aan; maar al die leerlingen uit Jeruzalem liet Hij in Kapérnaum zonder een woord gaan! Ja, ja, we zullen nog beleven dat Hij ook hoeren en echtbreeksters als leerling aanneemt! Dat is werkelijk heel vreemd! Maar wat kunnen we er aan doen? Hij is en blijft nu eenmaal een met alle kracht van God vervulde profeet die niemand kan weerstaan, en we moeten Hem Zijn recht laten, -daar kan niets tegenop!'
Hoofdstuk 127: De Heer overwint de rivierrovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Nu gingen wij aan land, en toen wij de vaartuigen verlieten, voeren deze meteen pijlsnel stroomopwaarts met de schatten terug, hetgeen de tollenaar zeer verbaasde, en dat nog te meer omdat ook de lege boot zonder schipper vanzelf de twee andere vaartuigen snel achterna voer .
Hoofdstuk 128: De Heer in Samosata - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Maar bij deze heidenen zouden we tien jaar lang hebben kunnen praten zonder hen bekeerd te hebben tot het licht van het leven uit God, omdat zij ondanks de vele, grote tekenen nog hevige tegenstand boden. Nu behoren zij wel bij ons, meer dan vele Joden, en vanwege hun starheid zal de joden ook het licht ontnomen worden en aan de heidenen worden gegeven, maar ondanks dat alles mag je nooit vergeten dat het heil van de mensen alleen maar van Jeruzalem uitgaat, en alle voorspellingen die aan de joden gegeven zijn zullen op die plaats in vervulling gaan voor alle mensen van de aarde! Maar ondanks dat alles zullen we nu ook de heidenen bezoeken en hen voorbereiden op wat zij na Mijn hemelvaart kunnen verwachten, namelijk de uitstorting van de Heilige Geest uit God.
Hoofdstuk 126: De betekenis van het joodse volk ten opzichte van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] IK zei: 'Ik ben een jood uit Galilea en ben als zodanig nooit bang geweest voor jullie dode afgoden en zal dat ook nooit zijn. overal waar Ik kom, help Ik de mensen echt, fysiek en geestelijk. Maar de afgoden moeten wijken en de enige, alleen ware, levende, eeuwige God moet in hun plaats komen; want zonder Hem is er geen verlossing voor de mensen op deze aarde. Omdat jullie afgoden echter verdwenen zijn, wil Ik nu ook de zieke helpen! En dus zeg Ik tegen je: Sta op en wandel!'
Hoofdstuk 129: De genezing van de aan koorts lijdende zoon van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Nu treedt de God op voor wie de Atheners ook een tempel gebouwd hebben, namelijk die voor de hun onbekende god, echter zonder afgodsbeeld, maar met op een altaar de boeken van de oude wijzen van Egypte. En als de mensen eenmaal per jaar in deze tempel bijeenkwamen, werden wijze woorden uit deze boeken voor hen voorgelezen, en daar werden de mensen dan het meest gesticht, terwijl zij voor de andere afgoden weinig respect toonden. Maar nu deze enig ware God optreedt, moeten voor Zijn geest alle nietswaardige, valse bedrog en leugengoden het veld ruimen. Ga naar jullie tempel en je zult daar geen afgodsbeeld meer vinden!'
Hoofdstuk 130: De bekering van de afgodenpriesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] IK zei: 'Als Ik daartoe niet in staat zou zijn, zou er ook in eeuwigheid geen wezen meer toe in staat zijn, en zonder dat vermogen van Mij zou er ook geen leven meer in de hele, eindeloze wereldruimte denkbaar zijn; maar omdat Ik dat allemaal wel kan, bestaat en leeft alles in de eindeloze wereldruimte en veredelt het zich, door veelvuldige bestaansveranderingen, van mug tot mens en van zonnestofje tot zon. Maar nu gaan we naar buiten en om te zien wat we zullen tegenkomen!'
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Op deze aarde is dit nu eenmaal zo geregeld voor de kinderen Gods die hier opgevoed moeten worden. Het leven is en blijft net zolang een strijd met allerlei vijanden tot het zich uit eigen kracht als overwinnaar van de materie omhoog geworsteld heeft. En daarom moet je je over de stoffelijke levensvijanden helemaal niet verwonderen; want zij zijn niet de vijanden van het eigenlijke leven, maar slechts vijanden van het stoffelijke schijnleven, dat eigenlijk helemaal geen leven is, maar slechts een werktuig van het ware, innerlijke, geestelijke zieleleven, door middel waarvan dit zich steeds meer omhoog kan werken tot de ware, eigenlijke levensvrijheid, wat zonder dit tijdelijke hulp leven helemaal ondenkbaar zou zijn.
Hoofdstuk 133: Over de zieleleer. Wezen en doel van de materie. De vrije ontwikkeling van de mens tot het kindschap van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] DE OVERSTE zei: 'Ja, ja, dat doe ik zonder meer, want ik moet mij er immers zelf van overtuigen of het wel zo in jullie oudste boek staat, als deze allerwijste en met alle macht van de goden begaafde man mij verteld heeft.'
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] DE OVERSTE zei: 'Ik heb jullie toch al gezegd waar deze Godmens vandaan komt; en als jullie dat weten, weetje zonder meer watje te doen staat. Zorg er nu voor, dat ook jullie door Hem levend gemaakt worden, opdat jullie dan ook licht kunnen geven aan alle mensen die bij jullie zullen komen om bij jullie de ware levenswijsheid van de ziel te halen!'
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Waarlijk, Ik zeg jullie: Zonder de ware liefde zullen jullie God niet vinden, Hem nooit goed herkennen en Hem zodoende ook nooit kunnen naderen! Alleen de liefde toont jullie de zekere weg naar Hem, -jullie verstand echter eeuwig nooit! En wie de weg naar God niet vindt, vindt ook de weg naar zijn hoogst eigen leven niet en dwaalt daarom in het duister en op de wegen van het gericht en de eeuwige dood. Onthoud dat van Mij; de rest zullen jullie later wel van Mijn leerlingen horen.'
Hoofdstuk 138: De wondermaaltijd in het huis van de overste. Wezen en werking van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wanneer Ik Zelf echter binnenkort deze aarde weer persoonlijk verlaten zal hebben, zal Ik de Heilige Geest van alle waarheid over al Mijn getrouwe leerlingen en broeders uitstorten. Die zal hen dan naar alle waarheid, wijsheid, macht en kracht richten, geleiden, de weg wijzen en opheffen, en jullie zielen verenigen met de geest van gene zijde van de liefde uit God en zo de wedergeboorte van de geest in jullie tot stand brengen, zonder welke geen waarachtig, vrij, eeuwig leven mogelijk is maar slechts een gebonden en gericht leven, dat vergeleken bij het ware vrije leven van de geest een echte dood is.
Hoofdstuk 142: De hoofdman werft de reus en zijn broeders aan voor Rome. Werken der liefde zijn de ware verdienste voor God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Dus, jullie kunnen je, als je werkzaam blijft in Mijn leer, onmogelijk ooit van.Mij verwijderen; je zou je alleen dan van Mij kunnen verwijderen als je Mijn woord zou loslaten en, net zoals velen, een pure dienaar zou worden van de wereld. Maar dat zul je nooit, en dus kun je op ieder ogenblik Mijn zichtbare persoon zonder de minste schade voor je ziel verlaten!'
Hoofdstuk 142: De hoofdman werft de reus en zijn broeders aan voor Rome. Werken der liefde zijn de ware verdienste voor God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] IK zei: 'Dat de mensen jullie daarvoor niet mogen eren, heb Ik nog nooit voorgeschreven; maar als jullie je om die reden inbeelden dat jullie meer zouden zijn dan degenen die jullie eren, dan hebben jullie daardoor je loon al gekregen, en je werk zou dan voor Mij geen werk zijn en dus ook helemaal zonder verdienste.
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] SOMMIGE VAN DE LEERLINGEN zeiden: 'Heer, in dat geval kunt U ons wel helemaal missen; want U heeft toch wel de macht om zonder onze hulp alles Zelf te doen! Als wij uit ons zelf niets kunnen doen en steeds moeten bedenken dat U alles, zelfs wat wij met opoffering van ons leven in Uw naam doen, alleen doet en wij dus alleen maar Uw blinde werktuigen zijn, dan kunnen wij bij U toch onmogelijk aanspraak maken op loon naar verdienste! Welke verdienste kan een dood weefgetouw hebben voor een wever, die het alleen maar gebruikt om zijn linnen daarop gemakkelijker te vervaardigen?'
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Want als een mens niet vrij en uit zichzelf, maar slechts als een machine door de almacht van de goddelijke wil leeft, dan is hij in en op zichzelf dood en er geen haar beter aan toe dan een steen, een plant of een dier zonder verstand. Wie echter streng volgens Mijn leer leeft en handelt, zal ook zeker kunnen verwachten wat Ik niet alleen maar nu hier, maar overal reeds heel vaak gezegd en beloofd heb. Of iemand nu hier persoonlijk met Mij meegaat of niet, maakt niets uit; integendeel, degene die slechts in de geest -zonder Mijn persoonlijke aanwezigheid -getrouw met Mij zijn weg gaat, zal door God met nog meer welgevallen aangezien worden!
Hoofdstuk 142: De hoofdman werft de reus en zijn broeders aan voor Rome. Werken der liefde zijn de ware verdienste voor God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106  ...