Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 93 van 139

...  81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106  ...
[7] Een blauwgrijze zegt: 'Ja, ja, de grote machtige geest bevindt zich hier in deze streek in gezelschap van miljoenen geesten, die allemaal enorm machtig moeten zijn. De juiste plaats kunnen we niet precies aanwijzen; maar ze is in geen geval ver hier vandaan. Maar kijk eens omhoog, dan zullen jullie een lucht vol geesten aanschouwen.'
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Robert vraagt Mij: 'Heer, dat is weer een heel nieuwe verschijning. Wat moet er met deze geesten gebeuren? In Uw heilige naam, het gaat er daar bijna net zo aan toe als in het bekende 'Duizend en één nacht'! Wat komen deze roden met hun vaandels hier doen?'
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Na het beëindigen van deze lofprijzing breekt de sabbat aan. Een menigte in het rood geklede geesten van de noordelijke streken nadert nu de heuvel; ze dragen een rode en een witte vlag.
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Intussen wenden Robert en Peter zich tot de blauwgrijzen en zeggen: 'Vrienden, zoals wij nu hebben vernomen zijn jullie dichter bij het rijk Gods dan jullie zouden denken. Er ontbreekt jullie nog wel heel wat, maar dat kunnen jullie je gemakkelijk verwerven. En kijk, dat bestaat hieruit dat jullie er in het vervolg geen plezier meer in mogen hebben om anderen op te hitsen, zoals jullie met de rode geesten hebben gedaan. Kijk, het is voor een blinde ellendig genoeg dat hij blind is. Waarom zou iemand er dan plezier in hebben om zich ten koste van hun blindheid een nietszeggend vermaak te verschaffen, dat tenslotte aanleiding geeft tot allerlei ergernissen, die zeker niet op de naastenliefde zijn gebaseerd. Dus weg met alles wat wijzere geesten, zoals jullie zijn, niet betaamt!
Hoofdstuk 125: Robert en peter bewerken de grappenmakers. Deze geven hun zwakheid toe en verontschuldigen zich. Mensen en Godsgericht. Een bode van boven. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] De blauwgrijzen zeggen: 'En wat hebben jullie helden er nu aan als jullie misschien een paar eeuwen langer dan andere arme drommels als vage schaduwbeelden voortleven in de herinnering van zwakke aardse mensen? Ook jullie zullen worden vergeten! En als de oorlog alles zal vernietigen, zullen de geschiedenisboeken dan wel blijven bestaan? En als ze al blijven bestaan, zeg eens, wie zal ze dan lezen als al het leven eindigt? Hier in het geestenrijk is echter elk onderscheid opgeheven, en waar het nog bestaat, daar is de hel! Als jullie ook hier standsverschillen zoeken, zijn jullie geesten van de hel en wordt het tijd dat jullie je van ons verwijderen, anders zou het kunnen gebeuren dat jullie door ons verwijderd worden!'
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Robert en Peter begeven zich nu vlug naar beneden en komen precies op tijd voor de eerste ontmoeting. Een rode snelt de blauwgrijzen tegemoet en zegt: 'Vrienden, we hebben vernomen dat de almachtige Geest van de beroemde Nazarener, Jezus genaamd, (nu schrikken de blauwgrijzen een beetje) zich persoonlijk in deze streek ophoudt met een grote menigte andere machtige geesten. Kunnen jullie: ons deze streek niet wat nader beschrijven en ons zeggen wat deze machtige geest eventueel van plan is te ondernemen tegen de slechte mensheid op aarde? Wij hebben tijdens onze reis vernomen dat Hij over geheel Europa een verschrikkelijke oorlog wil laten uitbreken. Als jullie daar iets betrouwbaars over weten, deel het ons dan mee, want wij moeten dit de hele wereld meteen laten weten, opdat ze zich naar behoren kan voorbereiden.'
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Je ziet echter ook hoe andere geesten in donkere, blauwgrijze en vuile gewaden deze krijgszuchtigen naderen. Dat zijn echte praatjesmakers. Hun grootste plezier bestaat eruit de nieuwsgierige sensatiezoekers te beliegen tot ze scheel zien, en dat niet zelden met zo'n welbespraaktheid dat sommigen van hen op den duur zelf geloven wat ze gelogen hebben. Deze geesten zijn weliswaar niet kwaadaardig, maar zij zijn slechts zogenaamde grappenmakers. Ze kunnen dan wel niemand ernstige schade berokkenen, maar ze zijn ook niet bepaald van nut. Door deze geesten zullen de oorlogszuchtigen nu krachtig worden aangespoord en dat zal dan een ware hetze opleveren. Er zullen ook enkele vrienden van de waarheid vanuit de middag bij komen, die de krijgslustigen zullen vertellen dat ze door deze blauwgrijzen zijn belogen. De oorlogsgeesten zullen dan genoegdoening verlangen en dat zal het moment zijn waarop wij langs een bepaalde weg vat op hen kunnen krijgen.'
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Dat zijn louter oorlogszuchtigen. Zoals er op aarde mensen zijn van beiderlei kunne, voor wie oorlog het grootste vermaak is, zo zijn er ook hier geesten, die buiten het oorlog voeren geen zaligheid kennen. Als er op aarde veel oorlogsgeweld is, zijn deze geesten het gelukkigst. Ze winnen daar weliswaar niets bij, maar ze verstaan heel goed de kunst om de krijgslust in de gemoederen der volkeren aan te wakkeren. Die met de witte vlaggen hebben een defensieve oorlogszuchtige instelling en die met de rode een offensieve. Zij hebben ook gemerkt dat Ik Mij in hoogst eigen persoon op aarde bevind en komen hiernaartoe om bij de geesten te informeren of Ik soms een gericht over de aarde wil afkondigen. Want alles wat in enigerlei vorm flink wat spektakel oplevert is hun welkom.
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[20] De vijfendertig boden gaan aan het werk, waardoor het al heel onrustig wordt in de luchtlagen met de lagere bewolking. Let op, want deze duistere geesten zullen spoedig met hun boosaardig werk beginnen, maar er is al voor gezorgd dat ze zich niet te verderfelijk gaan gedragen! Boven hen wachten miljarden buitengewoon machtige vredesgeesten en deze zijn zeer goed in staat om de grootste onruststokers dadelijk tot de orde te roepen. De bergen zullen jullie weldra vertellen hoe het deze boze geesten vergaat. Wees echter niet bang, want in alle geesten die zich buiten Mijn orde bevinden, is geen kracht en niet de minste macht voorhanden.'
Hoofdstuk 123: Goede missietoespraak van de vijf. Schroom om met zonden beladen voor de Heer te verschijnen. De genadezon van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] De dertig zeggen: 'Ja, maar waar is dan Jezus de Christus, die God en mens tegelijk zou zijn? Eerst moet Hij toch aanwezig zijn! Alleen in Hem geloven is een ijdele zaak. Is het voor de meest onervaren geesten al heel moeilijk het blinde geloof te bewaren, hoeveel moeilijker is dat dan wel niet voor ons, die toch met veel ervaringen deze wereld zijn binnengekomen. Toon ons dus Christus, dan nemen we alles van jullie aan!'
Hoofdstuk 123: Goede missietoespraak van de vijf. Schroom om met zonden beladen voor de Heer te verschijnen. De genadezon van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] De drie zeggen: 'Wat hebben wij nog met de vorsten van de wereld te maken? Wij zijn geesten en hebben met de domme wereld niets meer te doen. Duizend vorsten van de wereld kunnen dagelijks geoordeeld worden, dat is ons om het even. We krijgen pas dan heel wat met hen te stellen, als ze in ons rijk komen. We wilden alleen maar die waarheid, die je onze drie broeders hebt verkondigd, uit jouw mond vernemen. Bijbelteksten kennen wij zelf genoeg en we begrijpen ze ook, want wij zijn doctoren in de theologie.'
Hoofdstuk 121: De drie afgezanten ontwaken. Nog drie doctoren in de theologie worden streng terecht gewezen en krijgen een opdracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Op hetzelfde ogenblik komen er nog drie andere geesten bij, die de afgezanten vragen wat ze hier zo lang doen.
Hoofdstuk 121: De drie afgezanten ontwaken. Nog drie doctoren in de theologie worden streng terecht gewezen en krijgen een opdracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Er zijn er velen onder deze geesten die wat beter zijn dan de grote massa en die zich daardoor min of meer hebben laten meeslepen. Omwille van deze niet erg slecht gezinde geesten, die nog in staat zijn enig onderricht aan te nemen, moet de gevangen name van de ware verdorvenen niet in één keer, maar geleidelijk gebeuren. Het zal daarom wel enkele dagen duren en het is ook zichtbaar voor de mensen op aarde in de vorm van wolken, sneeuwen regen. De allerslechtsten worden weliswaar bijna op hetzelfde moment bijeen gedreven, maar met de minder slechte wordt behoedzamer omgegaan.
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Wij willen heel graag van jullie leren hoe we ons leven als geesten moeten inrichten zodat het God welgevallig is. Maar in zo'n zondige toestand voor de Heer verschijnen, betekent gewoon aan al onze zonden nog de grootste zonde van vermetelheid toevoegen om dan des te zekerder in de hel te belanden. Nee, nee, vrienden, dat wordt niets! Als die man daar werkelijk de Heer is, zouden we toch begrijpelijkerwijs onmogelijk voor Hem kunnen verschijnen. Is Hij het echter niet, en is Hij ook geen bijzondere vriend van de Heer, dan zou het voor ons zondermeer vergeefse moeite zijn om naar Hem toe te gaan. Daarom willen we liever hier in jullie gezelschap blijven totdat we ons waardiger voelen om voor de Heer van alle leven te verschijnen.'
Hoofdstuk 123: Goede missietoespraak van de vijf. Schroom om met zonden beladen voor de Heer te verschijnen. De genadezon van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] De dertig zeggen: 'Ja, dat is wel waar, maar toch zit er bij ons nog een geweldige kink in de kabel. Er zijn wel velen, die nu bij God de grootste zaligheid genieten terwijl ze op aarde beslist niet helemaal vrij van zonden hebben geleefd, maar dat waren toch zeker niet zulke grote zondaars als wij. En als ze al gezondigd hebben, dan hebben ze toch zeker oprecht boete gedaan en zijn daardoor in een toestand van heilig makende genade gekomen, waardoor ze vervolgens als vrienden van God zalig zijn geworden. Wij zijn echter in onze zonden gestorven en hebben hier als geesten nog volop verder gezondigd. En nu zouden wij dus zomaar voor de Heer verschijnen? O, daar komt niets van in.
Hoofdstuk 123: Goede missietoespraak van de vijf. Schroom om met zonden beladen voor de Heer te verschijnen. De genadezon van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106  ...