Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 921 van 1088

...  909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934  ...
[3] De graaf zegt: 'Nee Heer, eeuwig nee, van U uit ben ik wel enorm groot, maar vanuit mezelf ben ik niets. Wel, ik sta al op, want Uw woord heeft me geheel opgericht.' Daarop komt de graaf dadelijk moedig naar Mij toe en zegt: 'Heer, Vader, God, Jezus! Ik ben nu door Uw liefde en genade helemaal genezen en de overdreven vrees voor U is ook verdwenen, maar in plaats daarvan brandt er een grenzeloze liefde tot U, in de vorm van een grote hartstocht, in ieder vezel van mijn hart. Langzamerhand zal misschien ook deze nieuwe eigenschap van het geestelijke leven wat tot rust komen, maar nu zou ik U graag met al mijn levenskracht willen omarmen en sterven in de onbeschrijflijke zaligheid van de liefde tot God! Heer, laat mij U toch even omarmen en U aan mijn van liefde brandende hart drukken.'
Hoofdstuk 147: Bathianyi's wroeging. De Heer over het rijpingsproces in de mens tot de hoogste Godskennis. De nog blinde franciscaan krijgt duidelijke wenken van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] De franciscaan zegt: 'Verklaar je eens wat nader. Wat is het dan, dat de graaf mij zou hebben gezegd? Hij zei dat hij en onze onbekende vriend ook zonder de tussenkomst van een derde genoeg hebben aan elkaar. Is dat dan zoiets buitengewoons? De derde, de Allerhoogste, zal waarschijnlijk nog heel lang op zich laten wachten, omdat zeker niemand van ons zich, gezien de morele gesteldheid van zijn wezen, waardig kan achten om God te aanschouwen. Zolang iemand echter een reeds waardige vriend van God aan zijn zijde heeft, die hem de juiste weg naar God wijst, kan hij ook gemakkelijk zeggen: 'Wij beiden hebben genoeg aan elkaar, ook zonder de tussenkomst van een derde'; vanzelfsprekend alleen voorlopig, want het zou wel treurig zijn als we nooit tot het aanschouwen van God zouden komen.'
Hoofdstuk 147: Bathianyi's wroeging. De Heer over het rijpingsproces in de mens tot de hoogste Godskennis. De nog blinde franciscaan krijgt duidelijke wenken van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De franciscaan komt nu naar Mij, de generaal en de graaf toe. Juist als hij zijn vraag wil stellen: 'Wie ben jij, onbekende vriend?' komt natuurlijk door een innerlijke oproep Robert Blum naar Mij toe en zegt: 'Heer, brood, wijn en kleding staan gereed.'
Hoofdstuk 148: De franciscaan wordt door de aanblik van Robert Blum nogmaals sterk aan het twijfelen gebracht. Zijn angst voor de duivel wordt door de Heer met vaderlijke mildheid bejegend - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Allen tasten nu toe en eten en drinken naar hartelust, en niemand vindt woorden om de grote heerlijkheid van de smaak, de zoetheid en de geest te beschrijven.
Hoofdstuk 148: De franciscaan wordt door de aanblik van Robert Blum nogmaals sterk aan het twijfelen gebracht. Zijn angst voor de duivel wordt door de Heer met vaderlijke mildheid bejegend - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na korte tijd van diepe verbazing zegt de graaf tegen de franciscaan: 'Vriend, als het er in jouw vermeende hel zo uitziet, dan blijf ik er zonder meer, en broeder Miklosch zeker ook samen met alle anderen! Ook die helse mannelijke en vrouwelijke geesten zien er ongelooflijk mooi en heerlijk uit. Waarlijk, in zo'n hels gezelschap zal het voor eeuwig best uit te houden zijn! Wel vriend, wat denk jij ervan?'
Hoofdstuk 149: De franciscaan houdt halsstarrig vast aan de roomse leer. Miklosch geneest hem hiervan door middel van scherpe vragen. Nu is ook bij deze verstarde ziel het ijs gebroken. Zalige verwondering over de hemelse waarheden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Miklosch zegt: 'Vriend, kom eens met mij mee naar dat grote raam. Ik zal je iets laten zien.'De franciscaan zegt: 'Wat dan?' Miklosch zegt: 'Je zult het wel zien.'De franciscaan zegt: 'Goed, laten we dan maar gaan, maar hou me niet voor de gek, want anders...!'
Hoofdstuk 149: De franciscaan houdt halsstarrig vast aan de roomse leer. Miklosch geneest hem hiervan door middel van scherpe vragen. Nu is ook bij deze verstarde ziel het ijs gebroken. Zalige verwondering over de hemelse waarheden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Ja, mijn vriend, je zwijgt nog steeds en je ergerlijke verlegenheid is van je gezicht af te lezen. Wat moet daar dan van terechtkomen? Kijk, ik zou je nog wel honderd van zulke merkwaardige vragen kunnen stellen, maar wat heeft dat voor nut? Je wilt mij er geen beantwoorden! Daarom zou het beter zijn, dat je óf de paus geheel laat schieten en naar de werkelijke Heer toegaat en trouwen openlijk je domheid tegenover Hem erkent, óf op reis gaat naar Boedapest, dat je daar ziet liggen!'
Hoofdstuk 149: De franciscaan houdt halsstarrig vast aan de roomse leer. Miklosch geneest hem hiervan door middel van scherpe vragen. Nu is ook bij deze verstarde ziel het ijs gebroken. Zalige verwondering over de hemelse waarheden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] De franciscaan zegt eindelijk: 'Vriend, je hebt mij door jouw merkwaardige vragen op heel andere ideeën gebracht, waarvoor ik je heel dankbaar ben. En ik wil je volgen naar de enige Waarachtige!'
Hoofdstuk 149: De franciscaan houdt halsstarrig vast aan de roomse leer. Miklosch geneest hem hiervan door middel van scherpe vragen. Nu is ook bij deze verstarde ziel het ijs gebroken. Zalige verwondering over de hemelse waarheden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Miklosch zegt: 'Vriend, ik heb je al bijna te veel gezegd en zeg nu geen woord meer. Daar is de graaf met onze grote vriend; wend je tot hen en vraag naar de verklede! Maar dat staat vast: een paap is op aarde gewoonlijk het hardnekkigste wezen en in de geestenwereld wil hij de Heer niet herkennen, ook al loopt hij tegen Hem op! Weet je wie er in Jeruzalem het meest blind en verstokt waren? Kijk, dat waren papen! En wil je weten welke mensen op aarde het minst geneigd zijn een waar geloof te aanvaarden? Dat zijn wederom de papen, vooral de rooms-katholieken, waartoe ook jij behoort. Nu heb ik je genoeg gezegd; God geve, dat het je mag baten! Ga nu maar naar hen toe en praat met hen.'
Hoofdstuk 147: Bathianyi's wroeging. De Heer over het rijpingsproces in de mens tot de hoogste Godskennis. De nog blinde franciscaan krijgt duidelijke wenken van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Miklosch, die Mij buiten al zo stilaan begon te herkennen, komt dadelijk vol eerbied en deemoed naar Mij toe en zegt: 'O Heer, nu pas kan ik voor het eerst in mijn hele bestaan waarlijk uitroepen: '0 Heer, ik ben het niet waard, dat U binnentreedt onder mijn zondig dak!' Maar Heer, spreek maar één heilig woord en alles wat in en aan mij is wordt gezond. Ja, dat is waarlijk een levend brood van de hemel, Uw werkelijke lichaam zonder valsheid of bedrog, O Heer! Wie dit brood eet, zal eeuwig leven, want het heeft de kracht van eeuwig leven in zich! En wat een overheerlijke, hemelse smaak! En deze wijn, zuiver uit Uw hart gevloeid, is eveneens Uw waarachtige bloed, waardoor alle zonden die wij ooit op aarde hebben begaan, van ons worden weggenomen. Daarom waag ik het, hem, evenals het heilig brood, te genieten. Wat een smaak en wat een geest! 0 Heer, geen sterveling van welke wereld dan ook kan dat bevatten! Broeders, eet en drink en proef zelf hoeveel hemelen er in iedere druppel wonen!'
Hoofdstuk 148: De franciscaan wordt door de aanblik van Robert Blum nogmaals sterk aan het twijfelen gebracht. Zijn angst voor de duivel wordt door de Heer met vaderlijke mildheid bejegend - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De twee gaan naar het raam en Miklosch toont de franciscaan daar buiten een weids landschap en op aanzienlijke afstand in westelijke richting een op Boedapest lijkende stad. Hij zegt tegen hem: 'Vriend, die Heer, die jij in je domheid voor de hoogste duivel houdt, laat jou door mij zeggen: 'Ik laat je vrij uit deze hel. Daarginds zie je Boedapest. Ga erheen en verschaf jezelf daar of ergens anders een betere hemel!' Je kunt hier ook meteen door het raam naar buiten gaan, want deze ramen hebben geen glas.' De franciscaan zegt: 'Ik wil toch nog even wachten!' Miklosch zegt: 'O, waarom dan? Als dit hier de hel is, waarom zou je er dan nog langer in willen blijven?'
Hoofdstuk 149: De franciscaan houdt halsstarrig vast aan de roomse leer. Miklosch geneest hem hiervan door middel van scherpe vragen. Nu is ook bij deze verstarde ziel het ijs gebroken. Zalige verwondering over de hemelse waarheden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Miklosch zegt: 'Dus niet naar Boedapest?'De franciscaan zegt: 'Beslist niet! Want ik geloof, in de steden van de wereld heeft een geest nog maar verdraaid weinig te zoeken! Wat zou een geest, als hij zich daar ergens zou laten zien, wel niet allemaal kunnen overkomen?' Miklosch zegt; 'Kraam toch niet zoveel hoogdravende onzin uit! Welke sterveling heeft dan ooit een geest iets kunnen aandoen? Maar beter zou je er daar niet op zijn geworden, alleen maar veel slechter. Want van distels zal men zeker nooit druiven kunnen oogsten.'
Hoofdstuk 149: De franciscaan houdt halsstarrig vast aan de roomse leer. Miklosch geneest hem hiervan door middel van scherpe vragen. Nu is ook bij deze verstarde ziel het ijs gebroken. Zalige verwondering over de hemelse waarheden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] De franciscaan zegt: 'Jij hebt gelijk! Er kleven nog veel dwaasheden aan een mens, die hij niet in een keer kwijt kan raken. Heb maar wat geduld, mettertijd zal alles wel goed komen. Laten wij daarom dan nu maar naar de Heer gaan en ons aan Hem tonen zoals we zijn! Ik denk dat Hij het met ons toch zeker niet zo precies rooms-katholiek zal nemen!'
Hoofdstuk 149: De franciscaan houdt halsstarrig vast aan de roomse leer. Miklosch geneest hem hiervan door middel van scherpe vragen. Nu is ook bij deze verstarde ziel het ijs gebroken. Zalige verwondering over de hemelse waarheden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[22] Beiden gaan nu schuchter naar de tafel, maar de franciscaan, die precies voor Maria komt te staan, durft nauwelijks iets aan te raken.
Hoofdstuk 149: De franciscaan houdt halsstarrig vast aan de roomse leer. Miklosch geneest hem hiervan door middel van scherpe vragen. Nu is ook bij deze verstarde ziel het ijs gebroken. Zalige verwondering over de hemelse waarheden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] De franciscaan zegt: 'Maar zeg me nu eens, omdat je werkelijk aanzienlijk wijzer bent dan ik: is dat dan wel het werkelijke Boedapest van Hongarije? Deze zaak komt mij toch wel een beetje verdacht voor! Ik ben van mening, dat die zichtbare stad daar eerder een illusie dan werkelijkheid is.' Miklosch zegt: 'Genoeg daarover. Of datgene wat wij zien werkelijkheid is of niet, zal ons nog wel duidelijk worden. Wij gaan nu naar de Heer, erkennen tegenover Hem onze grote dwaasheid en laten dan verder alles aan Hem alleen over.'
Hoofdstuk 149: De franciscaan houdt halsstarrig vast aan de roomse leer. Miklosch geneest hem hiervan door middel van scherpe vragen. Nu is ook bij deze verstarde ziel het ijs gebroken. Zalige verwondering over de hemelse waarheden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934  ...