Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 921 van 1112

...  909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934  ...
[1] Robert, die al dicht bij de wenteltrap staat, zegt: '0 liefdevolle wijze Vader, wij komen woorden te kort om U voor zo'n opheldering naar behoren te danken. Men kan zich dus in de toestand van de 'eeuwige dood' zelfs levend en gelukkig in een of andere hemel bevinden, alleen is het eigenlijke oer-ik daarbij niet meer aanwezig. 0, dat is toch genade en nog eens genade van U! Wij verstonden onder de uitdrukking 'eeuwige dood' doorgaans de hel, waaruit eeuwig geen uitweg meer is. En als er al een is, daar bij U toch alle dingen mogelijk zijn, dachten wij, kan deze alleen maar een heel moeilijke zijn. Nu echter ziet deze zaak er heel anders uit. Dank en liefde voor U voor deze prachtige les!'
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Robert weet zich van louter gelukzaligheid geen raad en de twee vrouwen wenen van ontroering. Met een vol gemoed zegt Helena: 'O God, o God, wat is dat een aangrijpende muziek; men zou daarbij helemaal kunnen wegsmelten! Iedere toon dringt verrukkelijk door tot in het hart. Robert, dat klinkt wel even anders dan een nog zo mooie opera in het theater en oneindig beter dan Turkse muziek!'
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Robert en zijn helper maken de tafel meteen gereed, en Ik, de vorsten en nog enkele anderen benevens Robert, zijn helper Peter en de beide vrouwen gaan aan tafel en eten en drinken van alles wat zich op tafel bevindt. Na het eten verheffen zich de vele gasten en heffen voor mij een machtige lofzang aan, hetgeen Robert bijzonder goed bevalt.
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Verder zie je naar het oosten toe een grote voorstad, die nimmer echt eindigt. Deze voorstad staat eveneens vol gebouwen van allerlei soort zoals ze op de hemellichamen in de mooiste vormen te vinden zijn. Hier zul je volmaakte geesten uit alle werelden der oneindigheid aantreffen, die eveneens overgelukkig zijn naargelang de aard van hun liefde en hun innerlijke volmaaktheid. Tevens bevinden zich echter in elk huis van deze grote voorstad ook een deur en een brug, door middel waarvan de zalige bewoners respectievelijk kunnen kijken en gaan naar de hemellichamen waarop zij in hun vlees hebben gewoond.
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Ik zeg jullie: voor vele miljoenen volgt op hun schijnleven eeuwig geen verder leven meer, want evengoed als er een eeuwig leven is, is er ook een eeuwige dood. Er zijn op aarde bomen waaraan heerlijke vruchten in korte tijd rijp worden en waaraan geen bloesem tevergeefs heeft gebloeid. Daarentegen zijn er ook bomen die wel rijkelijk bloeien en waaraan zich veel vruchten zetten; maar als zulke bomen toch arm aan sap zijn en hun onsmakelijke vruchten lang aan hun twijgen moeten houden voordat ze de gewenste rijpheid hebben verkregen, dan valt door gebrek aan voeding en door een te langdurig rijpingsproces driekwart daarvan van de boom, voordat ze de gewenste rijpheid kunnen bereiken. Ik zeg jullie: tegen het weer tot leven brengen van zulke onrijp afgevallen vruchten is weinig heilzaam kruid gewassen. Als een deel van zulke vruchten zo vlak voor het rijpen van de boom valt, kan men ze verzamelen en enige tijd laten liggen; ze zullen dan daardoor tenminste nog enigszins rijpen. Maar voor vruchten die kort na de bloei wegens gebrek aan voeding van de twijgen vielen, is er geen geneesmiddel meer.
Hoofdstuk 143: Vermanende oproep aan de kinderen van de aarde. Verschillen tussen aards en hemels leven. Gelijkenis van de afgevallen boomvruchten en van de pottenbakker. De eeuwige dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Jawel, ontbeerlijk voor jullie aardwormen, jullie lijken allemaal op de rijke jongeling uit het evangelie. Ook hij vroeg de Heer of hij deel mocht hebben aan het Godsrijk. Toen de Heer echter tegen hem zei: 'Doe afstand van je aardse goederen, geef ze aan de arme kinderen van de wereld en volg Mij!', brak zijn hart en hij keerde terstond naar zijn bekoorlijke aardse goederen terug. Hij liet God gaan en bekommerde zich enkel om zijn aardse goederen. Daarna werd hij harder dan voorheen, hetgeen de Heer duidelijk te kennen gaf door op te merken, hoe moeilijk het is voor iemand die verknocht is aan aarde goederen, om het rijk Gods binnen te gaan.
Hoofdstuk 143: Vermanende oproep aan de kinderen van de aarde. Verschillen tussen aards en hemels leven. Gelijkenis van de afgevallen boomvruchten en van de pottenbakker. De eeuwige dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Maar jullie zeggen: 'Wat moeten wij? Ook al bidden en smeken wij, het wordt toch niet anders met ons! Wij zien niets en horen niets. Ons smeken lost op in de lucht en wij staren vruchteloos in de oneindigheid en kijken troosteloos en stomverbaasd naar de ondoorgrondelijke werken van God, zoals kalveren naar een nieuwe staldeur. Daarom bekommeren we ons alleen nog maar om datgene wat ons lichaam nodig heeft. Om al het andere moge zich bekommeren wie wil. De mens moet iets te eten en te drinken hebben en kleren en een woning; dat is noodzakelijk en al het andere is ontbeerlijk.'
Hoofdstuk 143: Vermanende oproep aan de kinderen van de aarde. Verschillen tussen aards en hemels leven. Gelijkenis van de afgevallen boomvruchten en van de pottenbakker. De eeuwige dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik wil je echter nog een ander voorbeeld geven. Stel je een sterke reus voor. Plaats hem in een lege ruimte waarin zich geen voorwerp bevindt waarop de reus zijn kracht zou kunnen beproeven. Plaats als tegenkracht een vlieg zó voor hem, dat hij haar met zijn handen niet kan bereiken. In dit geval zal de vlieg daar met gelijke kracht als de reus staan en zal ze de reus kunnen uitdagen voor een duel, als ze een steunpunt heeft. Heeft de reus echter ook zo'n steunpunt, dan zullen miljoenen vliegen hem niets kunnen doen. Zo moet elke kracht eerst een tegenkracht vinden, anders kan ze zich niet uiten en zichtbaar worden. Een kracht moet zich aan een andere meten, anders is het alsof ze er helemaal niet was.
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Enkele voorbeelden zullen jullie deze belangrijke zaak nader belichten. Bekijk eens het uitstralende licht van een zon. Stel je de zon eens voor zoals ze in haar zijn en bestaan is. Maar zou er in de hele oneindigheid geen met de zon verwant oog zijn, dat zich als secundaire kracht tegenover de zon zou stellen en het licht zou opvangen, waardoor de zon haar eigen beeld vormt in het oog en daardoor in een secundaire kracht overgaat: zou de zon dan niet zo goed als helemaal niet aanwezig zijn? Is er echter een oog gevormd, waarin de zon zichzelf als het ware terugvindt, dan treedt de zon als primitieve kracht ten opzichte van het oog in een zichtbaar bestaan. Sluit het oog zich, dan is het oog voor de zon alsof het helemaal niet bestond en ook de zon zelf heeft voor het oog haar zichtbare bestaan verloren.
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Hoe vaak heb ik reeds van de betere aardbewoners de wens vernomen, of de Heer toch eindelijk eens een einde zou willen maken aan het pausdom. Maar de Heer talmt nog steeds en weet heel goed waarom Hij dat doet. Dat Hij echter niet meer lang zal talmen, daarvan kun je volkomen verzekerd zijn. Rome verbeeldt zich wel gelijk een feniks te zijn, die zichzelf verbrandt en dan weer prachtiger dan voorheen uit zijn as verrijst. Maar deze keer zal het uiteindelijk as blijven. En zo zal het nu ook veel anderen op aarde vergaan! Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 140: Roberts politieke ijver. Petrus over de zelfhulp van een volk en over Gods hulp. De Vader weet wanneer het tijd is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Robert zegt: 'Ja, de Heer weet het heel zeker, maar hoe komen de andere bewoners van dit heilige huis het te weten?' Petrus zegt: 'Kijk, daarvoor is hier reeds een voorziening getroffen: in ieder van de talloos vele vertrekken van dit huis bevindt zich in alle drie hoofdverdiepingen een zogenaamd instructiebord. Op dit bord wordt door de Heer aangegeven wat er moet gebeuren en iedere bewoner richt zich daar dan overgelukkig en ogenblikkelijk naar.
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Deze geesten en engelen blijven niet altijd hiermee bezig, maar worden van tijd tot tijd door anderen vervangen. De afgelosten krijgen dan meteen weer een andere taak toebedeeld. In de hemelen is nooit sprake van eentonig werk; overal heerst de meest vrije en veelsoortige afwisseling. Iemand houdt zich bezig met hetgeen hem vreugde en zaligheid bereidt. Heeft hij dan geen plezier meer in de een of andere bezigheid, dan is er direct genoeg voorhanden waaruit hij kan kiezen, wat hij maar wil. Dat zal toch wel meer dan genoeg vrijheid zijn?'
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Robert neemt nu Peter, Helena en Eljah mee en begeeft zich met Petrus, Paulus en Johannes in het naastgelegen vertrek. Van louter verwondering weet hij zich hier weer helemaal geen raad en daarom zegt hij tegen Petrus: 'Vriend, broeder, jij gaat hier zo totaal onbevangen naar binnen en lijkt helemaal niet te letten op die talloze heerlijkheden in deze grote zaal van God. Dat is werkelijk merkwaardig! Kijk, voor mij zou deze zaal een onderwerp zijn om eeuwig te bekijken en te bestuderen’.
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg: 'Dat ligt als eeuwige ordening in elke eerste, eenvoudigste oerkracht. Iedere kracht is onoplosbaar naar de aard van haar oerbestaan. Daarom is het duidelijk dat zij in zichzelf en vanuit zichzelf moet voortbestaan. De kracht is bijgevolg steeds aanwezig, of zij zich uit of niet. Zolang een kracht zich echter niet kan uiten, bestaat ze in zichzelf slechts als een stomme kracht en is in haar toestand naar buiten toe, alsof ze helemaal niet bestond. Moet die kracht echter naar buiten toe actief optreden, dan moet er een weerstand tegenover haar gesteld worden. Deze weerstand kan niets anders zijn dan een tegenkracht, waardoor de eerste in haar rustige voortgaan wordt gestoord. Waar zo'n storend conflict plaatsvindt, wordt zowel de ene als de andere kracht zichtbaar. De eerste gaat daarbij onvermijdelijk in een tweede over en omgekeerd de tweede in de eerste. Pas op deze manier worden de beide krachten voor elkaar waarneembaar en dus naar de aard van hun werkzaamheid ook zichtbaar.
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Na een poosje weerklinken de machtige akkoorden van een orgel. En terwijl de akkoorden zich melodieus met elkaar vermengen, worden in de vrije ruimte de prachtigste beelden zichtbaar, ongeveer op de manier waarop men op aarde beelden tot stand brengt met een camera obscura. Het verschil is dat deze slechts afbeeldingen van reeds bestaande voorwerpen kan doorgeven terwijl hier steeds nieuwe beelden worden geschapen, omdat in de klanken steeds nieuwe combinaties naar voren komen. Natuurlijk roepen reeds eerder voorgekomen klankcombinaties ook steeds weer dezelfde beelden op. Deze klankbeelden zijn hier echter buitengewoon scherp en wisselen elkaar steeds in de meest levendige kleuren en aangrijpend mooie beelden af. Daardoor worden niet alleen het oor en het gemoed op een hartverheffende manier in vervoering gebracht, maar ook het oog en het met het oog samenhangende verstand van de ziel, dat als het ware het oog van de ziel is.
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  909 - 910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934  ...