Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 922 van 1112

...  910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935  ...
[17] Jozef zegt: 'Ja, dat noem ik nog eens een compositie! In zijn totaliteit klinkt het als een grootse symfonie voor koor en orkest. Elke afzonderlijke toon klinkt al als een complete, zacht uitgevoerde sonate. Als ik op aarde ooit iets heb gehoord wat er ook maar iets op zou lijken, dan zouden dat de harmonische klanken van de zogenaamde mondharmonica met de fijnste zilveren plaatjes zijn. Ook deze bezitten in wezen slechts een bepaalde grondtoon, maar daarbinnen ontwikkelen zich als liefdesgeesten in de tederste vibraties alle mogelijke melodieën en modulaties. Zo komt het me hier ook voor. De grondtonen vormen harmonisch de hoofdcantate, maar iedere afzonderlijke grondtoon wordt verlevendigd door wondermooie sonates.
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] In de hoofdstad echter zijn de huizen zo ingericht dat iedere bewoner door twaalf in het vertrek aangebrachte deuren naar alle hemellichamen van de gehele oneindigheid kan gaan en weer terugkomen wanneer de bewoner maar wil. Maar zulke deuren die naar de hemellichamen voeren zijn in elk huis slechts aangebracht in de vertrekken van de begane grond; nooit in hogere verdiepingen. Daarom heeft dan ook ieder vertrek van een hogere verdieping een overeenkomstig vertrek op de begane grond. Het wonderbaarlijke van zo'n inrichting zul je echter pas later beter leren kennen, naargelang jouw innerlijk zich meer en meer zal ontplooien.
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Nadat dit allemaal is gebeurd, begeven zich hele processies, die van alle kanten komen, in de grote eetzaal. In minder dan geen tijd staan vele duizenden in de zaal en nog steeds komen nieuwe groepen van nog eens duizenden naar binnen. Robert en het hele aanzienlijke gezelschap dat vlakbij Mij staat, beginnen grote ogen op te zetten als de enorme stroom nog steeds niet wil ophouden. En Robert vraagt Mij heel zachtjes: 'Maar bij Uw almachtige naam, de zaal is reeds helemaal volgepropt met mensen en nog is het einde niet in zicht! Waar zullen zij dan een plaats vinden? We hebben de grootste tafel zo rijk mogelijk gedekt, maar wat heeft ze te bieden aan deze enorme volksmenigte?'
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] O Heer, nu begrijp ik ook waarom geesten van mijn soort hun sterfelijke broeders soms een beetje vergeten en zich maar heel zelden aan hen tonen. Wie zou bij zo'n overvloed aan zaligheid nog aan de slechte aarde denken als hij niet zo nu en dan door U, o Heer en Vader, werd aangespoord om op het juiste moment ook zijn nog sterfelijke broeders op aarde te gedenken!'
Hoofdstuk 134: Rudolf vergelijkt hemelse en aardse omstandigheden. De hemelse stad en haar betekenis als voedingsbron voor de hele oneindigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Robert en de anderen verbazen zich over de lieflijkheid van de woningen die hier in zo groten getale staan, dat ze door niemand meer geteld kunnen worden. Want het aantal woningen van Gods stad heeft wel een begin maar nooit een einde. Wel is in het begin deze stad zo opgezet dat ze een volmaakt vierkant vormt, maar daarachter strekt ze zich eindeloos uit en heeft nergens en nooit een begrenzing.
Hoofdstuk 134: Rudolf vergelijkt hemelse en aardse omstandigheden. De hemelse stad en haar betekenis als voedingsbron voor de hele oneindigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Op hetzelfde moment staat Cado al voor ons en zegt: 'Heer, ik heb al vernomen wat mijn bestemming is en haast me haar getrouw na te streven!' Robert kust hem en zegt: 'Wees goed, rechtvaardig en streng, want het is slecht met de aarde gesteld.' Cado buigt en haast zich naar de plaats van zijn eerste bestemming.
Hoofdstuk 133: De bereikte hoogste hemelsfeer. Robert, Peter en drie vrienden begeleiden de Heer naar het heilige Jeruzalem; de stad der steden en de zon der zonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Volg Mij maar, nu hier iedereen, klein en groot, uitstekend verzorgd is, naar gindse stad. Mocht je echter iemand van de meegekomenen willen meenemen, dan staat je dat vrij. Ik zie weliswaar dat je iedereen mee zou willen nemen, maar dat is voorlopig niet mogelijk; neem wel Jozef, Leopold en Rudolf de Eerste mee! Hun woningen bevinden zich hier vlak bij de hoofdstraat. Roep hen maar, opdat zij zich met ons naar de stad van de hemelen begeven!'
Hoofdstuk 133: De bereikte hoogste hemelsfeer. Robert, Peter en drie vrienden begeleiden de Heer naar het heilige Jeruzalem; de stad der steden en de zon der zonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Wees maar gerust; je hebt toch op aarde ook al gehoord dat er vele makke schapen in een hok gaan. Zo zullen ook de bewoners van Mijn huis tenslotte voldoende plaats vinden!' Totaal verbaasd zegt Robert: 'Wat? Zijn dit allemaal slechts bewoners van dit ene huis? Ja, hoeveel wonen er dan wel hier? Het moeten er wel miljoenen zijn! Ah, nog steeds geen einde! Maar wat zie ik nu? De zaal wordt almaar groter en groter of lijkt dat alleen maar zo? Nu beginnen ook de galerijen vol te geraken! Nu pas is het einde van de stroom door de geopende deuren te zien! O Heer, hoevelen bevinden zich nu in deze grote zaal?'
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Zou de mens ook dan vanuit de hemelen niet het recht hebben om zich te ontdoen van de moordenaars van de geest? Is zo'n handelwijze ook tegen de orde van de hemelen, dan moet men daaruit afleiden dat het de Heer om het even is of de mens op aarde een fetisj dienaar, een duistere heiden of een zuivere christen is. Wanneer dat echter het geval is, begrijp ik de hele verlossingsgeschiedenis, alle waarheden van de profeten en de zuivere wonderleer van het leven uit de mond van God niet. Dan had de mensheid beter in haar oernacht kunnen blijven. Miljoenen mensen die zich christenen noemen hebben van Christus de Heer en van Zijn leer niet het flauwste idee. De paus is hun god en de vorst zijn handlanger. Beiden zorgen er naar beste vermogen voor om de mensen dom te houden om iedere geestvonk in hun onderdanen te verstikken. Zeg eens, vriend, hebben de nog ergens voorkomende, meer verlichte genootschappen ook dan niet het minste recht om zich tegen zo'n geestelijke tirannie te verheffen en haar te vernietigen?'
Hoofdstuk 140: Roberts politieke ijver. Petrus over de zelfhulp van een volk en over Gods hulp. De Vader weet wanneer het tijd is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Robert zegt: 'O ja, je hebt volkomen gelijk. Ieder mens op zich doet er goed aan als hij de boven hem geplaatste overheid gehoorzaamt in wereldlijke aangelegenheden en zich vreedzaam gedraagt onder alle omstandigheden van het aardse leven. Maar wat moeten de arme mensen doen als hun vorsten uit angst troon en luister te verliezen bij hun onderdanen ook de sfeer van de geest aantasten? Als zij haar ketenen en het zicht van ziel en geest verduisteren, de zuivere leer van de Heer op aarde veranderen in afgoderij en de mensheid daardoor met algehele blindheid treffen? Wat moeten zulke geknechte mensen dan doen als de heerszuchtige dragers van de kroon brandstapels, galgen of op z'n minst strenge kerkers bouwen voor de door de Heer zelf gewekte profeten?
Hoofdstuk 140: Roberts politieke ijver. Petrus over de zelfhulp van een volk en over Gods hulp. De Vader weet wanneer het tijd is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Want de mensen op aarde hebben een geheel vrije wil. Ja, zelfs de aarde ligt in hun handen. Beledigen zij haar, dan zal zij hen ook straffen, zoals ten tijde van Noach. Wenden de mensen zich echter tot de Heer en vragen Hem om een goede regering, om rust, vrede en goede ordelijke toestanden, dan grijpen ook wij in de teugels van de vorst en leiden hem en zijn volk op die weg, waarlangs alleen geluk kan worden bereikt. Daarom moeten de mensen nooit wrok koesteren tegen hun vorsten of hen zelfs haten, want ook zij zijn mensen. Zij kunnen hen beter zegenen en de Heer vragen of Hij hen als hun aardse bestuurders wil leiden en zegenen. Dan zullen zij overgelukkig zijn. Wel, heb ik goed gesproken of niet?'
Hoofdstuk 139: Roberts persoonlijke verhouding tot de Habsburgse keizers. Geërfde of gekozen troonopvolging. Staatspolitieke wenken van Petrus. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Robert-Uraniël vraagt of hij zijn vriend Peter en de beide vrouwen ook mee mag nemen. Ik zeg: 'Heb je voorheen dan niet vernomen dat er hier voor iedereen volledige vrijheid heerst? Waarom dan nog zulke vragen? Hier kun je doen, wat je maar wilt, het is allemaal goed. Want er komt hier niemand, behalve diegene die zijn aardse wereldwil helemaal uit zichzelf heeft uitgebannen en in plaats daarvan de Mijne voor eeuwig volkomen in zich heeft opgenomen. Daar jij dit hebt gedaan, ben je hier en kun je onmogelijk iets anders willen dan wat Ikzelf wil. Er bestaat echter nergens en nimmer een hogere en meer volkomen vrijheid dan die van Mijn eigen wil. Waarom zou jij dan nog in een of andere handeling beknot kunnen worden nu jij deze volledig in je hebt?
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Keizer Rudolf komt naar Me toe, prijst Mij van ganser harte en zege: 'O hoe heel anders zijn toch de dingen en omstandigheden in deze geestenwereld dan de onbeduidende op aarde! Wat heeft men zich op aarde allemaal ingebeeld, terwijl men in wezen helemaal niets was. Zolang een mens, keizer of bedelaar op aarde in het kleed van de dood wandelt en vergankelijk is, kan zijn bestaan niets te betekenen hebben. Ik was op aarde een groot keizer, maar wat was ik toen de dood me overviel? Niets dan een handvol stof en as! Maar hier ben ik toch geen haar beter dan de geringste burger van dit eeuwige rijk, van deze stad Gods. Desondanks voel ik mij verhevener dan wanneer ik mij als een machtige heerser, voor wie aarde en zeeën beven, op aarde zou bevinden.
Hoofdstuk 134: Rudolf vergelijkt hemelse en aardse omstandigheden. De hemelse stad en haar betekenis als voedingsbron voor de hele oneindigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] De brug die Ik nu vanaf gindse lagere heuvel naar hier heb geplaatst, moet blijven! Wie zich erover hierheen zal begeven, zal niet worden afgewezen! Plaats van nu af aan een wacht op de heuvel, opdat iedereen die als geest met goede bedoelingen deze heuvel betreedt, een vriend en een goede wegwijzer mag vinden. Natuurmensen, die nog in het vlees op de materiële aarde leven, zullen op deze heuvel kracht in het geloof vinden en zullen tot de liefde worden opgewekt, maar zonder gericht en zonder dwang. Zieken zullen verlichting van hun pijnen vinden, de goeden en gelovigen echter zullen hun gezondheid zevenvoudig terugkrijgen.
Hoofdstuk 132: Roberts verbazing over het nieuwe hemelgebied. Zijn toekomstige opdracht. Genadebrug en genadeheuvel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Ik zeg: 'Er moet nu een ernstige tuchtiging komen over allen die het helemaal hebben verleerd om Mij zowel in de nood als altijd aan te roepen en de waarde van de mens te erkennen, die door Mij niet in de wereld werd gezet om zich omwille van de glorie van een troon te laten doodschieten. Ditmaal zal het volk, wanneer het nuchter handelt, voor alle tijden van de overwinning verzekerd zijn. Dan pas komt Mijn rijk op aarde. Mocht het volk echter wreed handelen, iets dat Ik niet wil voorzien noch voorbestemmen, dan zal het moeilijk tot de uiteindelijke overwinning geraken.'
Hoofdstuk 130: Overeenkomstige betekenis van brood en wijn. Weten en doen. Een opdracht aan de lichtblauwen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  910 - 911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935  ...