Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 923 van 1088

...  911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936  ...
[5] Na deze woorden begint Robert, aanvankelijk flink knipperend met zijn ogen, naar deze grote middenzon te kijken en zegt na een poosje: 'Vader, ik dank U voor zo'n grote genade! Nu zie ik al vormen, maar ze zijn nog niet blijvend, want de kracht van het licht wist ze van tijd tot tijd nog uit. Toch komen ze steeds als dezelfde weer te voorschijn. O, dat moet een buitengewoon wonderbaarlijke wereld zijn! Werkelijk, zo'n wereld is ook al een hemel, want daar moet het heel heerlijk te leven zijn als men eenmaal aan het licht gewend is.
Hoofdstuk 147: Een blik door de tweede deur van de westelijke wand. Een middenzon van hogere orde. Pracht van steden en bouwwerken. Scheppingen van het instinct of van ware wijsheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Robert zegt: 'O Heer en Vader, Gij liefde aller liefde! Ik ben nu weer zo'n duizend aardse studiejaren wijzer en verstandiger. U alleen zij eeuwig al onze liefde en aanbidding!' Ik zeg: 'Welnu, als het je nu wat lichter om het hart is, gaan we meteen naar de tweede deur. Kijk, ze staat al een poosje open!'
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Als Ik nu wil dat deze of een andere spiegel er niet meer is, dan zul je door zo' n deur vanzelfsprekend slechts datgene zien, wat Mijn huis omgeeft, dat naar alle zijden vrij midden in de grote stad staat. Want het gewone aanschouwen berust hier op dezelfde grondbeginselen als het zien op aarde, maar natuurlijk in de meest zuivere potentie.
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Dat is een middenzon, waaromheen in wijde banen miljoenen kleinere planetaire zonnen cirkelen. Haar aantrekkingskracht is zo groot, dat zij al die miljoenen planetaire zonnen met hun planeten in de voor hun afgebakende banen houdt. Maar wat betekent al die kracht tegenover de kracht van één van Mijn geringste kinderen! Ik zeg jullie: middenzonnen zijn speelgoed in de handen van Mijn kinderen! N u weten jullie wat jullie hier zien, en daarom zullen we het balkon weer verlaten en verdergaan naar de tweede deur van de avondlijke, westelijke wand.'
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Kijk, elk van deze deuren is in zekere zin een geestelijke, holle spiegel. Wordt de deur geopend, dan zie je datgene, wat volgens een eeuwige ordening in je eigen hart in kleinste, maar nochtans meest volmaakte vorm woont. Sta je nu voor één van deze holle spiegels, dan zie je het meest vergrote spiegelbeeld van wat zich volgens een overeenkomstige ordening uit jouw voorraad in zekere zin op de zuivere oppervlakte afspiegelt. De spiegel is hier echter niet van glas, maar bestaat uit de zuiverste hemellucht. Zij is zo gepolijst, dat ze, als het nodig is, een volkomen heldere wand vormt, waarop datgene wordt weerkaatst, wat naar de ordening van haar eigen samenstelling door haar kan worden opgenomen.
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Allen gaan nu weer het vertrek binnen. De eerste deur in de avondlijke westelijke wand staat al open zonder dat iemand haar met de hand heeft geopend. Dat is voor onze Robert alweer aanleiding om te vragen naar het mechanisme waardoor deze deuren als vanzelf geopend worden.
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[22] Voorlopig weten jullie genoeg over de inrichting van dit kleine hemellichaam. Langs de weg van jullie toekomstige bezigheden zullen jullie alles door en door leren kennen. Daarom willen we ons ook niet langer bezighouden met het beschouwen van deze kleine wereld, maar ons direct naar de eerste deur van de avondlijke, westelijke wand begeven en van daar weer opnieuw de buitenwereld beschouwen.'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[21] Ik zeg: 'O nee, dat is de maan van de aarde. Kijk eens naar haar duistere land en daar iets verder weg naar een kleine groep dwergachtige, menselijke wezens! Dat zijn de eigenlijke bewoners van de maanzijde, die steeds van de aarde afgekeerd is. Hun grootste lust zijn hun vrouwtjes, die ze uit pure liefde en tederheid meestal op hun schouders ronddragen. Boven hen zien jullie heel montere geesten rondzweven. Dat zijn de zielen van gestorven maanmensjes. Het is hun een vreugde om voor hun nog sterfelijke broeders goed te zijn en hen voor allerlei gevaren te behoeden. Hun aandacht is er hoofdzakelijk op gericht, dat de zeer materiële geesten, die de kale zijde van de maan, die steeds naar de aarde toegekeerd is, bewonen, niet bij de bewoners van de begroeide kant van de maan kunnen komen, omdat ze deze in hun huis, dat uit een ondergronds hol bestaat, aanzienlijke schade zouden kunnen toebrengen.
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[20] We gaan het vertrek weer binnen en dan naar de derde, reeds openstaande deur. Staande op het balkon van deze deur, zien we vlak bij dit derde uitzichtbalkon een natuurlijk verlichte wereld. Vanaf hier kan men, net als eerder bij de zon, maar een kleine landstrook in één keer overzien. Robert vraagt meteen wat dat eigenlijk voor een wereld is; misschien een donkerder gedeelte van de zonnewereld?
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[19] Ik zeg: 'Kijk, dat is de zon met haar eigenlijke bewoners. De iets donkere zijn nog in de materie; de lichtere daarentegen zijn geesten, die eveneens in de zon huizen. Later zul je alles volkomen leren kennen, nu zou het nog wat te vroeg zijn. We hebben nu gezien wat de tweede deur verborgen houdt. Laten we ons daarom naar de derde deur in deze noordelijke wand begeven!'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] Maar nu een blik door de tweede deur. Ze staat al open en dus gaan we naar buiten! Nu staan we op het tweede balkon. Wat zien jullie hier?'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Daarom ben ik niet zo nieuwsgierig naar de achtergronden van al deze wonderen als broeder Robert. Alleen zou ik graag willen weten wie toch die geesten zijn, die in de vrije ether voor ons hebben gespeeld. Dat zij op hun manier ook heel gelukkig moeten zijn, heb ik uit de vriendelijkheid van hun gezichten kunnen opmaken. Maar wie zij eigenlijk zijn en wat hun bestemming is, kan alleen maar U, 0 Heer en Vader, bekend zijn.'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] De grote, oneindige ruimte tussen de hemellichamen is echter niet leeg. Ik zag daar geesten met grote snelheid heen en weer zweven, waarvan enkelen heel dicht bij me kwamen en me hartelijk groetten. Ach, dat ziet er werkelijk in hoge mate bedrijvig uit! Een dat is nu juist mijn lust en mijn leven, bedrijvigheid te zien en zelf naar beste vermogen bedrijvig te zijn.'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg verder: 'Robert, open de eerste deur, dan zullen we een blik naar buiten werpen en zien wat de stralen van onze ogen daar zullen ontmoeten.'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Inmiddels bevinden wij ons nu allemaal op de grond van het gelijkvloerse venrek en willen daar meteen het noodzakelijkste in ogenschouw nemen. Kijk naar de vier grote wanden. In iedere wand zien jullie drie deuren. Door deze deuren hebben jullie toegang tot alle werelden en hemelen en hun gemeenschappen die zich in de hele oneindigheid bevinden; alleen niet tot deze hoogste en binnenste hemel waarin jullie nu zijn. Kom nu naar de noordzijde; dan zullen we vlug een begin maken.'
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  911 - 912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936  ...