Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 924 van 1037

...  912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937  ...
[8] Ook met de in mijn kerk veel geprezen Maria en de hele litanie van heiligen lijkt het een vreemde zaak. Als van Maria iets te verwachten zou zijn, dan had zij mij toch allang moeten verhoren, want vanaf mijn sterven tot op dit ogenblik zijn naar mijn kwellende gevoel al zo'n paar miljoen aardse jaren verstreken. Van de moeder Gods of van haar Zoon, noch van enig andere heilige is ook maar het geringste spoor te ontdekken. Dat zijn ware helpers in de nood, zoals men zich geen betere wensen kan! Zeg maar een volle twee miljoen jaren, en van niemand een spoor!
Hoofdstuk 2: Bisschop Martinus' verveling en vereenzaming en zijn nadenken over iets wat afwisseling kan geven - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Zie, nu zet onze man zijn voeten in beweging en gaat behoedzaam met tastende schreden naar het steeds meer bewegende voorwerp toe.
Hoofdstuk 3: Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Als hij na enige stappen daar behouden is aangekomen, is hij niet weinig verbaasd om onder een boom een man te zien die op hem lijkt, namelijk ook een bisschop in optima forma. Weliswaar alleen naar het lijkt, daar het in werkelijkheid een engel is die steeds onzichtbaar aan de zijde van onze man was. De engel zelf is evenwel de zalige geest van Petrus.
Hoofdstuk 3: Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] DE ENGEL als vermeende bisschoppelijke collega antwoordt: 'Ik ben ten eerste voor jou een broeder in de Heer en natuurlijk ook een oude arbeider in Zijn wijngaard. Wat echter mijn leeftijd betreft, ben ik naar tijd en werkzaamheid ouder dan jij, maar om te zien veel jonger.
Hoofdstuk 3: Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Opdat je, beste broeder, echter zelf zult merken dat jouw vermeende leeftijd alleen in je verbeelding bestaat, als ontwikkeling is toegelaten en uit jezelf is ontstaan naar eigen begrippen van tijd en ruimte, die bij jouw sterk met de hel zijn verweven, - kijk daarom maar eens om en je zult je stoffelijk lichaam ontdekken, dat pas drie uur geleden is gestorven.'
Hoofdstuk 3: Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] DE ENGEL zegt: 'Draai je weer om naar mij en erger je niet; deed je niet hetzelfde, toen je nog tot de uiterlijke, natuurlijke wereld behoorde? Laat het dode de dode begraven. Maar wend jij je van alles af en volg mij, dan zul je tot het leven komen!'
Hoofdstuk 3: Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Dan zegt DE ENGEL: 'Ik zeg in Naam van de Heer Jezus: je moet mij naar Jezus volgen! Hij is de echte Bonifacius van alle mensen; maar jouw Bonifacius is niet van belang en ik ben helemaal niet degene waarvoor jij mij aanziet, maar heel iemand anders!
Hoofdstuk 3: Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Volg mij nu maar, dat wil zeggen, doe wat ik je zal zeggen, dan zul je ten eerste alles begrijpen wat je tot nu toe overkomen is en hoe, waardoor en waarom. Ten tweede zul je spoedig een betere grond onder je voeten hebben. En ten derde zul je de Heer persoonlijk leren kennen en door Hem de weg naar de hemel, en daarnaast ook mij, jouw broeder!'
Hoofdstuk 3: Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Zij gaan nu verder, meer naar het zuiden en komen bij een heel gewone boerderij aan, waarvoor een gemakkelijk herkenbare kleine lutherse tempel staat. Als de bisschop deze grootste doorn in zijn oog ziet, blijft hij staan, hij maakt het ene kruisteken na het andere op zijn kale voorhoofd en slaat met een gebalde vuist op zijn borst onder het uitroepen van: Mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa. (* Mijn schuld, mijn schuld, mijn zeer grote schuld.)
Hoofdstuk 4: Bisschop Martinus' ergernis over de lutherse tempel en het antwoord van de engel - Martinus' bereidwilligheid om als schaapherder te werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Daarmee zie je, op welk een verdoemelijke grond jij staat, als het ware rijp voor de hel! Maar de Heer wil je genade voor recht laten gelden; daarom stuurt Hij mij naar jou toe, opdat ik je zal redden uit je oude Babylonische gevangenschap!
Hoofdstuk 4: Bisschop Martinus' ergernis over de lutherse tempel en het antwoord van de engel - Martinus' bereidwilligheid om als schaapherder te werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Kijk, al was Luther ook niet geheel en al een man waarvan men zeggen kan: 'Het was een man naar Gods hart!', toch was hij heel wat beter dan velen uit jouw kerk die de enige rechtvaardigen en volmaaksten willen zijn, terwijl zij in wezen de onvolmaaksten en allerlaatsten zijn! Maar hij alleen had de moed om midden in de ergste nacht van Babel aan de mensheid het zuivere Woord van God terug te geven en haar daardoor op de juiste weg van de Heer te brengen!
Hoofdstuk 5: In het huis van de engel Petrus - Een verklarend woord van de engel over Luther - Martinus' aanstelling als schaapherder - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] DE ENGEL PETRUS zegt: 'O broeder, maan niet mij, maar alleen jezelf tot geduld. Want je weet nog niet, wat je allemaal zult tegenkomen. Maar ik weet het en moet daarom zo met jou handelen, dat je in de waarheid gesterkt wordt om de beproevingen, die je vele malen op de weg naar de Heer zult tegenkomen, krachtig tegemoet te kunnen treden.
Hoofdstuk 5: In het huis van de engel Petrus - Een verklarend woord van de engel over Luther - Martinus' aanstelling als schaapherder - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Hier is een boek, waarin hun namen opgetekend staan; neem het en roep ze daaruit allen bij hun naam! Wanneer zij in jouw roep de stem van de echte herder zullen herkennen, zullen zij snel naar je toe komen. Herkennen zij echter in jouw stem een huurling, dan zullen zij zich verspreiden en van je weg vluchten. Als zo iets gebeurt, mor dan niet, maar erken dat je een huurling bent; er zal dan een andere herder naar je toekomen die jou zal leren, hoe je schapen en lammeren moet weiden en roepen!
Hoofdstuk 5: In het huis van de engel Petrus - Een verklarend woord van de engel over Luther - Martinus' aanstelling als schaapherder - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Neem nu dit boek, ga naar buiten en doe zoals ik je heb aangeraden!'
Hoofdstuk 5: In het huis van de engel Petrus - Een verklarend woord van de engel over Luther - Martinus' aanstelling als schaapherder - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Toen onze man welgemoed naar buiten kwam als iemand die na een lange leerperiode voor de eerste maal een betaalde functie krijgt, ging hij zitten op een met mos bedekte steen en keek om zich heen, waar de schapen en lammeren waren. Hij ontdekte echter nu niets meer van deze nuttige huisdieren, maar wel een groot aantal aanvallige, mooie meisjes, die op een uitgestrekt grasveld monter rondhuppelden om bloemen te plukken en daarvan de mooiste kransen vlochten.
Hoofdstuk 6: Bisschop Martinus' aangename, maar gevaarlijke verrassing in zijn nieuwe werkkring - De kudde schapen - een menigte mooie meisjes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  912 - 913 - 914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937  ...