Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 926 van 1112

...  914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939  ...
[12] Wie van jullie heeft ooit God gezien en met Hem gesproken? Wie van jullie kan met een zuiver geweten zeggen dat hij door God is onderricht? Ja, jullie hebben wel Gods Woord gelezen, maar hebben het verdraaid en ervan gemaakt wat jullie maar wilden, opdat het dan jullie onverzadigbare geldbuidel spekte... en dat is nu jullie nacht! Judas verried slechts eenmaal de Heer, omdat hij zich door satan had laten overweldigen, waarna deze bezit van zijn lichaam nam en hem doodde. Nu vraag Ik jullie: is Judas niet een grote heilige vergeleken bij jullie, die God dag in dag uit ten overstaan van heel de wereld wel honderd keer hebben verraden? Jullie allen hebben Judas, die Mij slechts éénmaal verried en spoedig daarop het diepste berouw voelde, in de hel geplaatst. Waar moet Ik jullie, miljoen voudige verraders van God, dan laten? Jullie noemen Mij een ketter; wat zijn jullie dan, miljoen voudige godslasteraars en godloochenaars? Wat willen jullie hier?'
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Kijk daar eens, naar de middag! Drie afgezanten komen naar ons toe. Het zijn drie oude karmelieter monniken. We zullen zien, wat ze van ons willen. Maar let op: behalve Ik, Paulus, Johannes en Petrus, die hier naast Mij staan, mag niemand een woord met hen spreken, omdat nog niemand sterk genoeg is om tegenover hen stand te houden. Jullie zouden beter stand kunnen houden tegenover satan, omdat satan reeds vaak door schade en schande wijzer is geworden, maar zij nog nooit. Zij zullen zich heel wijs voordoen, maar wij weten hen wel op de juiste manier aan te pakken. Ze zijn al heel dichtbij, daarom is het zaak nu goed op te letten.'
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Er zijn er velen onder deze geesten die wat beter zijn dan de grote massa en die zich daardoor min of meer hebben laten meeslepen. Omwille van deze niet erg slecht gezinde geesten, die nog in staat zijn enig onderricht aan te nemen, moet de gevangen name van de ware verdorvenen niet in één keer, maar geleidelijk gebeuren. Het zal daarom wel enkele dagen duren en het is ook zichtbaar voor de mensen op aarde in de vorm van wolken, sneeuwen regen. De allerslechtsten worden weliswaar bijna op hetzelfde moment bijeen gedreven, maar met de minder slechte wordt behoedzamer omgegaan.
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Dat er hier heel veel boze geesten bij elkaar zijn, is waar, maar hun aantal ligt niet hoger dan ongeveer zeventigduizend. Boven hen bevinden zich wel meer dan een miljoen vredesgeesten, die hun werk met dit gespuis in enkele aardse dagen volledig zullen klaren. Ze kunnen dit weliswaar ook in één ogenblik doen, maar dat mag niet gebeuren vanwege de goede orde, krachtens welke geen enkele geest, of hij nu goed of slecht is, geremd mag worden in het gebruik van zijn vrije wil.
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Maria, die zich naast Mij bevindt, vraagt Mij nu wat dit te betekenen heeft en wie die vele zwarte wezens zijn. Maar Ik zeg tegen haar: 'Weet je dan niet dat er geschreven staat: 'Waar het aas is, verzamelen zich de gieren!' Deze zoeken in Mij niet wat jij gezocht hebt. Ze weten wel dat Ik hier ben en toch ben Ik voor hen niet wat Ik voor jou ben, maar juist het tegenovergestelde. Ik ben voor hen een antichrist, een overste van alle ketterijen. Daarom proberen ze Mij te omsingelen en als het mogelijk zou zijn helemaal te gronde te richten. Ik zou voor hen dus een smakelijk aas zijn voor de boosaardige maag van hun gramschap en heerszucht.
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Nu verheffen allen zich en binnen enkele minuten zijn we bij de bekende plaats en worden door iedereen eerbiedig begroet. Als we ons allen op de Reinerkogel bevinden en deze berg door ons tot in het dal in beslag wordt genomen, zegen Ik alle nieuwkomers en laat hun het waarachtige brood en de ware wijn uit de hemelen aanreiken.
Hoofdstuk 119: De Heer stelt zich voor aan de liefhebbende. Het blinde hart begrijpt meer dan het ontwikkelde verstand. Grote zegening op de berg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik zeg: 'Wees maar gerust, Mijn lieve Maria, het is allemaal best in orde; sta nu maar op en zeg tegen jouw leerlingen dat ze ons moeten volgen.' Maria staat meteen op met een van vreugde en liefde vervuld hart en deelt Mijn wil vlug aan haar leerlingen mee. Deze vallen op hun aangezicht en beginnen Mij luidkeels te betuigen. Maria spreekt hen echter heel verstandig toe en allen verheffen zich van de grond en zeggen: 'Heilige Vader, zie ons genadig aan en neem ons op als de geringsten onder Uw dienaren!'
Hoofdstuk 119: De Heer stelt zich voor aan de liefhebbende. Het blinde hart begrijpt meer dan het ontwikkelde verstand. Grote zegening op de berg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Na deze woorden herstelt Maria zich enigszins en roept met een van liefde overvloeiend hart: 'Heer, Heer, mijn God, mijn Vader, nu begrijp ik pas waarom mijn hart alleen voor U in vuur en vlam stond. Als ik met mijn verstand probeerde het hart op God te richten, dan was het hart toch verstandiger, want het wilde zich nooit van U losmaken. Daarom zouden de mensen altijd meer waarde moeten hechten aan de juiste ontwikkeling van hun hart dan aan die van hun verstand, want als het hart in zijn blindheid reeds meer ziet dan het meest ontwikkelde verstand met geopende ogen, wat zou dan een goed ontwikkeld hart wel niet kunnen zien! O Heer, liefde van de liefde van mijn hart! Vergeef mij de grote blindheid van mijn verstand, waardoor ik U niet heb herkend, terwijl mijn hart U toch zo gemakkelijk herkende toen het Uw nabijheid gewaar werd!'
Hoofdstuk 119: De Heer stelt zich voor aan de liefhebbende. Het blinde hart begrijpt meer dan het ontwikkelde verstand. Grote zegening op de berg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Allen jubelen en komen ordelijk naar Mij toe en stellen zich op in een wijde kring van zeven rijen dik, waarna Maria weer naar Mij toe komt en zegt: 'Vriend, daar zijn ze allemaal en bij mijn weten is er niemand onder hen die niet in een bruiloftsgewaad gekleed is. Allen voelen en denken zoals ik, want ik heb hen zo goed mogelijk onderwezen en tot hier geleid. Hen nog verder leiden zou voor mij onmogelijk zijn, omdat me geen verdere weg meer bekend is. Jij bent zo van de liefde en kracht van de Heer vervuld, dat de liefde voor jou mij verteert. Laat ons dan ook wat toekomen van de overvloed aan liefde die de Heer voor Zijn kinderen heeft en die jij zelf ook bezit. Openbaar ons ook de heilige wil van de Heer, zodat we inzien wat ons verder te doen staat!'
Hoofdstuk 119: De Heer stelt zich voor aan de liefhebbende. Het blinde hart begrijpt meer dan het ontwikkelde verstand. Grote zegening op de berg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Andere rijken, die vroeger de behoeftigen nog ondersteunden, trekken zich steeds meer terug en proberen te bezuinigen, maar zij leven er allen goed van; alleen de armen ondervinden de ellende dubbel en dwars. Kijk, dat zal de lang sluimerende toorn van God spoedig opwekken en een onnoemelijk gericht brengen over alle wisselaars, makelaars en woekeraars, maar dan ook over alle rijken die hun hart en huis helemaal afsluiten voor de armen. Deze keer zal het zover komen dat de armen God zullen loven en de rijken alles zullen vervloeken wat hun zal overkomen; maar dat zal hen niet baten!'
Hoofdstuk 119: De Heer stelt zich voor aan de liefhebbende. Het blinde hart begrijpt meer dan het ontwikkelde verstand. Grote zegening op de berg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Waarom vind je Mij dan strenger dan de Heer zelf?' Maria zegt: 'Omdat het je in zekere zin genoegen schijnt te doen de hele aarde spoedig in stof en as voor je te zien liggen. Straf de rijke woekeraars en help de armen in naam van de Heer, dan zal de aarde zich weer goed ontwikkelen.' Ik zeg: 'Ja, zo zal het ook geschieden; je zult gelijk hebben. Deze keer zal er een gericht over de woekeraars komen. Deze mollen der aarde zullen samen met hun bedrieglijke praktijken door de vloed van Gods toorn, worden verdronken.
Hoofdstuk 119: De Heer stelt zich voor aan de liefhebbende. Het blinde hart begrijpt meer dan het ontwikkelde verstand. Grote zegening op de berg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] Wij zijn nu op de bergweide aangekomen, en kijk, daar vooraan onder de bomen bevinden zich jouw leerlingen. Ga naar hen toe en zeg hun dat Ik en de eerdere bode er zijn om hen door de genade van de Heer volkomen tot het eeuwige leven te verheffen.'
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Ik zal nu echter magere tijden over de aarde laten komen, zodat de armen zullen sterven. God zal dan wel merken wat de rijken zullen doen. Als zij zich zullen bekommeren om de armoede en met de woeker stoppen, dan zullen de gerichten ook ophouden en er weer goede tijden aan de aarde worden gegeven. In het tegenovergestelde geval zal echter alles in het verderf worden gestort, want ook de aarde zelf is al tot zuurdesem geworden.
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Er is geen bestendigheid meer bij de mensen. Hun harten zijn koud en donker geworden omdat zich uit de gistende zuurdesem in hun harten een kwalijke lucht heeft ontwikkeld, die al het waarachtige leven in God dooddrukt. Maar Ik zeg je, nu zal ook het geduld van God de Heer Zelf weldra opraken.
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] En kijk, Mijn geliefde Maria, de hele aarde is nu vol van zo'n zuurdesem. Daaruit ontstaan louter kwaadaardige gezwellen en builen en uit hun etter vormen zich niets dan schandelijke, vraatzuchtige wormen, vaak poliepen met duizend zuigsprieten. Daarom zul je triljoenen vuurgeesten ontdekken, die er slechts met de grootst mogelijke inspanning van kunnen worden weerhouden om in hun onbillijke woede deze aarde met al wat zich in haar, op haar en boven haar bevindt, in stof en as te veranderen.
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  914 - 915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939  ...